Request failed. HTTP CODE: 0
RECENSIE
Bioscoop

The Time Machine(2002)

Vorig jaar was Tim Burtons ‘revisiting’ van PLANET OF THE APES, onder het motto ‘Get your stinking paws off our cult-movie!’, bij voorbaat verdacht bij fans van de oorspronkelijke films. Van dit soort nostalgische gevoelens had ik bij de nieuwe PLANET geen last, maar ik bewaar wel warme herinneringen aan de oude versie van THE TIME MACHINE, in 1960 geregisseerd door George Pal.

De manier waarop -met snel groeiende bomen en voorbij schietende seizoenen- het versnelde tijdsverloop werd gesuggereerd maakte op mij als puber evenveel indruk als het gegeven dat Londen in 1966 tijdens een atoomaanval zou zijn verwoest. Pas later begreep ik dat de film uit 1960 stamde, en dus een toekomstvisioen betrof, maar het doemdenken had bij mij al postgevat. Daarna heb ik op televisie nog regelmatig genoten van THE TIME MACHINE, niet gehinderd door de toch wat stroeve stop-motion techniek of het al even het houterige acteerwerk van de hoekige Rod Taylor, als de 19de eeuwse Londense uitvinder die naar de toekomst reist.

In de nieuwe versie is Londen voor New York verruild. Niet dat dat opvalt, want ook in Manhattan was de bolhoed eind 19e eeuw in de mode. Van de wetenschapper is een verstrooide professor gemaakt, ene Alexander Hartdegen (Pearce). Zijn verlangen in de tijd te reizen wordt dit keer ingegeven door een tragedie, want Alexanders kersverse verloofde wordt bij een overval dodelijk verwond. Raakte Pearce in MEMENTO zijn korte-termijn-geheugen kwijt, dit keer bouwt hij, om het noodlot ongedaan te maken, een tijdmachine. Wat niet lukt, want vervolgens slaat het noodlot op een andere wijze toe. Waarop hij dan maar naar de toekomst reist, om te zien of daar het antwoord ligt. Even hoop je dan dat de film nu echt op gang zal komen. Die hoop wordt kortstondig aangewakkerd door een sequentie waarin het tijdsverloop op dezelfde wijze als in het origineel wordt geillustreerd, compleet met de modezaak waar in de etalage decennia mode in ijltempo voorbijkomen.

Aanbeland in het New York van 2030 bezoekt Alexander even de New York Library, voornamelijk om redenen die verderop in het script mooi van pas komen. In de bieb doceert een virtuele Orlando Jones hem desgevraagd over de diverse versies van The Time Machine, een in-joke van co-regisseur Wells, de achterkleinzoon van schrijver H.G. Wells (1866-1946) zelf. Na nog even op de geneugten van het maan-wonen te zijn gewezen, reist Alexander verder de toekomst in.

Niet ver, want anno 2037 wordt New York bedolven door stukken maan. De kolonisatie van de maan blijkt rampzalige gevolgen te hebben gehad. De vernietiging van New York had ongetwijfeld het klapstuk van deze nieuwe versie moeten zijn, met scènes waarin onder meer het WTC anno 2037 met maansteen werd gebombardeerd. Die money-shots werden na 11 september uit de film verwijderd, en de release werd van december 2001 naar maart 2002 verschoven. Dus zien we nu niet veel meer dan een hevig schuddende Alexander, die bewusteloos naar het jaar 800.000 reist, ijstijden en erosie trotserend.

Daar glijdt deze remake definitief onderuit. Net als in het origineel is de aarde dan verdeeld in een agressief ondergronds ras en een vredelievend bovengronds ras. Het taalprobleem van bezoeker Alexander wordt op een potsierlijke manier opgelost, want de nieuwe holenmensen hebben perfect Engels geleerd van straatnaambordjes en andere archeologische vondsten (‘Aha, u spreekt de oude taal!’). De gewonde Alexander wordt verzorgd door een inboorlinge die vreemd genoeg beschikt over een string en een doorkijk-maliënkolder. Deze Mara wordt gespeeld door het zangeresje Samantha Mumba, die duidelijk op haar bekendheid bij de doelgroep en niet op haar acteertalent is gecast.

Zelfs de komst van Stan Winston’s Morlocks kan de film dan niet meer redden. Deze Morlocks ogen trouwens als de Orcs uit THE LORD OF THE RINGS, met de behendigheid van de chimpansees uit PLANET OF THE APES – een haastklusje dus, Winston onwaardig. Jeremy Irons duikt ook nog even op als Über-Morlock met een open rug, maar sinds DUNGEONS AND DRAGONS zijn deze campy uitstapjes van Irons niet meer te verteren. En ook het no-way-back-slot heeft niet meer dezelfde impact als veertig jaar terug.

Nee, THE NEW TIME MACHINE wordt nog het beste samengevat in het gebaar dat Alexander’s vriend Dr. Philby (ex-Flintstone Mark Addy) maakt, wanneer hij aan het eind zijn modieuze bolhoed weggooit als ode aan zijn verdwenen vriend: leeg en inhoudsloos. Maar goed, dit keer ben ik bevooroordeeld.

Copyright André Nientied. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #12, april 1994.

© André Nientied
1 april 1994
Meer Sci-Fi
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.