In een zomer gedomineerd door sequels en threequels zijn er weinig monsterproducties die aan het auditieve en visuele geweld van het derde luik in de PIRATES-franchise kunnen tippen. Groter is niet altijd beter, maar ondergetekende kan zijn enthousiasme voor deze cinematografische rollercoaster amper verbergen.
Dat de eerste PIRATES-film, THE CURSE OF THE BLACK PEARL, een commercieel en kritisch succes werd, mag op zich een klein mirakel genoemd worden. Het verhaal, weinig meer dan een uit een pulpromannetje geleende rode draad, werd opgesmukt met fantastische effecten, indrukwekkende sets en een onvergetelijke Johnny Depp, wiens Captain Jack Sparrow het weinig succesvolle piratengenre eigenhandig heruitvond. Dat de film überhaupt werkt heeft dan ook bijna alles met zijn eigenaardige vertolking te maken en staat haaks op wat de producenten bij Disney destijds in gedachten hadden. Bij de twee vervolgfilms, DEAD MAN’S CHEST en AT WORLD’S END, liggen de zaken iets anders. Depps Sparrow is ondertussen een icoon geworden. Zijn Indiana Jones voor het derde millennium is tot het hart van de popcultuur doorgestoten en gaf de schrijvers, Ted Elliott en Terry Rossio, de onmogelijke taak om het personage boeiend, fris en toch herkenbaar te houden. Of ze daar in zijn geslaagd, is een vraag die het bioscooppubliek verdeelt. De PIRATES-reeks lijkt hetzelfde lot beschoren als THE MATRIX RELOADED en REVOLUTIONS, sequels wier ambitie de kwaliteit overstijgt.
Toch is AT WORLD’S END allerminst een flop. Wie zich kostelijk amuseerde met de cartooneske grappen en grollen in DEAD MAN’S CHEST, genoot van de spectaculaire knokpartijen met het zeemonster de Kraken en de ogen niet kon afwenden van Davy Jones en zijn CGI-crew, zal zich ook hier weer bijna drie uur lang moeiteloos onderdompelen in de door bovennatuurlijke wezens bevolkte piratenwereld. Regisseur Gore Verbinski levert met dit derde titanenwerk een complexe, ambitieuze en technisch superieure zomerfilm af, waarin de vele verhaallijnen op een haartje na in een onontwarbaar kluwen verstrikt dreigen te raken en de ontelbare personages en motieven het hoofd doen tollen. Toch is het te eenvoudig om de film het label ‘moeilijk te volgen’ op te plakken. Wie bereid is zich te laten meevoeren naar Verbinski’s universum, ontdekt een complexe avonturenfilm waarin de personages allemaal een eigen agenda hebben en elkaar voortdurend verraden.
In dit derde deel gaan Will, Elizabeth, de waarzegster Tia Dalma, de overlevende crew van de Black Pearl en de uit de dood herrezen Barbossa op zoek naar de door de Kraken verzwolgen Jack Sparrow. Die bevindt zich in een soort desolaat vagevuur waar zijn krankzinnigheid alleen maar toeneemt. Gered uit de oneindigheid van Davy Jones’ Locker (de laatste rustplaats van verdronken zeelieden), moeten alle piraten zich verenigen om het in een wanhopige strijd op te nemen tegen Lord Cutler Beckett van de East India Trading Company, die het bevel voert over Davy Jones en The Flying Dutchman.
Verbinski’s regie, een herculestaak die herinneringen oproept aan Peter Jacksons missie om THE LORD OF THE RINGS tot een goed einde te brengen, slaagt erin om bijna alles losse eindjes aan elkaar te knopen. Met de hulp van director of photography Dariusz Wolski creëert hij mooie beelden, terwijl zijn gevoel voor ritme en timing de actiescènes overzichtelijk én kinetisch houdt. Hij is niet bang om inhoudelijk de duisternis op te zoeken (die openingsscène!), maar vergeet ook de humor niet. Johnny Depp steelt opnieuw de show, Orlando Blooms Will Turner en Keira Knightley’s Elizabeth Swann stevenen met hun romantische subplot af op een verrassende ontknoping en Geoffrey Rush geniet zichtbaar van de terugkeer van ‘zijn’ Barbossa. Chow Yun-Fat is een niet noodzakelijke maar ook niet storende toevoeging aan de cast en de langverwachte cameo van Keith Richards is een aangename gimmick. Verder blijft het genieten van Bill Nighy’s Davy Jones en Tom Hollander als Beckett wiens zwanenzang in de film ronduit fantastisch is. Dat AT WORLD’S END geen nieuwe fans voor zich zal winnen mag duidelijk zijn, maar ieder ander mag zich met een gerust geweten en een fles rum naar de dichtstbijzijnde bioscoop begeven. Aye maties!
Di: BV (BE: 23 mei / NL: 24 mei)
Copyright Kenny de Maertelaere. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Online gepubliceerd op 4 juni 2007.