Een forse man was hij, een peinzende blik in de ogen, de snor van een herbergier en de handen van een mijnwerker. Het is moeilijk te geloven dat de in 1912 in Pilsen, Tsjechoslowakije geboren Jir’ Trnka de geestelijke vader was van enkele van de meest delicate en feeërieke Balkan-poppenanimaties uit de filmhistorie, ja, dat hij zijn figuurtjes inclusief de kostuumpjes vaak zelf vervaardigde.
In de twaalf minuten korte documentaire Jir’ Trnka: Puppet Animation Master, die naast een selectie uit Trnka’s werk, te vinden is op THE PUPPET FILMS OF JIRI TRNKA, zien we de zwijgzame Tsjech aan het schetsen in zijn atelier. Het is een archaisch sprookjesland, hoofdrolspelers uit Trnka’s filmpjes staan er broederlijk en zusterlijk naast elkaar. De wonderlijke coulisse herinnerde me aan een recent televisiefragment waarin een klein Vlaams meisje antwoord gaf op de vraag ‘Wat doen tuinkabouters eigenlijk?’ ‘Ze wachten’, zei het meisje zelfverzekerd; ‘Ze wachten tot het donker wordt en de mensen slapen, en dan doen ze waar ze zelf zin in hebben.’ Heel logisch, en zo salueert Trnka’s titelfiguurtje (met fles Cognac) uit de Jaroslav Hasek-adaptatie OSUDY DOBREHO VOJAKA SVEJKOVA/DE BRAVE SOLDAAT SVEJK (1955) zijn schepper alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Jir’ Trnka was eerst en vooral poppenanimator, maar ontwierp in zijn korte carrière ook kostuums en theatersets, was schilder, dagbladcartoonist en boekillustrator, houtsnijder en beeldhouwer. Onder een regime dat weinig ophad met individualisme en kritische noten uit kunstenaarskringen kon Trnka zich in zijn relatief veilige wereld van sprookjes en folklore dankzij de poppenanimatie artistiek ontwikkelen. Toch verwerkte hij in zijn veelal literaire adaptaties en zelfgeschreven scenario’s een subtiel commentaar op totalitarisme en de toenemende technocratische kilheid in de maatschappij van de twintigste eeuw. In zijn laatste film RUKA/THE HAND (1965) vertelt hij het droevige verhaal van een mannetje dat een mooie bloempot voor zijn favoriete bloem wil maken maar door een grote, steeds dreigender aanwezige hand wordt gedwongen om het ‘portret’ van de hand te beeldhouwen. Dit viel slecht bij de Tsjechoslowaakse cultuurpolitie en het filmpje kwam op de zwarte lijst. Het staat echter als sluitstuk in al zijn oorspronkelijke schoonheid op de Rembrandt Films-/Image-dvd. Hoofdgerecht op dit schijfje is het Hans Christian Andersen-sprookje CISARUV SLAVêK/THE EMPEROR’S NIGHTINGALE (1948), dat hier in de gerestaureerde Engelstalige versie – verteller: Boris Karloff – te savoureren valt. In deze raamvertelling krijgt een jongetje van zijn vader, die altijd op reis is, per post uit China een mechanische nachtegaal, zodat hij gezelschap heeft. Zodra de vogel begint te fluiten, raakt het jongetje in een droomtoestand en verplaatst de handeling zich naar het Verre Oosten. Van het live-action-raamwerk naar het eigenlijke sprookje in poppenanimatie blijkt voor Trnka maar een kabouterstap, en het lieve verhaaltje met zijn mooie kleuren en fijnzinnig gestileerde decors betovert vanaf de openingsscène. Geheel natuurlijk voegt zich de overduidelijk Slavische muziek van V‡clav Trojan in de Oriëntaalse paleissfeer van een Deens sprookje. Behalve het Andersen-sprookje, RUKA en de korte docu staan op deze dvd van 156 minuten nog de filmpjes ROMAN S BASOU/STORY OF THE BASS CELLO (1949; naar Anton Tsjechov), ARIE PRERIE/SONG OF THE PRAIRIE (1949; westernparodie), VESEL CIRKUS/THE MERRY CIRCUS (1950; animatie met uitgeknipte papierfiguurtjes) en het door Betislav Pojar geregisseerde O SKLENICKU VIC/A DROP TOO MUCH (1953; art direction Trnka). Het laatste filmpje vertelt van een motorrijder die, onderweg naar zijn vriendinnetje, in een herberg stopt en wat glaasjes teveel aanneemt van het aanwezige bruiloftsgezelschap. De boodschap is duidelijk in dit ‘nul promille in het verkeer’-verhaaltje: het vriendinnetje zal haar motorrijder nooit meer welkom kunnen zoenen. Het is te hopen dat deze dvd van Rembrandt Films en Image een broertje krijgt. Wie bekend is met de prachtige fantastiek van KYBERNETICKA BABICKA / CYBERNETIC GRANNY (1961) of het mooie ARCHANDEL A PANI HUSA/ARCHANGEL GABRIEL AND MISTRESS GOOSE (1964) kent, zal dat beamen. Wie weet, misschien komen ook zijn ridderverhaal BAJAJA/BAYAYA (1950) of de Soldaat Svejk-filmpjes in de toekomst uit de archieven tevoorschijn. Jiri Trnka stierf in 1969 in Praag, een rijk oeuvre achterlatend. Zonder compromissen combineerde hij ambacht met kunst, ging respectvol om met fantastische volksverhalen, vertelde universele sprookjes met een meerwaarde zonder in simplistische kitsch te vervallen. Hij bewees dat originaliteit zich onder de meest ontmoedigende omstandigheden doorzet, dat je poppetjes in de wereldliteratuur kunt laten rondwandelen en via hen diepe emoties kunt transporteren. Dat we dit moois alleen via een Amerikaanse dvd tot ons kunnen nemen zegt helaas weer veel over de aandacht in Europa voor het levend houden van de eigen filmculturele historie. RUKA / THE HAND **** OVERIGE FILMS *** EXTRA’S **1/2 Copyright Oliver Kerkdijk. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. .Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #52, p29.