Een Rotterdams filmfestival zonder voorstelling in Luxor is als Simon Field zonder wenkbrauwen. Waar in het sfeerloze Pathé-complex geen slechte plaats te vinden is, kent Luxor nauwelijks een goede zitplaats, maar des te meer sfeer. Ongewenst een loveseat delen met een volslagen onbekende, terwijl een filmisch meesterwerkje wordt weerspiegeld in de wandversiering - waar vind je het nog. Gelukkig doet het slooprijpe Luxor ook dit jaar weer mee, wat voor het minstens vijfde jaar in successie ‘toch echt het laatste jaar’ zal zijn. Terwijl Thalia tot lounge werd gebombardeerd, Corso tot speelhal en Lumière tijdelijk tot opvanghuis voor kansarme kunst, is Luxor still standing. En terecht, na zoveel memorabele filmvoorstellingen. De hele Heimat, de complete Kingdom, Fong Sai-Yuk met een zaal vol enthousiaste Chinezen, CHOPPER in een double-bill met AMORES PERROS, vorig jaar nog een Nacht van de Wansmaak - de lijst is eindeloos.