RECENSIE

Suicide Circle / Jisatsu Circle(2001)

Na enkele festivalvertoningen (onder meer op ’t IFFR als SUICIDE CLUB) is er slechts her en der geschreven over Sion Sono’s JISATSU CIRCLE, waarvan de dvd met de titel SUICIDE CIRCLE (plus niet ondertitelde persconferentie) met cast en crew sinds enige tijd de ronde doet.

Men rept van genreconnecties met RINGU, KAIRO en BATTLE ROYALE en haalt wat verklaringstheorieën over de dociele Japanse volksaard uit de mottenballen. Met de recente Nippon-horrorgolf heeft Sono’s weirde maatschappijsatire in een exploitatiejasje echter weinig uit te staan, vindt ook de regisseur zelf. Deze in 1960 in Aichi geboren neo-beat poet van de Japanse dichtersunderground putte voor zijn film weliswaar sociologische inspiratie uit zijn eigen land, waar zelfmoord een plaag is, maar plukte menig idee over vormgeving, effecten en spanningsopbouw uit de Europese horror- en exploitatiefilm van het pre-grunge-tijdperk. Zo staan computers naast ouderwetse trrrííííng-telefoons met spiraalkoord, dragen politieinspecteurs ontroerend saaie seventies-confectiepakken en heeft de muziek bepaald een lage toegevoegde waarde.

Wat Sono er in interviews niet bij vertelde en ook geen recensent tot dusver opmerkte, is de bijna rechte lijn naar het werk van de eveneens Japanse censuurbreker Koji Wakamatsu, verantwoordelijk voor heftige kost als OKASARETA HAKUI/VIOLATED ANGELS (1967) en TENSHI NO KOKOTSU/ECSTACY OF THE ANGELS (1972). Niet alleen splattert SUICIDE CIRCLE er in de ouverture meteen ongegeneerd op los, de met zwartgallige humor doorspekte regie benadrukt vooral de onthechting van het jonge individu van diens innerlijke zelf en zijn door weggevallen tradities, religie en roeping ontbrekende bestaansreden.

Sono neemt ons mee naar de 26ste mei van een niet nader gespecificeerd jaar, wanneer op perron acht van het Shinjuku-metrostation even na half acht ’s avonds 54 koket geuniformeerde schoolmeisjes elkaars hand vasthouden. Een opgewekt folky riedeltje trippelt op de soundtrack, in de metrotunnel gromt een naderende exprestrein. De levende ketting telt: ‘En één, en twéé, en…’ Op de laatste tel springen ze eensgezind voor de op volle snelheid door ’t metrostation denderende trein. Bent u daar nog? Welnu, maak kennis met inspecteur Kuroda (Ishibashi, bekend van AUDITION), die met twee collegae ten tonele verschijnt en de taak heeft om het waarom van deze collectieve tienersuïcide te ontrafelen.

Even lijkt Sono zijn provocateurspad te verlaten voor een weliswaar wat straf maar toch conventioneel detectiveverhaal. De overwerkte grotestadspolitieman wordt geconfronteerd met een bizar artefact: een rol samengesteld uit rechthoekige, keurig aan elkaar genaaide lapjes huid van mensenrug. Zo’n tweehonderd verschillende ruggen, welteverstaan. Een vrouw met het pseudoniem ‘de Vleermuis’ tipt Kuroda per telefoon over een lugubere website met louter witte en rode stippen, die staan voor respectievelijk vrouwelijke en mannelijke zelfmoordenaars. Niet onbelangrijk detail: er wordt al bijgeteld vóór een nieuwe groep de dood in springt. Dan springt het gewaagde verhaal dat SUICIDE CIRCLE heet ook zelf de diepte in met curieuze zelfmoordscènes, een in een verlaten kegelbaan huizende glamrocker met Charles Manson-aspiraties, vlindertatoeages à la Shunji Iwai’s SWALLOWTAIL BUTTERFLY en het onverdraaglijke meisjesgroepje Desert (denk K3 in kinderuitvoering) dat hun monsterhit ‘Mail Me’ met subliminale boodschappen de identiteitsloze tienerwereld in stuurt.

Geheel autobiografisch zijn Sono’s ingelaste shots van met kartonnen poëzieborden demonstrerende jongeren in het hart van Tokio – hij was eind jaren negentig zelf de spil van een grote groep demonstranten die Japan wilde wijzen op zijn dwaalkoers van doorgeschoten consumptiemaatschappij waarin waardering voor het individu en contemplatie van verworven luxe vrijwel teloor is gegaan. Ergens in de film roept een schoolmeisje op een bühne: ‘Vermoord jezelf voor je iemand anders verwondt.’

Het zou wat flauw en zeker ook onwaar zijn om te beweren dat Sono’s agitprop in horrorverpakking pakweg 35 jaar over datum is; niet alleen Japan zou immers moeten worden wakkergeschud uit een collectieve verdoving van werken-consumeren-werken-consumeren. De ‘Verlicht je leven met liefde’-boodschap – voor zover te distilleren uit dit cine-cryptogram van semi-ondergrondse makelij – is vervat in aandoenlijk anachronistisch zweefkezengeleuter, weirde nevenpersonages en Italiaans aandoende bloedspetterij in optima forma. En de moorddadig geflipte glamnarcist Genesis (gespeeld door popzanger Rolly, die in Japan onder meer deelnam aan een Kiss-tribute) laat zich in het hevig mislukte deprirockertje ‘Because the Dead’ de verdacht artistieke tekstregel ontvallen ‘Ik wil mooi sterven als Jeanne d’Arc in een Robert Bresson-film’. Aan dit alles houd je als kijker logischerwijs een conflicterend indruk van waarachtigheid, exploitatie en intellectuele oplichterij over, alsmede toch een vaag déjà vu van subversief sixtieswerk als dat in voornoemde Wakamatsu’s oeuvre of in Henri-Georges Clouzots LA PRISONNIÈRE (1968).

SUICIDE CIRCLE laat er tenslotte geen misverstand over bestaan dat het einde van de wereld een hitparadedeuntje is. Dank voor dit diepe inzicht, Sono-san, want nu weten we ’t eindelijk zeker: Kabouter Plop is in werkelijkheid Bin Laden.

EXTRA’S ••

Copyright 2003 Oliver Kerkdijk. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #60, najaar 2003.

  • Titel
    Suicide Club
  • Lengte
    99 minuten
  • Regie
    Sion Sono
  • Scenario
    Sion Sono
  • Cast
    Ryo Ishibashi, Masatoshi Nagase, Mai Hosho
  • Taal
    Japanese
  • Land
    Japan
  • Trailer
Meer Horror
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.