Dat het door Tsui Hark geproduceerde BLACK MASK (1996) bijna drie jaar na voltooiing alsnog in het Westen gedistribueerd werd, had natuurlijk alles te maken met de internationale roem die hoofdrolspeler Jet Li inmiddels ten deel was gevallen. Dus wat dacht Tsui Hark nou eigenlijk toen hij besloot een op de wereldmarkt gericht vervolg te maken zonder kassamagneet Li?
De titelheld wordt ditmaal gespeeld door de charismaloze debutant Andy On, maar Amerikaanse bijrolacteurs als Tobin Bell en Jon Polito krijgen hier top billing, en dat doet het ergste vrezen. Polito en Bell spelen respectievelijk een gewetenloze impresario en een gekke geleerde die een pact sluiten om professionele worstelaars middels genetische manipulatie dierlijke eigenschappen te geven. Zo ontstaan onder andere een wolfman, een reptielenman en een menselijke kameleon. Ook onze held valt ten prooi aan de mad doctor en verruilt voor een deel van de film zijn zwarte masker voor een mombakkes dat hem op het lelijke broertje van Ron Perlman doet lijken. Hark stond wellicht een live-action stripboek voor ogen, maar helaas willen de indrukwekkende decors, rubber monsterpakken en digitale effecten nergens een overtuigend geheel vormen. BLACK MASK 2: CITY OF MASKS (2001) is beslist geen Amerikaanse publieksfilm, hooguit het Aziatische idee daarvan, zoals ook Harks Jean-Claude Van Damme-vehikels DOUBLE TEAM en KNOCK OFF. Waren die films door de combinatie van non-stop spektakel en ongebreidelde krankzinnigheid nog aardig te genieten, deze keer stelt vooral het knok- en vuurwerk teleur. Het doorzichtige wire work en de houterige digitale ondersteuning van de acrobatiek zijn de choreografie van Yuen Woo-Ping (IRON MONKEY, THE MATRIX) onwaardig. Wanneer de grootste opwinding in een Tsui Hark-film wordt veroorzaakt door het vuurrode kapsel en de high kick van ex-pornoster Traci Lords, dan is er iets grondig mis. ** Di:Columbia Copyright 2003 Roel Haanen. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #58 (2003), p 35.
