Een film als SOUL SURVIVORS moet men zien om het allemaal niet te geloven.
Cassie (Melissa Sagemiller) verlaat het ouderlijk huis om te gaan studeren aan Middleton College in een aangrenzende staat. Na een woeste houseparty te hebben bezocht (want gestudeerd wordt er nauwelijks aan Middleton High), veroorzaakt zij een auto-ongeval waarbij haar vriendje Sean (Casey Affleck) om het leven komt. Vanaf dat moment is haar leven een hel: geteisterd door schuldgevoelens heeft zij steeds reëler lijkende ontmoetingen met de overleden Sean; een priester (Luke Wilson), die haar geestelijke bijstand verleent, blijkt twintig jaar eerder te zijn gestorven en diens plaatsvervanger wenst haar ter plekke aan te randen; mysterieuze, schijnbaar tijdloze figuren doorkruisen de wereld van Cassie, die zich in een time warp gevangen waant en dreigt verstrikt te raken in een vreemd universum vol hallucinatoire belevenissen.
Er is een ijzersterke actrice nodig om een dergelijke emotionele queeste naar zielerust en zelfaanvaarding gestalte te geven en juffrouw Sagemiller behoort niet tot die categorie. Gezegd moet worden dat zij van regisseur/scenarist Carpenter weinig steun ondervindt. Hij verzuimt merkwaardig genoeg om voor Cassie’s traumatische, paranoïde ervaringen een acceptabel kader te creëren en devalueert haar belevenissen tot zulke nietszeggende gebeurtenissen dat het vrijwel onmogelijk is om hierin haar als transcendentaal te interpreteren visioenen te herkennen (mogelijk hebben budgettaire overwegingen hier een rol gespeeld). Zodoende krijgt de kijker al snel het vermoeden behoorlijk getild te worden.
Een film als SOUL SURVIVORS is te vergelijken met een collectezak die aanmoedigend (en in het onderhavige geval aanmatigend) onder de neus van de toeschouwer wordt geschud, met het dwingende verzoek er een op de situatie van toepassing zijnde explicatie in te dumpen. Een echte doe-het-zelf film dus. Misschien ook is Cassie’s verwarring louter symbolisch voor iets anders: het verlaten van ouders, huis en haard; het betreden van een nieuwe, vreemde omgeving; ontluikende seksualiteit; enz. Maar na ruim tachtig minuten mystificerend, hysterisch gedoe zal dat de toeschouwer een zorg zijn. SOUL SURVIVORS is gewoon onpruimbaar pretentieuze nonsens.
Zie in dit verband de enigszins vergelijkbare film CARNIVAL OF SOULS (1962), waarin regisseur Herk Harvey, zijn scenarist John Clifford en cameraman Maurice Prather kleine, even inventieve als evocatieve wondertjes verrichtten met een budget ter grootte van een schoenveter. Het kan dus ook heel anders…
P.S.: Regisseur niet te verwarren met Stephen Carpenter, die in de jaren tachtig in samenwerking met Jeffrey Obrow genrewerk regisseerde als THE POWER, THE DORM THAT DRIPPED BLOOD en THE KINDRED.
Copyright Erique J. Rebel. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #58, voorjaar 2003.