In het jaar 2056 doen zich aan het zonne-oppervlak hevige explosies voor. De uitgestoten vuurzeeën snellen de ruimte in, verpulveren de planeten Mercurius en Venus en dreigen de aarde en haar dampkring te vernietigen.
Op vijfhonderdduizend kilometer van de aarde, op de asteroide New Trinity, werkt een ploeg wetenschappers onder leiding van commandant Steve Kelso (Matheson) koortsachtig aan de ontwikkeling van een anti-materiebom om de solaire catastrofe te keren en de aarde voor verdamping te behoeden. Op aarde is intussen de multinational IXL van tycoon Arnold Teague (Boyle) bezig groot financieel gewin te slaan uit de algehele sfeer van chaos, wanhoop en defaitisme. Teague zendt saboteurs naar New Trinity om voltooiing van de bom te verhinderen. Deze Amerikaans-Japanse coproduktie in de mega-budget klasse werd gefilmd in 1989, maar bereikte Japanse bioscopen pas in 1992. Immense post-produktionele problemen (waaronder meerdere sessies aanvullend filmwerk) ontstonden om tot een voor alle partijen bevredigende Amerikaanse bioscoopversie te komen, maar distributeurs in de VS zagen af van theater-release. Regisseur Sarafian distantieerde zich van het uiteindelijke resultaat en verschool zich achter het standaard-pseudoniem Alan Smithee; de superproduktie dreef de videotheek binnen. Nu kan de kijker thuis constateren dat de film aantrekkelijk oogt, maar anderszins de aandacht maar met moeite vasthoudt. De voornaamste reden is het onvermogen van de makers om de dreiging van de solaire crisis op enigerlei wijze in de handeling te integreren, zodat de hectische bezigheden van de wetenschappers doen denken aan het gekrioel van een kolonie insecten waarvan men zin en richting niet begrijpt. De diverse high-tech locaties zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden en de optredende karakters (die nooit lang genoeg stilstaan om ze te leren kennen) drukken zich uit in ondoorgrondelijke, zij het joviale technotalk. Over de aard van Teague’s multinational en de wijze waarop dit bedrijf denkt in te spelen op de naderende natuurramp, komt men niets te weten, zodat de vileine handel en wandel van Peter Boyle’s megalomane opportunist in een dramatisch vacuŸm komt te verkeren. Jack Palance, in een klein rolletje als een heremitische weirdo, lijkt slechts gecontracteerd ‘for the hell of it’. Intussen legt rouwdouwer admiraal ‘Skeets’ Kelso (Heston) het generatieconflict bij tussen stijfhoofdige zoon Steve en dwarse kleinzoon Mike Kelso (Nemec) en zoekt de kijker verward naar het verband tussen een en ander. Op de keper beschouwd was de apocalyptische apekool die ons met de rampenfilm-cyclus van de jaren ’70 overspoelde heel wat meer genietbaar dan deze twee uur durende eruptie van intergalactische steriliteit. ** Copyright Erique J. Rebel. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. .Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #9, p6.