Een bloeddorstige seriemoordenaar annex houtsnijwerker belandt op de elektrische stoel, waarna er van hem niets anders rest dan een houten Pinocchio-pop. De pop komt in handen van een klein meisje dat worstelt met de scheiding van haar ouders en gepest wordt op school. En voor u ‘CHILD’S PLAY 1 tot en met 3’ kunt zeggen, vallen er doden en rijst de vraag wie de dader is: pop of kind.
Het is duidelijk dat regisseur en scenarioschrijver Kevin S. Tenney, eerder verantwoordelijk voor de nauwelijks vermakelijke pulpfilms WITCHBOARD en NIGHT OF THE DEMONS, hier niet alleen een pseudo-Chucky opvoert, maar ook snel inhaakt op de nieuwe bioscoopfilm tHE ADVENTURES OF PINOCCHIO. Aanvankelijk steekt hij nog de draak met deze beproefde exploitation-truc, door een lerares in de klas Roald Dahl’s Matilda te laten voorlezen en ook Hugh Loftings Doctor Dolittle ter sprake te brengen: eerstgenoemde is net verfilmd door Danny De Vito, met een verfilming van de laatste hoopt Eddie Murphy het succes van THE NUTTY PROFESSOR voort te zetten. Maar de vette knipoog wordt al snel vervangen door een vermoeiende herhaling van de CHILD’S PLAY thematiek, waarbij weer eens blijkt dat kleine monsters zelden eng zijn, tenzij ze met honderden tegelijk worden ingezet. Zo bestaat het handjevol moorden hier uit weinig enerverende struikelpartijen en een enkele klap met een knuppel. Ondanks de slappe uitwerking lijkt Tenney tot betere dingen in staat. In tegenstelling tot de meeste pulpfilmers besteedt hij veel aandacht aan de ontwikkeling van de personages en weet hij ook zijn acteurs redelijk in de hand te houden. Maar om Tenney na een reeks slechts half geslaagde B-films een beloftevolle toekomst toe te dichten gaat te ver. Beter dan dit zal het waarschijnlijk niet meer worden. *1/2 Copyright Bart van der Put. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. .Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #27, p6.