Op de redactie van Schokkend Nieuws laait eens in de zoveel jaar een discussie op over de houdbaarheid van de zogenaamde auteurtheorie. Aanleiding is meestal het verschijnen van een nieuwe film van John Carpenter. Een nieuwe Carpenter brengt in onze gelederen namelijk onmiddellijk een scheiding der geesten teweeg. Zo is ondergetekende de mening toegedaan dat de regisseur vanaf pakweg BIG TROUBLE IN LITTLE CHINA geen fatsoenlijke film meer heeft gemaakt en door zijn fans, uit misplaatste loyaliteit en met misbruik van de auteurtheorie, de hand boven het hoofd wordt gehouden.
Hoofdredacteur Roel Haanen ziet dat anders: beter een slechte Carpenter dan helemaal geen, luidt zijn stelling. Haanen staat daarin niet alleen. Zo boog Bart van der Put zich in SN #55 over Carpenters doodgeboren kindje GHOSTS OF MARS en concludeerde dat de auteur zich weer eens in tweeërlei opzicht had gemanifesteerd. Visueel middels het vertrouwde Panavision-formaat, inhoudelijk door een nieuwe variant van het verhaal ‘waarin autoriteiten er altijd een janboel van maken en waarin de terecht cynische helden eerst de ketenen afwerpen, om uiteindelijk aan het langste eind te trekken.’
Toevallig speelt genoemde thematiek in de films die ik zelf als de hoogtepunten uit ’s mans oeuvre beschouw, ASSAULT ON PRECINCT 13, HALLOWEEN, THE FOG en THE THING, nauwelijks een rol. In de als bende-film vermomde western ASSAULT ON PRECINCT 13 kiest Carpenter zelfs, heel braaf, de kant van de letterlijk onder vuur liggende autoriteiten. Waarschijnlijk doelt Van der Put op de twee films die de regisseur maakte met Kurt Russell als de cynische vrijbuiter Snake Plissken: ESCAPE FROM NEW YORK en ESCAPE FROM L.A.. Maar zelfs als we in het verzet van de eenling tegen autoriteiten die er ‘altijd een janboel van maken’ een typische Carpenter-trek herkennen en het feit dat de regisseur al decennia lang aan een bepaald beeldformaat vasthoudt eveneens als karakteristiek bestempelen, dan is het nog maar de vraag wat we ermee opschieten. In die optiek is ook Edward D. Wood Jr. of Hershell Gordon Lewis een auteur die respect verdient, want uit duizenden herkenbaar.
De auteurtheorie wordt zo een foefje om de bittere waarheid weg te moffelen, namelijk dat Carpenter anno 2003 door zowel de ‘jonkies’ – van Sam Raimi en Peter Jackson tot M. Night Shyamalan – als zijn generatiegenoten Wes Craven en David Cronenberg links en rechts is ingehaald. In de succesvolle carrières van de laatste twee is misschien de verklaring voor Carpenters mislukking te vinden. Talent of niet, uiteindelijk ontbrak het de regisseur aan het commerciële inzicht van de één en de intellectuele ambitie en visie van de ander. Terwijl Wes en Dave ieder op hun eigen manier de grote wijde wereld introkken, bleef Jantje Timmerman liever thuis met zijn cowboys en indiaantjes spelen. En daar zit hij op 55-jarige leeftijd nog steeds, met spierwit haar en zonder toekomst.
Phil van Tongeren