Toen pornoveteraan Ron Jeremy meer dan vijfentwintig jaar geleden zijn debuut maakte in TIGRESSES AND OTHER MANEATERS hoopte hij dat zijn carrière als dekhengst een opstapje zou zijn naar echt, serieus acteerwerk. Anno 2004 is zijn doorbraak naar de mainstream, ondanks een slordige veertig optredens in ‘gewone’ films, nog steeds geen feit en pompt hij zich nog steeds een ongeluk.
Ron Jeremy weet als geen ander dat de overstap van de seksindustrie naar de gewone filmwereld moeilijk is. Tijdens een onderhoud met Schokkend Nieuws vertelde hij dat Hollywood hem met één hand buiten de deur houdt vanwege zijn pornofilms, terwijl het zich bij dezelfde films met de andere hand aftrekt.
Wat zal Ron jaloers zijn op zijn Italiaanse collega Rocco Siffredi. Rocco kreeg in 1999 van Catherine Breillat een rol in ROMANCE, werd uitgenodigd op filmfestivals en serieus genomen door critici. En hij hoefde er niet eens zo verschrikkelijk veel voor te doen. Terwijl Siffredi het in Breillats nieuwste, ANOTOMIE DE L’ENFER, tamelijk netjes houdt, lijkt de de trend van expliciete, niet-gesimuleerde seksscènes in arthousefilms te zijn overgewaaid van Europa naar de VS. Acteur-regisseur Vincent Gallo laat zich in de finale van zijn film THE BROWN BUNNY pijpen door actrice Chloë Sevigny. Al sinds Ian Kerkhofs SHABONDAMA ELEGY, waarin Thom Hoffman zijn Japanse tegenspeelster (pornoactrice Mai Hoshino) veelvuldig penetreert, verbaas ik me over de nonchalante houding van critici en publiek over deze vervaging van grenzen. En ik doel niet op de grens van het betamelijke, maar op de grens tussen spel en realiteit.
Film laat ons dromen en nachtmerries ondergaan, en voor zo lang het donker is in de bioscoopzaal willen we graag net doen alsof. In ons achterhoofd werkt het besef van het onderscheid tussen realiteit en spel ondertussen als een veiligheidsklep. Het is de enige manier om naar THE TEXAS CHAINSAW MASSACRE, THE EXCORCIST of SUSPIRIA te kijken en niet ter plekke gek te worden van angst.
Wanneer die grens wordt overschreden, word ik uit de film gehaald. In CANNIBAL HOLOCAUST (1980) bijvoorbeeld, wordt onder andere een reuzenschildpad levend in stukken gesneden en een biggetje doodgeschoten. Voor de duidelijkheid: hier komt geen special effect aan te pas. Regisseur Ruggero Deodato liet zijn acteurs het vuile werk doen. Deodato zou iets hebben willen zeggen over het barbaarse gedrag van westerlingen, maar zijn bedoelingen kunnen mij na het zien van die scènes gestolen worden.
Nu is dierenmishandeling moreel verwerpelijk en fellatio niet, maar Chloë’s blow job wordt net zo min gespeeld als de dissectie van Deodato’s schildpad. Het besef dat dit geen spel maar realiteit is, brengt de kijker van de wereld-in-de-film naar de wereld van de filmset. En de vragen die de regisseur met zijn film wil oproepen, de antwoorden die hij wil geven, de thema’s die hij wil uitwerken, maken allemaal plaats voor andere overpeinzingen: Hoe heeft Gallo haar zover gekregen? Wat zou haar moeder ervan denken? Zou hij z’n lul vantevoren wel hebben gewassen?
ROEL HAANEN