De openingsscène van THE RUINS – een jonge vrouw wordt in de duisternis belaagd door ‘iets’ – en de daaropvolgende kennismaking met het bekende mooie jonge Hollywoodvolkje, roepen meteen herinneringen op aan ongeveer elke Amerikaanse tienerhorrorfilm van de laatste jaren.
Een dronken feestje met een Europese reiziger, een stoere mannentorso en enkele obligate boob shots later zijn de pionnen op het speelbord geplaatst voor anderhalf uur ouderwets hack ’n slash. Althans, zo lijkt het. Dat regisseur Carter Smith en scenarist Scott B. Smith (de laatste was ook verantwoordelijk voor het boek en het scenario van Sam Raimi’s A SIMPLE PLAN) er ondanks deze clichés alsnog in slagen om hun film in een onafwendbare dreiging en radeloosheid onder te dompelen, verdient respect.
In tegenstelling tot groteske genregenoten als het zwartkomische CABIN FEVER en de wansmakelijke organenhorror van TURISTAS bouwen beide Smiths de spanning zorgvuldig op en verliezen daarbij enkele typische en vaak uitgeholde horrorelementen (de mysterieuze vreemdeling, de afgelegen locatie, de dreiging van binnenuit) zelden uit het oog. THE RUINS lijkt in alles een derderangs tussendoortje, maar ontpopt zich in de tweede acte tot een bijzonder effectieve en tenenkrullende thriller.
Vier enthousiaste jonge levensgenieters genieten van zon, zee, strand en elkaar in het broeierig hete Mexico. Tijdens een van hun luie middagen aan het zwembad ontmoeten ze Mathias. Hij vertelt hen over een archeologische vondst in het hart van de jungle. Op zoek naar avontuur besluiten de zongebrande twintigers het lot te tarten en ontdekken zo een prachtige, door planten overwoekerde ruïne. Hun zorgenloze verkenningstocht loopt echter meteen fout wanneer ze bedreigd worden door de uitzinnige bewoners van een nabijgelegen Mayadorp. Ten einde raad worden de jongeren naar de top van de tempel gedreven en ontdekken daar welk kwaad aan hun voeten ligt.
Hoewel THE RUINS lang niet de vergelijking aankan met hedendaagse horrorfilms als THE DESCENT en THE MIST, steekt deze vreemd genoeg door komiek Ben Stiller mede geproduceerde ‘botanische thriller’ toch met kop en schouders boven andere jonge-mensen-op-weg-naar-de-slachtbank-pulp uit. THE RUINS is een film die armleuningen doet kraken en nagels laat versplinteren. De drukkende dreiging en desolate hopeloosheid die zich langzaam maar zeker van de nietsvermoedende personages meester maakt, wordt sfeervol in beeld gebracht, mede dankzij cameraman Darius Khondji (SEVEN, FUNNY GAMES U.S.) en production designer Grant Major (THE LORD OF THE RINGS). Scènes zoals de enge afdalingen in de vreemde tempel, de voortdurende aanwezigheid van de agressieve inboorlingen aan de voet van de ruïne en de ‘lokroep’ van een mobiele telefoon, zorgen ervoor dat THE RUINS vermakelijk en spannend wordt. Het is dan ook jammer dat de film in de derde acte, na een bloederig staaltje ‘body horror’ dat niet zou misstaan in het vroege oeuvre van David Cronenberg, bijna volledig de mist ingaat. Niet alleen is de ontknoping een teleurstellende poging om in de laatste minuten een happy end uit de plot te voorschijn te toveren, verder hoort de korte, doorzichtige epiloog eerder thuis bij de prullen die je onderaan de schappen in de videotheek aantreft dan in een niet onaardig gemaakte huiverprent.
Wie met lage verwachtingen de bioscoopzaal betreedt zal die waarschijnlijk aangenaam verrast verlaten; voor echte horrorliefhebbers is er niets nieuws onder zon, al zullen zelfs zij ook tussen de vingers kijken bij de haast onverwacht gore en naargeestige scènes die aan de zwakke finale voorafgaan.
Di: Paradiso (BE: 16 april / NL: 17 april) Copyright Kenny De Maertelaere. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Online gepubliceerd op 12 mei 2008.