Peter Hirst (Witkin), die als jongen in de jaren 1940-45 door begenadigd poppenmaker André Toulon uit handen van de Gestapo werd gered, is nu zelf meester-poppenmaker en kent Toulons geheim om zijn creaties leven in te blazen.
Hij belicht de levensgeschiedenis van zijn leermeester nog eens, voor welke flashbacks de makers van deze zielloze sequel (de zesde in de PUPPETMASTER-reeks) fragmenten gebruiken uit PUPPETMASTER 2 (David Allen, 1991), PUPPET MASTER III TOULON’S REVENGE (David DeCoteau, 1991), PUPPET MASTER 4 WHEN BAD PUPPETS TURN GOOD (Jeff Burr, 1993) en PUPPET MASTER 5 (Jeff Burr, 1994). Wie de oorspronkelijke PUPPET MASTER (David Schmoeller, 1989) niet kent, zit werkelijk onthutst naar dit samenraapsel van fragmenten te kijken, temeer daar in de afgelopen zestien jaar dezelfde personages door steeds andere acteurs en actrices werden neergezet en ook de uiterst moordzuchtige poppen zelf van naam verwisselden: Cowboy werd Sixshooter, Death werd Blade, Conehead werd Tunneler, Giant werd Pinhead (niet te verwarren met HELLRAISER’s Pinhead), enz. Een grabbelton van een film. Gênant om te zien hoe Full Moon Pictures met dit project nog een laatste druppel levensvocht probeert te persen uit een succesformule van weleer. Ofwel: hoe een franchise volledig verpietert tot kringloopartikel. Helaas een legacy van nul en gener waarde.
Copyright Erique J. Rebel. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #67, p45.
