Hoe ver mag de wetenschap gaan om het menselijk lijden te verlichten? Het is een vraag die aan de basis ligt van talloze SF- en horrorfilms. Heiligt het doel de middelen? Meestal niet, zo leren we ook weer uit SPLICE. Maar interessanter dan de conclusie zelf, is de grillige manier waarop hij bereikt wordt.
In SPLICE zijn de biochemici Clive (Adrien Brody) en Elsa (Sarah Polley) in opdracht van een farmaceutisch bedrijf druk in de weer met genetische manipulatie. Het levert twee gedrochtelijke wezens op, waaraan op de een of andere manier een heilzaam geneesmiddel onttrokken kan worden. Maar voordat de resultaten gewikt, gewogen en diepgaand zijn geanalyseerd, is het duo alweer een stapje verder en voegt Elsa eigen DNA toe aan de genencocktail die staat te gisten in haar en Clive’s lab.
Wetenschap die op de stoel van God gaat zitten? Dat loopt sinds de schepping van het monster van Frankenstein steevast slecht af, al is het foetusachtige wezentje dat energiek door het lab huppelt eerder aandoenlijk en grappig dan angstaanjagend. Er groeit zelfs een behoorlijk mooie meid uit; met vier vingers aan elke hand en een soort kippenpoten om op te lopen. Gaandeweg ontdekken haar scheppers dat het wezen, door Elsa ‘Dren’ gedoopt (‘nerd’ achterstevoren), weliswaar veel weg heeft van een mens, maar ook over de nodige dierlijke eigenschappen en instincten beschikt. Een soort supermens eigenlijk, met alle onaangename kanten vandien. Bovendien is er nog iets dat de twee, hoe geniaal ook, over het hoofd hebben gezien: Dren is aan voortdurende transformatie onderhevig…
Kort door de bocht zou je kunnen zeggen dat regisseur en scenarist Natali het Frankensteinscenario hier heeft ‘gespliced’ met dat van THE FLY. Net als in de film van Cronenberg gooit een van de hoofdpersonen het eigen lichaam in de strijd om de wetenschap vooruit te helpen. Cronenbergs landgenoot Natali heeft echter nog meer op de agenda staan. Zo is Dren in zekere zin de vervulling van de kinderwens van het stel, want deels een kloon van Elsa. Ook wordt nadrukkelijk Elsa’s problematische jeugd erbij gesleept om de moeder-dochterverhouding tussen haar en Dren van een extra dimensie te voorzien. Het wordt allemaal nog ingewikkelder wanneer Clive dreigt te bezwijken voor Drens verleidingskunsten. Haar diep in de ogen kijkend ziet hij daar namelijk ook Elsa in terug.
Misschien heeft Natali met zijn vierde speelfilm (na CUBE, CYPHER en NOTHING) wel eenzelfde monster geschapen als zijn twee hoofdpersonen: een hybride van elementen die op een bizarre manier toch een geheel vormen. Het geeft de film, ondanks het uitgekauwde gegeven, een eigen, fascinerend verwrongen gezicht, tot Natali tegen het eind bezwijkt voor de zogenaamde noodzaak van een spectaculaire ontknoping. Dan wordt het wispelturige SPLICE op de valreep in het sjabloon van de doorsnee-monsterfilm geperst.
PS: mocht iemand zich afvragen waarom Natali zijn personages met de merkwaardige voornamen Clive en Elsa heeft opgezadeld: Colin Clive is de acteur die in FRANKENSTEIN (1931) de rol van de baron en schepper van het monster speelt; Elsa Lanchester was vier jaar later het vrouwelijke monster in BRIDE OF FRANKENSTEIN.
Di: BFD (BE: 24 februari/ NL: 16 september) Copyright Phil van Tongeren.
Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Online gepubliceerd op 10 september 2010.