Charles Perrault, auteur van Histoires et Contes du Temps Passé, avec des Moralités: Contes de Ma Mère l’Oye (1697), bij ons bekend als Sprookjes van Moeder de Gans, schreef eens: ‘Een sprookje is een fantastische vertelling met een kristalheldere, universeel verstaanbare moraal. Een sprookje is een lichthartig leerstuk’.
‘Sjakie en de Bonestaak’, een sprookje van Oudgermaanse origine, is zo’n leerstuk met een universeel verstaanbare moraal. Maar dat is niet wat de makers van JACK AND THE BEANSTALK voor de kijker in petto hebben: zij presenteren deze vertelling als gebaseerd op ware feiten – based on a real-life incident, zoals we dat op de credits van talloze volmaakt vergeetwaardige TV-films kunnen lezen. Met deze eigenaardige, kapitale blunder laten zij de generische kenmerken van het sprookje ver achter zich en wat we – in de context van zelfverkozen realiteit – overhouden is zo aanstootgevend ongeloofwaardig dat die kristalheldere moraal, waarover Perrault ’t had, reddeloos verdrinkt. Men weet waarlijk niet wat men moet denken van een tweedelige TV-film over een spijkerharde projectontwikkelaar/zakenman, Jack Robinson (Modine), die ontdekt dat het familiefortuin van oorsprong is gebaseerd op een in 1611 door zijn voorouders gepleegd misdrijf, en hemel en aarde beweegt om dit onrecht uit de wereld te helpen omdat hij met die smet op zijn blazoen niet kan en wil leven! Getekend naar het leven, dus. Precies zoals wij ons de handel en wandel van een projectontwikkelaar voorstellen. . Terwijl ’t met het realiteitsgehalte bedroevend is gesteld, sprokkelen de makers elementen uit het oorspronkelijke sprookje bijeen om hun real-life incident te omfloersen met precies die fantastische atmosfeer, die zij met hun claim aan het begin van de film hebben tenietgedaan: een gans, die gouden eieren legt; een paradijs van harmonie en overvloed aan het einde van de magische bonestaak; reuzen; wonderlijke wezens (zie de credit voor visuele effecten), enz. enz. Dit alles aangevuld met CGI-landschappen zo etherisch dat ze de toeschouwer eerder vervreemden dan bij de handeling betrekken. Verwarrend genoeg doet ook SF-hardware in de vorm van teletransporters z’n intrede. Zo werkt JACK AND THE BEANSTALK noch als verfilming van een real-life incident noch als sprookje/fantastische vertelling en valt de film met een daverende klap tussen twee stoelen in. Hierdoor blijft het tevens onduidelijk op welke doelgroep deze productie van Hallmark Entertainment is gericht. Intussen kan de kijker constateren dat 181 minuten een hele zit is. Ik teken voor de ongecompliceerde kolder van Bud Abbott en Lou Costello in JACK AND THE BEANSTALK (Jean Yarbrough, 1951). Niet de beste film van het duo, maar je wist tenminste waar ’t over ging. *1/2 Copyright Erique J. Rebel. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. .Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #56, p30.