Onlangs was de Amerikaanse filmverzamelaar en cultkenner Jack Stevenson weer even in Nederland. De voormalig Schokkend Nieuws-columnist reist geregeld door Europa met een keur aan filmische curiosa. Ondanks de opkomst van dvd blijven zijn voorstellingen uniek: Jack toont films die nergens op video of dvd werden uitgebracht. En hij draait ze tot ze op zijn.
“I’ll go on playing the fucker untill it falls apart”, zo stelde Stevenson een jaar of acht geleden bij een voorstelling van een nudistenfilm uit de jaren vijftig. Het blote volleybalspel vertoonde destijds al tekenen van slijtage, maar dat was niet bepaald bezwaarlijk. De kabels in het beeld en de haperende overgangen bij eerder herstelde breuken gaven het filmpje juist een meerwaarde, want ze benadrukten het archaïsche karakter en de vergankelijkheid van het bloot uit de oude doos. Slijtage kan een zekere charme hebben, maar op een dag is de verwoesting totaal en onherstelbaar, en dan rest slechts de herinnering.
De avond voor Koninginnedag presenteerde Stevenson in het Amsterdamse filmhuis Cavia zijn beproefde DRUG SCARE SPOOK SHOW, waarin hij met zevenmijlslaarzen door honderd jaar drugshysterie op film wandelt. Ik heb de show in de afgelopen tien jaar herhaaldelijk bezocht, want het is en blijft een dijenkletser van formaat. Onder de hoogtepunten mogen twee bizarre lsd-voorlichtingsfilms niet onvermeld blijven. In het door de Amerikaanse marine geproduceerde TRIP TO WHERE zien we drie matrozen worstelen met hun bordkartonnen hallucinaties, waarbij een anoniem bandje uit de jaren zestig een werkelijk fantastische muur aan psychedelisch geluid optrekt. Nog beter is het uit foto’s samengestelde LSD CASE STUDY, dat het personeel van vliegtuigbouwer Lockheed voor de gevaren van de drug moest waarschuwen. De veredelde diashow toont een trippend hippiemeisje dat zichzelf belachelijk maakt wanneer ze op straat een gesprek met een hotdog aangaat: “It asked me not to eat it, and said it had a wife and seven kids at home, then it started screaming so loud that I had to throw it on the ground and step on it”. De boodschap is duidelijk: gebruik geen lsd want de gevolgen zijn ronduit genant.
De hernieuwde confrontatie met de twee maffe filmpjes bracht me meteen in de stemming voor een ander hilarisch hoogtepunt uit Jack’s drugscollectie. Bij eerdere edities van de show ging het publiek altijd plat bij een eveneens uit de jaren zestig stammende voorlichtingsfilm voor middelbare scholieren, waarin zanger Sonny Bono een brug tussen de bezorgde overheid en de hippe jeugd probeert te slaan. Dat gaat gepaard met een groovy tenue en dito taalgebruik, waaruit moet blijken dat Sonny hipper dan hip is, terwijl de boodschap natuurlijk even stichtelijk als behoudend blijft. Helaas schitterde Sonny dit keer door afwezigheid. De zanger overleed een paar jaar geleden bij een ski-ongeval, en ook het filmpje gaf prompt de geest: Stevenson kreeg het na een laatste vertoning in vijftien partjes terug en reparaties boden geen uitkomst meer. Er zal bij verzamelaars in de Verenigde Staten vast nog wel een vertoonbare kopie liggen, maar de kans is klein dat die ooit de oceaan oversteekt. De ene verzamelaar is de andere niet. De meesten koesteren de films in hun privécollectie, waar Jack van mening is dat een film pas tot leven komt als er een publiek naar kijkt. En dat publiek mag er dan ook getuige van zijn wanneer dat leven beëindigd wordt. Het mag duidelijk zijn dat Stevenson weinig affiniteit met video en dvd heeft. We zijn het op dat vlak al jaren roerend met elkaar oneens. Maar ik begrijp zijn standpunt wel. Vooral nu Sonny voorgoed foetsie is. Ik heb hem gezien, en voel me jaren na dato bevoorrecht. Dat gevoel zal me bij die zogenaamde special collector’s edition dvd’s in de kast niet snel bekruipen.
Bart van der Put