BIOS/Roald Dahls horrorklassieker is voor Robert Zemeckis vooral aanleiding voor een festijn van digitale effecten, maar ook in die categorie overtuigt hij niet.
De vergelijking is onvermijdelijk: Nicolas Roegs verfilming uit 1990 is een van de meest effectieve horrorfilms voor kinderen, en Anjelica Hustons opperheks een van de meest iconische schurken aller tijden. Betekent dat dat een nieuwe bewerking sowieso een slecht idee is? Niet per se. Er valt genoeg toe te voegen, en dat lijkt Zemeckis ook even te proberen.
Hij verplaatst het verhaal naar het Amerika van de jaren zestig en maakt de naamloze held (Jahzir Bruno) en zijn grootmoeder (Octavia Spencer) Afro-Amerikanen. Een keuze met relevantie: oma vertelt haar kleinzoon dat heksen altijd voor kinderen uit lagere klassen gaan, die niet gemist zullen worden. Dus zodra blijkt dat een heks de kleine jongen op het oog heeft, vertrekken ze naar een duur hotel. Daar zijn alleen rijke witte mensen, dus daar zullen ze veilig zijn. Het expliciet benadrukken van de politieke lading in griezelverhalen is in de mode. Niks subtekst! Helaas doet Zemeckis vervolgens niets met het thema. De film spreekt zichzelf zelfs tegen wanneer de heksen naar het hotel komen voor een conferentie en de witte, verwende Bruno (Codie Lei-Eastik) hun eerste slachtoffer wordt.
Hij wordt in een muis veranderd, waarna onze held hetzelfde lot krijgt. Deze heksen gaan (net als in het boek) zonder aanziens des persoons te werk: elk kind moet weg, zwart of wit, arm of rijk. Oma zat er blijkbaar naast, of er is gewoon niet goed nagedacht over hoe het sociale thema op een werkelijk intressante manier een rol zou kunnen spelen.
Ook het nieuwe plotelement dat oma een voedoepriesteres is, blijkt een doodlopende weg: ze probeert een drankje te brouwen dat de muizentransformatie ongedaan maakt, maar het mislukt. En dan is er nóg een kind dat in een muis veranderd is (stem van Kristin Chenoweth), blijkbaar alleen toegevoegd zodat er ook een meisjesmuis in de film zit, want dit personage krijgt niets te doen.
Kortom: wat Zemeckis toevoegt aan het verhaal is potentieel interessant – maar niet meer dan potentieel. De iconische momenten uit het boek – de eerste ontmoeting van de held met een heks, de opperheks die een van haar volgelingen executeert – worden in enorm tempo en zonder spanningsopbouw afgeraffeld. Waar Zemeckis vooral interesse in heeft, zijn digitale effecten: de transformatie van mens naar muis, de geanimeerde muizen zelf, de armen van de opperheks die meters lang worden. Vooral dat laatste zal voor kleine kinderen eng zijn, maar de digitale animaties ogen goedkoop. De spectaculaire slapstick-actie waarin Zemeckis zich tegen het einde verliest is bovendien te cartoonesk voor een film die tot dan toe één been in de realiteit heeft gehouden.
Wat de film zou moeten redden is Anne Hathaway als opperheks, maar haar rol is te over de top om dreigend te zijn. Er zijn twee momenten waarop ze eng is (beiden hebben met oma te maken), en dat komt vooral doordat ze zwijgt. Zodra ze haar mond opentrekt en dat gekke Scandinavisch-achtige accent laat horen, wordt ze belachelijk. Het enge aan de heksen van Dahl was dat ze voor normale vrouwen door konden gaan. Met Hathaways opperheks kun je geen gesprek hebben zonder op z’n minst te vermoeden dat ze de duivel onder een sneltoets heeft.
Distributie: Warner Brothers. Release NL: 25 november 2020. Copyright: Julius Koetsier. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende.