RECENSIE

THE STAND(1994)

In 1978 verscheen Stephen King’s epische reisverhaal The Stand in een door de uitgever danig ingekorte versie. Ondanks het ontbreken van zo’n driehonderd pagina’s verwierf het boek de hoogste plaats in King’s imposante verkooplijst.

Mede daardoor ging de uitgever drie jaar geleden alsnog voor de King overstag en kwam er een complete & uncut editie van het boek uit. Fans konden een aanzienlijke verbetering in ’s mans meesterwerk bespeuren; de reeds bekende karakters werden verder uitgediept, een aantal nieuwe personages geintroduceerd en het verhaal kreeg een bevredigender einde. De vernieuwde versie van The Stand was voor mij een onbetwist hoogtepunt in King’s even omvangrijke als wisselvallige oeuvre. Voor wie het boek niet las (schaam u!); in The Stand sterft 99,4 procent van de wereldbevolking aan een gemuteerd griepvirus dat uit een laboratorium ontsnapt. De overlevenden hebben allen dezelfde droom over de 108 jaar oude negerin Mother Abagail, die hen zal leiden in de strijd tegen Randall Flagg, een slechterik met satanische trekjes en bovennatuurlijke krachten. In een wereld bezaaid met rottende lijken, trekken de goeden naar Mother Abagail in Colorado en de slechten naar Las Vegas, waar Flagg een leger opbouwt dat de restanten van de beschaving moet veroveren. Vanaf de eerste druk van het boek werd er druk gespeculeerd over een verfilming. Lange tijd leek het erop dat George Romero de regie zou voeren, maar zijn plannen voor een vier uur durende bioscoopfilm liepen spaak. Na het commerciële succes van de King tv-miniseries It en The Tommyknockers is hier dan eindelijk de verfilming van The Stand, in de vorm van een zes uur durende tv-serie. Na verschillende mislukte pogingen van King en Rospo Pallenberg om het boek tot een hecht scenario te bewerken, is het alsnog de auteur geworden die zijn eigen werk naar tv-jargon mocht vertalen. Het is dan ook bijzonder vreemd te moeten constateren dat the man from Maine alle voor de herdruk in ere herstelde omissies opnieuw uit zijn verhaal verwijderde. Natuurlijk moesten er uit een boek van 1141 pagina’s minder belangrijke personages sneuvelen, maar was het ook echt nodig om terug te keren naar het flauwe einde van de eerste versie? .Mick Garris, die eerder het King-scenario voor SLEEPWALKERS verfilmde, voerde de regie over deze teleurstellende miniserie en zag daarbij kans de engste passages uit het boek van elke spanning te ontdoen. Wie The Stand zegt, zegt the Lincoln Tunnel. Omdat drie miljoen rottende lijken het leven in New York onmogelijk maken, ontsnappen twee overlevenden aan de bedorven geur van de stad door zich via de Lincoln Tunnel naar de overkant van de Hudson rivier te begeven. King’s beschrijving van hun onderaardse tocht behoort tot de huiveringwekkendste passages uit zijn oeuvre, maar onder Garris’ futloze regie blijft er van de scène niets over. Daarnaast zorgen budgettaire beperkingen ervoor dat de omvang van de massale sterfte slechts af en toe zichtbaar wordt. Voortdurend bekroop me het gevoel dat Romero het allemaal veel beklemmender in beeld had kunnen brengen. Waar King in het boek de tijd nam om de religieuze aspekten van zijn verhaal te relativeren, wordt de bijbelse ondertoon in de serie alleen maar versterkt. Nog ergerlijker is de typisch Amerikaanse borstklopperij die zich van de overlevenden meester maakt. Garris’ gaat hierbij zover dat hij de volledige cast van good guys het Amerikaanse volkslied laat zingen, van de eerste regel tot en met de laatste. In een boek is zoiets nog te verdragen maar in een film zou één regel volstaan. Tegen het einde ontpopt Garris zich zelfs als een bewonderaar van de beroemde Ron & Nancy-commercial, een ongelooflijk kitscherig filmpje over family values en huwelijksgeluk, dat ervoor zorgde dat Reagan voor vier jaar als president terugkeerde. Na een massale sterfte als gevolg van duister regeringsbeleid zit ik niet te wachten op een terugkeer van Reagan’s foute dogma’s. Maar ik ben dan ook geen Amerikaan. Ik ben King-fan en wederom teleurgesteld. Daar kunnen de redelijk geslaagde keuze van de acteurs en de cameos van Joe Bob Briggs, Sam Raimi, John Landis en de King zelf niets meer aan veranderen. Zeker niet wanneer de cruciale rol van de duivelse Randall Flagg door Jamey Sheridan gespeeld wordt, een acteur met het uiterlijk van een gelikte country-zanger die in plaats van angst lachlust opwekt. De vertaler van THE STAND zorgt overigens voor de grootste lachsalvo’s; wanneer een muzikant zegt: ‘maybe I overspent my advance a little’, lezen we op de ondertitels: ‘Elvis heeft mijn voorschot uitgegeven.’ THE STAND is dood, maar the King leeft!. Copyright Bart van der Put. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. .Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #13, p9.

27 april 2011
  • Titel
    The Stand
  • Lengte
    361 minuten
  • Cast
    Gary Sinise, Molly Ringwald, Jamey Sheridan
  • Taal
    English
  • Land
    United States
Meer Fantasy
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments
Advertentie

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.