Eli Roth keert na jaren afwezigheid terug op het witte doek met KNOCK KNOCK. Keanu Reeves krijgt klop van twee mooie vrouwen, maar de film klopt van geen kant.
Sinds HOSTEL: PART II uit 2007 is Eli Roth vooral actief geweest als producent. Pas in 2013 klom hij weer in de regiestoel, voor de kannibalenfilm THE GREEN INFERNO. We schreven er in SN #109 (augustus/september 2014) al over, maar de Nederlandse release blijft maar uitgesteld worden (en staat momenteel gepland voor 1 oktober). In het buitenland deed de film alvast het nodige stof opwaaien. Zo zou de film racistisch zijn en een beledigend beeld van inheemse volken geven.
Het is tekenend voor de carrière van Roth, die een beroepsprovocateur is. Wat je ook van ’s mans werk vindt, vervelen doet het in ieder geval zelden. Dat maakt het des te teleurstellender dat de film die hij ondertussen alweer maakte, KNOCK KNOCK, eigenlijk gewoon oersaai is.
De film is al halverwege wanneer er eindelijk iets gebeurt. Tot die tijd lijkt het alsof we naar een softpornofilm zitten te kijken, met dito scenario: twee jonge vrouwen met het uiterlijk van fotomodellen kloppen aan bij architect Evan Webber (Keanu Reeves), die het weekend alleen thuis is omdat vrouw en kinderen in een strandhuisje verblijven. De vrouwen (gespeeld door Roths eigen vrouw Lorenza Izzo en Ana de Armas) komen met een smoesje het huis binnen, alwaar ze Evan weten te verleiden tot een heet avondje. Dit stukje plot uitwerken kost Roth dus 45 minuten! In de tweede helft blijkt dat de meiden Evan inzetten als onwillig participant in een sadistisch spel.
Nou ja… sadistisch? Vooral de kijker lijdt. KNOCK KNOCK kent de saaiste martelscènes uit de filmgeschiedenis. Geen greintje spanning, geen sprankje inleving. Anders dan eerdere Roth-films als CABIN FEVER en HOSTEL blijft KNOCK KNOCK vrijwel helemaal bloedeloos. Zowel in de letterlijke als de figuurlijke zin van het woord.
De film biedt nog een beetje vermaak, omdat er vaak gelachen kan worden. Het is echter maar de vraag of dat ook de bedoeling is. Ik moest vreselijk giechelen toen ik voor het eerst de decoratie van het huis van de Webbers zag. De ‘kunst’, zogenaamd gemaakt door de vrouw des huizes, is spuuglelijk. Overal hangen enorme kitscherige gezinsportretten. Dat Reeves op een van die foto’s ook nog eens de mopshond van de familie in een wurggreep lijkt te houden, werkte bij mij onbedaarlijk op de lachspieren. Dit kan toch niet serieus zijn?
Dat is een vraag die je sowieso regelmatig bekruipt bij KNOCK KNOCK. Neem het volgende dialoogje: “Can a cock answer an iPhone?” “It can if it’s hard.” En wat te denken van de wanhopige monoloog die Reeves tegen het einde van de film afsteekt, waarin hij de eerdere seks vergelijkt met “free fucking pizza”… Is het humoristisch bedoeld? Dat moet toch haast wel?
Nou is Reeves toch al moeilijk serieus te nemen in deze film. Hij zette zichzelf vorig jaar weer op de kaart met de uitstekende actiefilm JOHN WICK, maar alle krediet die hij daarmee opbouwde verdwijnt hier weer als sneeuw voor de zon. Vrijwel alles wat de notoir houterig acterende veertiger doet is lachwekkend: van zijn intonaties tot zijn lichaamstaal.
Roth lijkt naar films als FUNNY GAMES en HARD CANDY gekeken te hebben voor inspiratie. Nergens benadert hij ook maar iets van de originaliteit, durf of urgentie die deze films zo sterk maakten. Het moraallesjes dat we kennelijk moeten leren is van een bespottelijk simplistisch niveau.
“I’m glad we knocked on your door,” zeggen de meiden tegen Evan. Ik zou zeggen: laat KNOCK KNOCK lekker dichtzitten.
Distributie: Dutch Filmworks. Release NL: 3 september. Copyright Lieuwe van Albada. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Online gepubliceerd op 2 september 2015.