IN A DARK PLACE is de tiende verfilming van Henry James’ novelle The Turn of the Screw (1898) en verhaalt nog eens hoe een gouvernante (Sobieski) in opdracht van een schatrijke voogd (Fox) de zorg op zich neemt van twee kinderen, Miles (Olson) en Flora (Adam).
In het afgelegen Bly House krijgt zij tot haar ontsteltenis het vermoeden dat twee leden van de huishouding, beiden onder mysterieuze omstandigheden om het leven gekomen, hun bedenkelijke (want buitenechtelijke) relatie over het graf heen via Miles en Flora trachten te continueren – een vermoeden dat gaandeweg tot een obsessie uitgroeit.
Over zijn novelle schreef James eens: ‘It’s about secrets best left untold and things best left unsaid’, een observatie die men vanuit Victoriaanse normen en waarden, kortweg mores, moet verstaan. De opmerking ligt tevens aan de basis van een goed horrorverhaal en daarmee aan de wortel van een beklijvende horrorfilm (hoewel men dit soms dreigt te vergeten in het recente CGI-geweld, dat zich heeft gemanifesteerd als de antithese van suggestiviteit). Wat verfilmingen betreft, is deze reis door de wankele psyche van een vrouw helaas steeds meer verworden tot een oppervlakkige tocht langs wat lauwe, soms zelfs ridicule fysieke incidenten, verlucht met mystificerende elementen in de hoop dat de kijker het occulte ervan zal willen inzien.
De onderhavige film laat van James’ meesterlijke vertelling werkelijk niets meer over en bezorgt de toeschouwer niet de geringste rilling. Gezegd moet worden dat Leelee Sobieski sowieso niet de actrice is om zo’n zware rol te dragen, maar zij wordt door het knullige, zelfs banale scenario, waaruit het metafysische aspect resoluut is geschrapt, ook danig in de steek gelaten. Misschien is James’ novelle niet (of minder) vatbaar voor moderne adaptatie of zien filmmakers geen kans meer om zijn psychologische schets in visuele termen te vangen; mogelijk lenen schoongeschrobde en proper aangeharkte Luxemburgse locaties (waar deze film werd opgenomen) zich niet voor onderhuidse suspense. In elk geval lijkt deze verfilming het eindpunt van een langzaam maar zeker aan bloedarmoede bezwijkende genealogie.
James’ novelle werd tot toneelstuk bewerkt door William Archibald in 1950 en tot opera door Benjamin Britten in 1954. Novelle en toneelstuk waren de basis voor THE INNOCENTS (Jack Clayton, 1961), EYE OF THE DEVIL/13 (J. Lee Thompson, 1966; ongeautoriseerde versie), THE UNSEEN/THE VOICES (Patrick R. Silvers, 1967), THE NIGHTCOMERS (Michael Winner, 1971; prequel), THE TURN OF THE SCREW (Dan Curtis, 1974; voor tv), THE PIPER’S SONG (John H. Bratham, 1984), THE TURN OF THE SCREW (Rusty Lemorande, 1992), THE HAUNTING OF HELEN WALKER (Tom McLoughlin, 1995; voor tv) en LOS OTROS/THE OTHERS (Alejandro Amenábar, 2001; geĂŻnverseerd model).
Copyright Erique J. Rebel. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #75, najaar 2007.