In het Amerikaanse zuiden waar de films van Jeff Nichols zich afspelen, is het altijd al broeierig geweest. In MIDNIGHT SPECIAL slaat die broeierigheid halverwege om in klassieke sciencefiction.
Midnight Special: de uitdrukking verwijst naar een lange reis door de nacht, maar doet natuurlijk ook denken aan het type film dat om middernacht wordt vertoond. Je kunt ervan op aan dat er daarin altijd iets onverklaarbaars en/of onoorbaars aan de hand zal zijn. De kracht van MIDNIGHT SPECIAL, de openingsfilm van het Imagine Film Festival dit jaar, is dat de informatie over wát er precies aan de hand is heel zorgvuldig en geleidelijk aan de kijker wordt onthuld.
Op de televisie gaat het over de ontvoering van een jongetje (Jaeden Lieberher) door ene Roy (Michael Shannon, Nichols’ muze). De kleine Alton Meyer is totaal niet bang voor Roy, maar er is wel iets anders aan de hand met het jochie. Hij draagt een koptelefoon en een zwembril, en elke avond worden de ramen van zijn kamer met karton beplakt. Alton blijkt ontsnapt uit een religieuze sekte waar de preken bestaan uit mysterieuze getallenreeksen. Ook de regering is geïnteresseerd in de jongen – vooral Paul Sevier (Adam Driver) wil hem heel graag spreken.
Jeff Nichols (SHOTGUN STORIES, MUD en TAKE SHELTER) is een zelfverzekerde regisseur en dat toont hij ook hier weer: auto’s ronken door de nacht, de setting is zoals altijd scherp getekend, de dialoog is tot het minimum beperkt. Hij weet heel lang precies de goede toon te houden tussen verwondering en het alledaagse. Alton is bijzonder en vreemd, maar hij leest ook graag Supermanstrips bij het licht van zijn zaklantaarn. Hij kan wonderbaarlijke dingen, maar uiteindelijk moeten de mensen die hem beschermen met oud karton en plakband aan de slag. En al lijkt hij een lief joch, hij blijkt ook nogal destructief te kunnen zijn.
Het probleem met films die hoofdzakelijk draaien om een groot mysterie, is dat er na de onthulling vaak weinig overblijft. We zullen niet verklappen wie of wat Alton precies is, of wat er gebeurt op het tijdstip en de plaats waarnaar ze onderweg zijn, maar de ontknoping blijkt de opbouw niet helemaal waard. De zorgvuldige toonbalans raakt Nichols gaandeweg kwijt. Het einde is te lang, te zweverig en grijpt naar een soort Spielbergiaans sentiment waarvoor Nichols eigenlijk een te afstandelijke regisseur is.
Jammer. De film is een interessante toevoeging aan een intrigerend oeuvre, maar expliciete sciencefiction is Nichols’ fort niet. Een horrorfilm wellicht? Met Michael Shannon als zuidelijke vampier? Het is maar een ideetje. Zijn volgende film is al af: een interraciaal liefdesdrama getiteld LOVING. Mét Michael Shannon, dat dan weer wel.
Distributeur: Warner Bros. NL 12 mei 2016. Copyright Hedwig van Driel. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Online gepubliceerd 11 mei 2016