RECENSIE
VHS

Basket Case(1982)

Het spreekt haast vanzelf dat de top der cultfilmwereld door een vreemd volkje wordt bezet. Je vindt er David Lynch en David Cronenberg, Alejandro Jodorowsky en Shinya ‘TETSUO‘ Tsukamoto, Dario Argento en John Waters. Een absoluut heer en meester in dit heterogene gezelschap aanwijzen is onmogelijk, maar als een gevarieerd Ïuvre met een constant gekte-peil de toetssteen is, dan is Frank Henenlotter een belangrijk troonpretendent.

[Gezamenlijke bespreking van BASKET CASE, BASKET CASE 2 en BASKET CASE 3: THE PROGENY]

Henenlotters films handelen over gestoorde persoonlijkheden die op zoek zijn naar het geluk. Dat zij al doende steevast de meest verschrikkelijke gruweldaden begaan, maakt hen tot hilarische culthelden.

In 1988 maakte Henenlotter de ultieme anti-drugsfilm BRAIN DAMAGE en in ’90 zijn love story en handleiding voor lonely hearts, FRANKENHOOKER (‘hoe bouw ik een vriendin’). En dan is er BASKET CASE. Zijn low-budget debuut uit 1982 bouwde hij door de jaren heen uit tot een trilogie en het werd een meesterwerk van de bizarre film.

BASKET CASE vertelt het levensverhaal van Duane Bradley, een jongen met een ernstige vorm van gespleten persoonlijkheid.

In de eerste film neemt Duane zijn intrek in een groezelig hotelletje aan het New Yorkse Times Square. Hij trekt de aandacht van de residente hoeren, pooiers en ander uitschot doordat hij voortdurend een grote rieten mand met zich meesleept. ‘What’s in the basket?’ is steevast de vraag, maar hij ontwijkt het antwoord. Wanneer een nieuwsgierige hotelgast het deksel oplicht, vliegt ‘what’s in the basket’ hem naar de strot. Het blijkt Belial te zijn, Duane’s mismaakte broertje. Ooit waren zij een gelukkige Siamese tweeling, maar ze werden wreed gescheiden, omdat pa de ‘freak’ niet langer kon aanzien. Belial werd bij het vuilnis gezet, maar stierf niet. ‘He only got stronger.’ Toegegeven, Belial is moeders mooiste niet. In de genre-pers is hij wel omschreven als ‘een veelgebruikt stuk kneedgum met tanden’ en ‘een knoestige, tot pulp geslagen octopus’.

Het tweetal zint op wraak en één voor één krijgen de verantwoordelijke chirurgen een bezoekje. Maar met deze probleempjes uit de weg geruimd, ligt er een ander op de loer, dat zich ontwikkelt tot het hoofdthema van de reeks. Duane wordt verliefd op een meisje en voelt dat hij zich moet losmaken van zijn broer om een normaal leven te kunnen leiden.

Tenslotte komt het tot een geweldadige confrontatie tussen de twee wanneer Belial zijn broers meisje verkracht. Vechtend vallen ze uit een hotelraam, en slaan op het cement beneden te pletter.

BASKET CASE 2 maakt een sprong in de tijd. Het tweetal blijkt de val op miraculeuze wijze overleefd te hebben en is ondergedoken in het huis van Granny Ruth. Ruth Smoller is een vrouw met een duister verleden. De boulevardpers noemde haar ooit Doctor Freak, ‘a missionary for freak-rights; she gave birth to a boy with eleven arms’. Zij heeft zich uit de samenleving teruggetrokken, maar niet zonder een complete collectie ‘unique individuals’ rond zich te hebben verzameld waarover zij zich als een professionele hulpverlener ontfermt. (Belial adviseert zij bijvoorbeeld: ‘Ripping the faces off people may not be in your best interest’.)

Duane wordt, vier jaar na zijn wanhoopsdaad, nog steeds door twijfels verteerd. Hij vindt dat hij als normaal mens niet bij de freaks hoort en hij is verliefd op de ogenschijnlijk normale Susan (Heather Rattray). Bovendien heeft Belial op zijn beurt een liefje gevonden in zijn vrouwelijke evenbeeld Eve en voelt Duane zich overbodig. Ook in dit tweede deel bepalen sex en geweld de apotheose. Tijdens een feestje in het ‘house of freaks’ slaan de telepathisch verbonden gebroeders Bradley met hun vriendinnen aan het vrijen. Belial bereikt met zijn gewroet een nieuw dieptepunt van wansmaak op het witte doek, terwijl Duane voorzichtig en teder zijn Susan benadert en daarmee minder succes heeft. Volkomen van de kook weet hij maar één oplossing voor zijn schizofrenie, te mooi om hier te verklappen. Hij luidt de film uit met een triomfantelijk ‘Granny, it’s okay. We’re together again.’.

In BASKET CASE 3: THE PROGENY zijn de zaken nog duidelijker geworden. Duane is nu volslagen knettergek en hij mag pas uit zijn dwangbuis als hij vrede sluit met zijn broer. Die laatste is wel te vermurwen. Hij is per slot van rekening aankomend vader, want zijn daverende sex met Eve heeft haar buitengewoon zwanger gemaakt.

Granny laadt al haar freaks in een oude schoolbus voor een reisje naar Uncle Hal, de aangewezen verloskundige. Om de sfeer erin te houden wordt er onderweg lekker meegezongen met het lied ‘Personality’. Na de nodige complicaties bevalt Eve van twaalf kleine monstertjes. ‘You’re gonna need a bigger baaasket’, kraait Granny.

Duane ontdekt een nieuw vriendinnetje in Opal, de dochter van de plaatselijke sheriff, maar achter haar lieve-meisjesfacade blijkt zij een sadomasochistische verraadster. Ze sluit Duane op in een van haar vaders cellen en stuurt de plaatselijke arm der wet op de freaks af. In de daarop volgende schietpartijen sterven Eve en Opal en kidnapt de sheriff het kroost. Dit is voor een pisnijdige Granny Ruth het sein om de oorlog te verklaren aan de gewone mensheid.

Belial, ook getroffen door een kogel van de sheriff, wordt opgelapt door Duane en Little Hal, een enorme vleeshomp met elf armen en een verbazingwekkend normaal hoofd. In een knutselkwartiertje zoals we dat nog kennen van The A-Team, bouwen zij Belial om tot iets dat nog het meeste lijkt op Sigourney Weaver in de finale van ALIENS. De broers vechten nu niet meer tegen elkaar, maar zij aan zij tegen de rest van de wereld en ze komen triomferend uit de strijd.

Wie is normaal en wanneer heb je het recht een ander abnormaal te noemen? Henenlotter laat geen gelegenheid onbenut om ons deze vraag voor te houden. En telkens weer schreeuwt zijn eigen antwoord ons in het gezicht: aan iedereen is wel een steekje los en hoe normaler iemand eruit ziet, hoe kwaadaardiger zijn gekte kan zijn. Het ‘gabba gabba, we accept you, one of us’ uit Tod Browning’s FREAKS (1932) klinkt duidelijk door in Henenlotter’s films, waarvan gegeven, plot èn personages van waanzin doortrokken zijn.

Het zal wel geen bewogen idealisme, maar een toepasselijke vlaag van verstandsverbijstering geweest zijn, die Mega Video Entertainment ertoe bracht de BASKET CASE-trilogie in één keer op huurvideo uit te brengen.

De films bevatten ruime porties gore die, te zamen met de schaamteloos melige humor garant staan voor publiekssucces, zou je zo denken. Maar bij de eenmalige Nederlandse bioscoopvertoning tijdens het Weekend of Terror Part IX werden BC 2 en 3 slecht ontvangen. De samenstellers van het programma breken zich nog steeds het hoofd over de vraag waar dat aan lag. Eisen deze films teveel van de toeschouwers of is het publiek van het WoT zodanig van samenstelling veranderd, dat je het tegenwoordig alleen nog maar met rechttoe, rechtaan splatter kunt bevredigen?

Hoe het ook zij, voor mij is het een uitgemaakte zaak dat dit epos over schizofrenie, wraak en freak-rights thuishoort bij de klassieken, ergens tussen de Marx Brothers’ DUCK SOUP (1933) en Jim Muro’s STREET TRASH (1987).

Copyright Bart Oosterhoorn. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #1, juni 1992.

© Bart Oosterhoorn
1 juni 1992
  • Titel
    Basket Case
  • Lengte
    91 minuten
  • Regie
    Frank Henenlotter
  • Scenario
    Frank Henenlotter
  • Cast
    Kevin VanHentenryck, Terri Susan Smith, Beverly Bonner
  • Taal
    English
  • Land
    United States
  • Trailer
Meer Horror
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.