De Spaanse filmmaker Amando de Ossorio kende veel tegenslagen in zijn loopbaan, maar een kwartet films over de wederopstanding van de kruisvaarders van de Orde der Tempeliers bracht hem eeuwige roem. En terecht, want weinig horrorfilmers slaagden erin om zulke sinistere en volstrekt originele monsters op hun publiek los te laten.
[Gezamenlijke bespreking van ‘The Blind Dead Collection]
De blinde tempeliers staan centraal in een nieuwe dvd-uitgave, die de complete sage uit de jaren zeventig eindelijk in volle glorie toont. Volgens genrefilmhistoricus Carlos Aguilar heeft de Spaanse horrorfilm drie originele creaties aan het genre toegevoegd. Met de eerste Spaanse griezelfilm GRITOS EN LA NOCHE (gegil in de nacht, 1961) introduceerde Jess Franco de diabolische dokter Orloff, LA MARCA DEL HOMBRE LOBO (het teken van de weerwolf, 1968) markeerde het debuut van Paul Naschy’s weerwolf Waldemar Daninsky en met LA NOCHE DEL TERROR CIEGO (de nacht van de blinde verschrikking, 1972) liet Amando de Ossorio zijn ondode tempeliers op de wereld los. Toen Orloff verscheen behoorde de gestoorde wetenschapper echter al tot het standaardrepertoire van horrorfilmers en ook Daninsky was niet de eerste weerwolf in de filmgeschiedenis.
Op de originaliteit van de creaturen van De Ossorio valt minder af te dingen. De uit het graf herrezen tempeliers zijn op bloed beluste, blinde en gemummificeerde ruiters die op hun gehoor afgaan om slachtoffers te lokaliseren. Spaanse producenten zagen er aanvankelijk niets in en verzochten de filmmaker om er herkenbare vampiers of zombies van te maken, waarna de regisseur zich in zijn atelier terugtrok en ze later met zijn schilderijen en poppen alsnog kon overtuigen. De Ossorio nam de fraaie trucages van het tempelierskwartet altijd voor eigen rekening en vergrootte de sinistere uitstraling van de ruiters door het geluid van de paardenhoeven te vervormen en ze meestal in slow motion te tonen. Voor dat laatste had hij een inhoudelijke verklaring: de tempeliers stammen uit de Middeleeuwen en opereren daarom in een tijd die niet synchroon loopt met de onze.
Erg consequent was de regisseur niet, want in de drie vervolgfilms zien we de ruiters soms in galop terug en worden er ook verschillende verklaringen voor hun ondode status aangedragen. In alle gevallen verwijst de mythologie echter nadrukkelijk naar de historische ridderorde van de tempeliers, die zich met de zegen van het Vaticaan in het Midden-Oosten en Europa twee eeuwen lang aan alle regels onttrok en grote macht en rijkdom verwierf, tot de Franse koning Philippe de Vierde de leden als ketters ging vervolgen. Vorig jaar figureerden ze als booswichten in het kruisvaartspektakel KINGDOM OF HEAVEN, waarbij ze als bliksemafleiders werden ingezet om de angel uit het conflict tussen christenen en moslims te halen. Met de Templarios van De Ossorio had het weinig te maken, die lijken meer sporen te hebben nagelaten in Peter Jacksons verbeelding van de monsterlijke Nazgûl in THE LORD OF THE RINGS.
VERZETSDAAD
De historische achtergrond van de kruisridders mag door een rijkdom aan curieus feitenmateriaal tot de verbeelding blijven spreken, de weg die Amando de Ossorio naar zijn monsterlijke varianten voerde heeft aan grillige kronkels ook geen gebrek. De Ossorio werd in 1918 geboren in de stad La Coruña, in Galicië dat net als de andere Noord-Spaanse provincies Baskenland en Catalonië over een eigen cultuur, taal en parlement beschikt. Het ruige Atlantische kustgebied staat bekend om de grote verscheidenheid aan lokale legendes en de prominente rol die dergelijke verhalen in het dagelijks leven en de opvoeding vervullen. Een boerenwijsheid stelt dat de moeders van Galicië hun kinderen de meest angstaanjagende verhalen vertellen om hun ogen groot te laten worden. Zo kreeg De Ossorio te horen dat de verdwijning van meerdere kinderen in de streek was toe te schrijven aan een sinistere groep steenrijke tuberculosepatiënten die met het maagdelijke bloed hun leven hoopten te verlengen. Het is een van de elementen die in de mythologie van de tempeliers zouden terugkeren.
Hoewel La Coruña over meerdere succesvolle schrijvers en kunstenaars beschikte, vielen de creatieve ambities van De Ossorio in het ouderlijk huis niet in goede aarde. Terwijl zijn vader voor hem een loopbaan in het bankwezen uitstippelde, hoopte de jonge Amando zich in de journalistiek als verteller te kunnen uitleven. Dat bleek een misvatting. De Galiciër vertrok naar Madrid, waar hij met hoorspelbewerkingen van Spaanse literaire klassiekers bij de radio furore maakte. Zijn filmambities voerden hem naar No-Do, het Spaanse equivalent van het Nederlandse Polygoon-journaal dat De Ossorio na een overname door de televisie de kans bood als regisseur aan de slag te gaan. In 1956 draaide hij zijn eerste speelfilm, die het karakter van een verzetsdaad had. LA BANDERA NEGRA (‘de zwarte vlag’) werd gefinancierd door een advocaat die zich tegen de doodstraf verzette en toont in een monoloog van anderhalf uur hoe een vader de executie van zijn onschuldige zoon probeert te voorkomen. De film werd met één acteur clandestien opgenomen. De makers kregen daarvoor een fikse boete en het zal niet verbazen dat het Franco-regime LA BANDERA NEGRA een vertoningsverbod oplegde. De regisseur noemde het later een wonder dat hij niet persoonlijk vervolgd werd, maar de affaire trok een zware wissel op zijn loopbaan.
PLEZIER
De Ossorio was trots op het experimentele karakter van zijn omstreden debuut, maar kwam als filmmaker acht jaar lang niet meer aan de bak en besloot zich daarom voortaan pragmatisch op te stellen. Met die instelling draaide hij tussen 1964 en 1984 zestien marktgerichte speelfilms, waaronder een western, een paar kinderfilms en negen fantastische films. Producenten hadden daarbij altijd het laatste woord en de regisseur berustte erin dat een gebrek aan tijd en geld het onmogelijk maakte om zijn artistieke ambities optimaal te vervullen. Zijn carrière als regisseur eindigde in 1984, in mineur. De opnamen van de zeemonsterfilm SERPIENTE DE MAR verliepen niet alleen moeizaam door het gebrek aan geld, de Amerikaanse ster-acteur Ray Milland bleek bij aankomst in Spanje ook nog eens op sterven na dood en De Ossorio zelf werd op de set door een hartinfarct getroffen. Tot zijn dood in 2001 schreef hij met alle plezier nog 23 scenario’s die hij echter nooit wilde verfilmen. Hij was er naar eigen zeggen namelijk nimmer in geslaagd om zijn gedroomde films adequaat te verwezenlijken; na het schrijven van elk scenario ging het altijd bergafwaarts.
Toch stond De Ossorio niet te boek als een verbitterd of gebroken man, net als Mario Bava werd hij geroemd om een aanstekelijk gevoel voor humor. In tegenstelling tot de Italiaan heeft hij tot zijn verbazing nog mogen meemaken dat vier van zijn onvervulde dromen door een nieuwe generatie cinefielen als een hoogtepunt in de Spaanse filmgeschiedenis worden beschouwd. Die kwalificatie zal niet door iedereen onderschreven worden. LA NOCHE DEL TERROR CIEGO (1972), EL ATAQUE DE LOS MUERTOS SIN OJOS (‘de aanval van de doden zonder ogen’,1973), EL BUQUE MALDITO (‘het vervloekte schip’, 1974) en LA NOCHE DE LAS GAVIOTAS (‘de nacht van de meeuwen’, 1975) beschikken over meerdere prachtige en gruwelijke scènes waarin van de tempeliers een overtuigend akelige dreiging uitgaat. Maar het zijn ook films waarin ouderwets machismo, acteursbijdragen van zeer uiteenlopende kwaliteit en een zichtbaar gebrek aan geld soms hun tol eisen. Die bezwaren zijn echter overkomelijk, want De Ossorio’s interesse in mythen en folklore leverde boeiende kruisbestuivingen op.
In het onevenwichtige EL BUQUE MALDITO bevinden de tempeliers zich op een spookgaljoen dat aan de legende van de Vliegende Hollander is ontleend en aan John Carpenters THE FOG (1980) doet denken. Het aan de kust van Galicië gesitueerde LA NOCHE DE LAS GAVIOTAS gaat over een dorp dat in een jaarlijks ritueel maagden aan de tempeliers offert, waarbij de ondode orde een oeroude zeegod aanbidt. De overeenkomst met The Shadow over Innsmouth van H.P. Lovecraft berust niet op toeval. De Ossorio hoopte met het vijfde deel EL NECRONOMICON DE LOS TEMPLARIOS nogmaals naar het werk van de befaamde schrijver te verwijzen, maar de film kwam niet van de grond. Dat valt te betreuren, want de regisseur mag dan nooit tevreden zijn geweest over zijn films, zijn tempeliers verdienen een ereplaats in het Pantheon der filmmonsters.
De Amerikaanse dvd-distributeur Blue Underground afficheert de in een robuuste lijkkist verpakte The Blind Dead Collection als een ‘limited definitive edition’. Dat is geen grootspraak waar het de presentatie van de vier oorspronkelijke Spaanse versies van de films betreft. In 1998 bracht concurrent Anchor Bay de eerste twee delen van het kwartet samen op één spotgoedkoop schijfje uit, maar de beeldkwaliteit liet te wensen over. De nieuwe varianten ogen en klinken subliem, al is de Engelse ondertiteling buitengewoon slordig. EL BUQUE MALDITO en LA NOCHE DE LAS GAVIOTAS bevatten een optionele Engelse nasynchronisatie, bij LA NOCHE DEL TERROR CIEGO en EL ATAQUE DE LOS MUERTOS SIN OJOS kan men naast het Spaanstalige origineel ook de ingekorte en nagesynchroniseerde Amerikaanse bioscoopversies bekijken, waarbij de beeldkwaliteit minder overtuigt. Dat is dus alleen leuk voor nostalgisch ingestelde Amerikanen, die het ronkende reclamemateriaal waarschijnlijk ook hogelijk zullen waarderen. Dolkomisch is de voor drive-in-bioscopen vervaardigde alternatieve opening van de eerste film, die onder de titel REVENGE OF THE PLANET APE (!) suggereert dat de tempeliers van de apenplaneet komen. Bij alle films zijn trailers toegevoegd.
Het bijgevoegde boekje ‘Knights of Terror’ van de Brit Nigel J. Burrell stamt uit 1995 en bood destijds nuttige informatie om censuuringrepen bij de internationale versies in kaart te brengen, maar daar lenen de dvd’s zich nu beter voor. Een bonusschijf bevat een Spaanse documentaire (25 minuten) en een interview met de regisseur (11 minuten), beide uit de oude doos en amusant, en als dvd-rom-supplement een paar slecht gescande pagina’s met een in memoriam over de regisseur uit het Britse horrorfilmblad Shivers. Het bonusmateriaal is karig en bevat geen eigen producties van de distributeur, die in het verleden veel overtuigender uitpakte en de vier films niet afzonderlijk aanbiedt. Met een verkoopprijs van 90 dollar is The Blind Dead Collection daarom alleen een aanrader voor echte liefhebbers.
Extra’s **
Copyright Bart van der Put. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #69, voorjaar 2006.