Vermoedelijk is GODZILLA de eerste film die in drie achtereenvolgende nummers van Schokkend Nieuws aandacht heeft gekregen. Dat geeft al aan dat zelfs de normaal zo nuchtere redactie in de greep is geraakt van de Godzilla-hype.
Tegenvallende recettes, matige kritieken en verontwaardigde fans hebben niet kunnen tegenhouden dat iedereen zijn zegje over G. wil doen. GODZILLA is onontkoombaar. Het laatst lachen Roland Emmerich en Dean Devlin, die met een gemakzuchtig vervaardigd product optimaal in de belangstelling staan. Size does matter.
Wat dus te recenseren? De promotiecampagne? Die scoorde een ruime voldoende, dankzij uitgekiende teasers waar later de film omheen werd gedraaid, en een clip waarin Puff Daddy werd gekoppeld aan een monsterriff van de Godzilliaanse hardrockers Led Zeppelin. De reeds bestaande metal-meebruller van Blue Oyster Cult werd wijselijk met rust gelaten. Het concept? Een mager zesje. Een Japanse cultserie als excuus om alle Newyorkse gebouwen die na INDEPENDENCE DAY nog overeind stonden alsnog te kunnen vermorzelen. De film? Een dikke onvoldoende, zoals inmiddels tot in de Autokampioen te lezen valt. Roland Emmerich en Dean Devlin zijn de voddenrapers van de genrefilm, gemakzuchtige sprokkelaars van andermans ideeën, die vervolgens zonder een grijntje eigen inbreng en relativering worden opgeblazen tot oorsuizend amusement. In STARGATE veegden ze ondermeer 2001 en DUNE bijeen, INDEPENDENCE DAY koppelde V aan TOP GUN en THE DAY AFTER, en GODZILLA is KING KONG, verdwaald in JURASSIC PARK. Hun totale verontachtzaming van het oorsponkelijke gegeven zegt eigenlijk genoeg over hun opvattingen. Devlin en Emmerich zochten een concept met naamsbekendheid, niet een interessant uitgangspunt voor een film. GINO dus, Godzilla In Name Only.
De calculerende manier waarop hier een blockbuster is samengesteld uit de componenten van andere films, maakt dat deze GODZILLA ook als popcorn-amusement nauwelijks weg te krijgen is. Het meest schaamteloze voorbeeld van plagiaat is natuurlijk de achtervolging in Madison Square Garden, waarbij de keukenscène uit JURASSIC PARK wordt nagespeeld met Godzilla’s nakomelingen. Maar eigenlijk smaakt alles muf. De reusachtige voetafdruk is een mooi beeld, maar werd al in de KING KONG-remake van John Guillermin gebruikt. De paniekscènes lijken coupures uit Emmerichs eigen INDEPENDENCE DAY, en het team van Godzilla-bestrijders vind je in elke willekeurige B-rampenfilm. En zoals het moeilijk is om van louter kliekjes een compleet nieuw gerecht te maken, wil dit allegaartje maar geen zelfstandig verhaal worden.
Het merkwaardige aan dit alles is dat Emmerich en Devlin helemaal niet goed hebben gekeken naar wat hun voorbeelden nu werkelijk tot succesfilms maakte. King Kong is ons dierbaar doordat we gaandeweg de film van hem gaan houden, de alien blijft angstaanjagend doordat hij een superieure levensvorm vertegenwoordigt en Toho’s Godzilla is ontzagwekkend omdat hij simpelweg niet te stoppen valt. Emmerichs Godzilla leren we nooit kennen. Waar komt hij vandaan, hoe kijkt hij tegen ons mensen aan, wat zijn z’n zwakke plekken, wat vindt hij lekker? Vragen die onbeantwoord bleven doordat de makers meer geïnteresseerd waren in de gevolgen van Godzilla’s bezoek aan Amerika dan in de reden van dat bezoek. Only size mattered.
Copyright Mark van den Tempel. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Oorspronkelijk gepubliceerd in Schokkend Nieuws #37, september/oktober 1998.