DVD| Met beperkte middelen knutselt een viertal vrijetijdswetenschappers in een garage aan allerlei onduidelijke uitvindingen. Op een dag ontdekken twee van hen, Abe (Sullivan) en Aaron (gespeeld door regisseur Carruth), dat een door hen ontwikkeld apparaat merkwaardige eigenschappen aan de dag legt. Het op een supersonische vrieskist lijkende gevaarte blijkt iedere minuut van onze tijd met een factor 1300 te vermenigvuldigen.
Het duurt niet lang of de heren realiseren zich dat dit hen in staat stelt heen en weer te reizen tussen het heden en de nabije toekomst. De ontdekking wordt zorgvuldig geheim gehouden voor hun twee kompanen, evenals voor de rest van hun omgeving. Het duo begint zich voorzichtig te verrijken met effectenhandel (in de toekomst kunnen ze immers zien hoe aandelenkoersen zich ontwikkelen), maar al spoedig doet de verleiding zich voelen om de toekomst op een verdergaande manier te beïnvloeden. Kan een gehate collega op zijn nummer worden gezet of een geliefde vriendin worden ingepalmd door gebruik te maken van kennis over de dingen die komen gaan? Kan de toekomst überhaupt ongestraft gemanipuleerd worden?
‘I haven’t eaten since later this afternoon,’ zegt een van de karakters ergens in de film. De paradoxen die samenhangen met het concept van tijdreizen vormen een bekend thema uit de sciencefictionliteratuur. In een beroemd verhaal als By His Bootstraps van Robert Heinlein worden deze tegenstrijdigheden tot in de uiterste consequentie uitgespeeld. Na de vermakelijke BACK TO THE FUTURE-serie was het een tijdje stil, maar de laatste jaren wordt er ook in de bioscoop weer driftig gegoocheld met het tijd/ruimte-continuüm. Denk maar aan DONNIE DARKO, THE BUTTERFLY EFFECT of THE LAKE HOUSE… Toch is de paradox van het tijdreizen, zoals Carruth in zijn boeiende audiocommentaar uitlegt, niet het belangrijkste thema van de film. Carruth is vooral geïnteresseerd in de manier waarop het (onverwachte) bezit van een machtig en waardevol object relaties tussen mensen beïnvloedt en hun onderlinge vriendschap en vertrouwen ondermijnt. In die zin vertoont PRIMER parallellen met de korte film IN EEN KLAP van onze bloedeigen hoofdredacteur Phil van Tongeren; waar in die film een pistool alles verandert in de verhouding tussen de protagonisten, is dat in PRIMER een tijdmachine.
PRIMER werd door Carruth bijna eigenhandig in elkaar gezet met een totaalbudget van zevenduizend dollar. De film is daarmee vergelijkbaar met no budget-producties als EL MARIACHI en THE BLAIR WITCH PROJECT. In termen van financieel succes blijft PRIMER overigens ver bij deze voorbeelden achter. De film doet dan ook een zwaar beroep op het intellect van de kijker. De ellenlange techno babble tussen de vier uitvinders aan het begin is fascinerend, maar sluit het publiek buiten. En als zich de complicaties van het tijdreizen in volle omvang openbaren, duurt het niet lang of je hebt als kijker geen flauw idee meer naar welke versie van Abe en Aaron je zit te kijken – laat staan waar je nu precies zit in het verhaal.
De ingehouden, extreem intellectualistische aanpak van Carruth is op een bepaald niveau razendknap. Dankzij eindeloze repeteersessies met zijn acteurs en zijn eigen achtergrond als ingenieur heeft Carruth het milieu van über-beta’s perfect getroffen. Ook de wereld van pakweg accountants is voor veel mensen en ver-van-mijn-bed-show en kent de nodige morele dilemma’s (zo blijkt uit menig prominent boekhoudschandaal). Maar daarom wil je nog niet zeventig minuten lang mensen zien goochelen met agioreserves en vlottende activa. Carruths navelstaren werkt per saldo tegen PRIMER. Er worden morele spiegels aan de kijker voorgehouden, maar door het gebrek aan daadwerkelijke dramatiek en echt pakkende dilemma’s, hebben deze te weinig impact. Uiteindelijk verdenk ik Carruth en zijn techneutenvriendjes van goedkoop hedonisme.
Extra’s ****
Copyright: Matthijs Linnemann. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #71, najaar 2006, p31.