Zelfs op papier kan deze horror-musical er onmogelijk leuk uit hebben gezien: twee tieners raken, op weg naar naar een Halloween-party, verzeild in het kasteel van Dr. Frankenstein.
Behalve de onvermijdelijke bochelaar Igor bevinden zich daar verder nog graaf Vladimir Dracula en diens jaloerse echtgenote, weerwolf Wolfgang (‘Wolfy’) en diens bezorgde moeder, een gladde impresario, een gemummificeerde Elvis Presley en drie sexy danseressen. En natuurlijk een monster van Frankenstein dat nog een goed stel hersenen ontbeert. Elk van deze freaks heeft zo zijn eigen reden om één van de twee tieners, die voor de gelegenheid zijn uitgedost als Romeo en Julia, te begeren. Na een nacht vol zogenaamd doldwaze verwikkelingen weet het jonge stel toch nog ongedeerd het kasteel te verlaten.
FRANKENSTEIN SINGS is een onwaarschijnlijk slappe ripoff van THE ROCKY HORROR (PICTURE) SHOW, waarin de plank voortdurend wordt misgeslagen. De humor van Mel Brooks is Oscar-materiaal in vergelijking met de ongein die hier de revu passeert. Bovendien ziet de film er qua kleur en art direction ook nog eens erbarmelijk uit, en is het camerawerk van een zelden vertoonde saaiheid. Twee opmerkelijke feitjes: John Waters-coryfee Mink Stole doet haar uiterste best om iets te maken van de rol van de moeder van de weerwolf, en one-hit-wonder Bobby Pickett – wiens ‘Monster Mash’ tot twee keer toe ten gehore wordt gebracht – vertolkt niet alleen de rol van Dr. Frankenstein, maar was tevens mede verantwoordelijk voor het toneelstuk waarop dit gedrocht gebaseerd is.Â
Copyright Jan Doense. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #29, april/mei 1997.