Dat er in de recente reeks stripverfilmingen niet alleen superhelden schitteren, zal niet iedere bioscoopbezoeker zijn opgevallen. De uitstekende stripfilms GHOST WORLD en AMERICAN SPLENDOR richten zich net als het gelijknamige bronmateriaal op volwassen fijnproevers en werden daarom niet in de multiplexen uitgebracht.
Een roulement in het mondiale festival- en filmhuiscircuit mag dan geen recordopbrengsten genereren, beide films vonden er wel een publiek en werden er serieus genomen. Toen de Italiaanse stripfilm BABA YAGA in 1973 verscheen was een dergelijke, passende distributie nog uitgesloten. De curieuze verfilming van de in 1965 gelanceerde strip Valentina, geschreven en getekend door de Milanees Guido Crepax, zou zijn publiek daarom pas jaren later vinden. Het moet gezegd: BABA YAGA is nog steeds een geval apart, dat de cultstatus zeker waardig is. Het valt daarom toe te juichen dat de film door de Amerikaanse perfectionisten van Blue Underground op de vertrouwd voorbeeldige wijze op dvd is uitgebracht. Regisseur Corrado Farina maakte twee jaar eerder zijn speelfilmdebuut met de vreemde vampierfilm THEY HAVE CHANGED FACES/HANNO CAMBIATO FACCIA (1971) en verdween na het floppen van BABA YAGA (ook bekend als DEVIL WITCH of KISS ME KILL ME) voorgoed in het Italiaanse televisie-woud. Farina laat zich in het recente interview op de dvd niet over die keuze en de gevolgen uit, maar het is duidelijk dat zijn artistieke ambities zich bij zijn tweede en laatste film slecht tot de productionele praktijk verhielden. De door Freudiaanse psychoanalyse en de montagestijl van de Russische filmpionier Eisenstein geïnspireerde strip werd in Farina’s korte documentaire FREUD A FUMETTI (‘Freud in strip’, 1970, ook op de dvd) als een belangwekkend en revolutionair kunstwerk bewierookt. Bij de verfilming zette de regisseur daarom hoog in, maar de coproductie tussen twee kleine filmmaatschappijen in Italië en Frankrijk moest een weerslag krijgen in de rolverdeling, wat er toe leidde dat Isabelle de Funès (de dochter van Louis) de hoofdrol van de dromerige fotografe Valentina kreeg. Farina laat dertig jaar na dato zo nadrukkelijk weten dat ze om ‘niet-artistieke redenen’ werd gekozen, dat we prompt medelijden met de actrice krijgen. Tegenspeelster Carroll Baker komt er iets beter vanaf, maar was ook niet Farina’s eerste keus voor de rol van de heks Baba Yaga. Wat de regisseur voor ogen stond was de meest getrouwe reconstructie die er van Crepax’ blauwdrukken mogelijk was, met acteurs die als twee druppels water op hun papieren personages lijken en een montagestijl en cameravoering die de kaders en het ritme van Valentina nabootsen. Nadat hij Mario Bava’s DIABOLIK als een ‘amusante’ maar niet met de strip verwante film wegwuift (pardon?), Roger Vadims BARBARELLA tot bagger bestempelt (wablief?) en Joseph Losey’s MODESTY BLAISE een interessante mislukking noemt (terecht!), haast Farina zich te melden dat zijn eigen film ook niet echt geslaagd is. De twee door hem geroemde seksscènes, waarin stripkaders met zwart-witfoto’s van de acteurs worden gevuld, vormen een amusante variant op Chris Markers beroemde fotofilm LA JETÉE (1962), maar niet meer dan dat. BABA YAGA mag niet de geniale en vernieuwende stripverfilming zijn die de maker ooit voor ogen had gestaan, het is wel een aanstekelijk melancholisch curiosum. Met blote dames, nazi-nachtmerries, een duivelse sm-pop en de boomlange George Eastman (Luigi Montefiori), die later talloze projecten met Joe D’Amato deed en zich hier met een brede grijns achter het stuur van een Mini Cooper perst. Zo’n vent heeft geen computertrucs nodig om zijn publiek te verbazen. FILM *** EXTRA’S *** Di: Blue Underground (R1) Copyright Bart van der Put. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Oorspronkelijk gepubliceerd in Schokkend Nieuws #64 (2004), p 34.