Found footage is uit, point of view is in. Althans, dat lijkt de conclusie die kan worden getrokken uit de programmering van de onlangs plaatsgevonden editie van filmfestival Imagine. HARDCORE HENRY, PANDEMIC en JERUZALEM lijken te duiden op een nieuwe trend.
In alle drie de films zien we gebeurtenissen vanuit de eerste persoon. De stijlvorm staat overigens niet geheel haaks op die van found footage; het verschil zit hem in de wijze waarop hij wordt toegepast. Bij found footage komt er doorgaans een videocamera aan te pas, gehanteerd door een van de personages die daarvoor (hopelijk) een goede reden heeft. Bij het gebruik van point of view is een dergelijke interne logica minder gebruikelijk. Dat we alles in HARDCORE HENRY door de ogen van de titelfiguur zien, heeft enkel te maken met esthetiek. Een leuke gimmick voor de kijker, maar in de context van de film wordt er geen verklaring voor geboden.
De point of view-horrorfilm JERUZALEM weet een aardige tussenvorm te vinden. De reden dat we de vakantieperikelen van de joods-Amerikaanse meisjes Rachel en Sarah in Israël in first person kunnen volgen, is dat Sarah permanent rondloopt met Google Glass. Naast het maken van filmopnamen biedt dit apparaatje allerlei praktische mogelijkheden als skypen met het thuisfront en digitale gezichtsherkenning van mensen op straat. Best handig wanneer je in Jeruzalem ineens geconfronteerd wordt met een uitbraak van gevleugelde demonen. Toch blijft het apart dat in aanloop naar deze onalledaagse toestanden vrijwel niemand aan Sarah vraagt: “Wat heb jij nou op je hoofd?”
Verreweg het beste aspect aan JERUZALEM is de locatie waarnaar de film werd vernoemd, en dan vooral het oude stadsdeel dat als voornaamste decor dient. De moderne blik van de Google Glass constrasteert aangenaam met de eeuwenoude stadsmuren en smalle straatjes. Het zorgt regelmatig voor een lekker desoriënterend effect. Het is zo effectief dat je er bijna door zou vergeten dat de twee jongedames zich wel erg makkelijk door een zojuist ontmoete landgenoot laten overtuigen hun geplande vakantie in Tel Aviv te verruilen voor een bezoek aan de heilige stad. Ach ja, het blijven Amerikaanse toeristen. Gelukkig verandert de film daarmee niet in een verkapte reclamefolder. Zo merkt een bewoner van Jeruzalem in de film droogje op dat het een lokale traditie is elkaar af te maken.
Ook prijzenswaardig is dat het vrij bekende Jeruzalemsyndroom zijdelings wordt benoemd, maar niet uitgebreid wordt toegelicht. Daar hebben we immers Louis Theroux voor.
Dat zijn opstekers, maar die zijn helaas niet voldoende om JERUZALEM van de middelmaat te redden. Uiteraard zorgt een beet van de gevleugelde demonen voor besmettingsgevaar, wat het centrale groepje overlevers er niet van weerhoudt iemand op sleeptouw te nemen die vroeg of laat een gevaar voor de rest zal vormen. Als er dan nog niet genoeg clichés zijn afgevinkt, wordt er even een traditioneel miniplotje over rouwverwerking toegevoegd. Zelfs de enigszins originele esthetiek wordt gaandeweg steeds meer te grabbel gegooid aan flauwe schrikmomenten. JERUZALEM mag dan een Israëlische productie zijn; voor wie niet beter weet, oogt en klinkt hij als het type horrorfilm waarvan Hollywood er maandelijks dertien in een dozijn stopt.
Distributie: Splendid. Release: 28 april 2015. Copyright: Thierry Verhoeven. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Online gepubliceerd op 15 mei 2016.