Binnenkort in de bioscoop: THE CORE, een science-fictionspektakel dat ondergetekende weer eens hevig deed terugverlangen naar de jaren zeventig, de hoogtijdagen van de rampenfilm. In THE CORE houdt de aarde op met draaien, waardoor de zon ongefilterd door de atmosfeer kan dringen en apocalyptische onweersbuien heel Rome in de as leggen.
Genoeg werk aan de winkel voor de jongens van de special effects, zou je zo zeggen. Maar regisseur Jon Amiel ziet dat anders. Amiel verlegt de aandacht al snel naar de visueel minst aantrekkelijke aspecten van het concept: het bouwen van een geavanceerde en bemande superdrilboor die in staat is tot de kern van de aarde door te dringen en het recruteren van de mannen en die ene vrouw die voor het heil van de mensheid hun leven willen wagen. Ook wanneer het gevaarte na zo’n drie kwartier diep onder het aardoppervlak duikt, blijft Amiels aanpak akelig terughoudend. THE CORE volgt het stramien van ruimtereisfilms zoals STAR TREK, met in plaats van eindeloze sterrenstelsels duizenden vierkante kilometers gloeiend magma als voornaamste uitzicht vanaf de brug. En dat heb je na een paar kilometer echt wel gezien.
Dan liever FANTASTIC VOYAGE, met zijn psychedelische impressie van een reis door het menselijk lichaam, of 2001: A SPACE ODYSSEY, waarin een vroege versie van STAR TREKs warpspeed voor nog immer indrukwekkende kleurexplosies zorgt. Bovendien neemt THE CORE zichzelf veel te serieus om, zoals in AT THE EARTH’S CORE, in het midden van de aarde een verborgen sprookjesrijk te ontsluiten, compleet met rondfladderende draakmensen en beeldschone prinsessen. Amiel, gebukt gaand onder de dwang van pseudo-realisme, blijft niets anders over dan naar het filmische equivalent van de snelkookpan te grijpen: zet een aantal personages met uiteenlopende temperamenten bij elkaar, schep het juiste klimaat van gevaar en kijk hoe het psychologisch allemaal uitpakt. Het is verantwoord filmmaken dat wel heel ver afstaat van de schaamteloze entrepeneursgeest waarmee producent Irwin Allen in de jaren zeventig kermisattracties als THE POSEIDON ADVENTURE en THE TOWERING INFERNO in elkaar draaide. Het hoogtepunt van het genre, EARTHQUAKE, is trouwens niet eens van Allen zelf. Ik zag de film destijds in een Hilversumse bioscoop waar men speciale speakers had geïnstalleerd om het geheime wapen van de film – het ultrasonore geluidssysteem Sensurround – daadwerkelijk te kunnen activeren en ik kan u verzekeren dat de ‘bevende’ bioscoopstoel een blijvende en dierbare herinnering is geworden. Trouwens, de rampenfilm had destijds, als oudedagsvoorziening van uitgerangeerde en/of hoogbejaarde Hollywoodsterren, ook nog een belangrijke maatschappelijke functie. THE SWARM, alweer van Irwin Allen en net uit op dvd, mag een prul van een film zijn, het blijft aangrijpend om oudgediende Richard Widmark in slow motion ten onder te zien gaan tegen een zwerm moordlustige bijen. En producent/regisseur Mark Robson was zelfs zo ingenomen met de medewerking van diva Ava Gardner aan EARTHQUAKE, dat hij haar toestond in de film de dochter te spelen van de in werkelijkheid maar zeven jaar oudere Lorne Greene.
Maar ja, film is geen kermis meer, niemand heeft nog respect voor grijze haren, en de rampenfilm van vandaag de dag – ARMAGEDDON, DEEP IMPACT, INDEPENDENCE DAY – lijkt voornamelijk nog een vehikel voor chauvinistische borstklopperij, waar de VS ook buiten het domein van de fictie zo goed in zijn. Mocht er ooit een film over 11 september komen, dan zal Hollywood waarschijnlijk kiezen voor de variant van de vliegtuigpassagiers die zich heroïsch tegen hun kapers verzetten en ten koste van hun eigen leven wisten te voorkomen dat het toestel op het Witte Huis neerstortte. In de versie zoals Irwin Allen hem had kunnen bedenken springt Marlon Brando, na een laatste telefoongesprek met zijn moeder Lauren Bacall, uit een raam op de honderste verdieping van de ene Twin Tower, terwijl Paul Newman aan de overkant de evacuatie regelt, net als in THE TOWERING INFERNO. Maar Irwin Allen is dood en de rampenfilm wordt nooit meer wat-ie geweest is.
Phil van Tongeren