RECENSIE
Bioscoop

Hellboy(2019)

Ja, we hadden liever gewoon een vervolg gehad. Van Guillermo del Toro en met Ron Perlman. Maar als we accepteren dat de nieuwe HELLBOY nu eenmaal een reboot is, valt er best wat te genieten – en heel wat aan te merken.

Hellboy (David Harbour), zoals de liefhebber van Mike Mignola’s stripreeks en/of Del Toro’s twee uitstekende films ( en ) weet, is een demon die werkt voor het Bureau for Paranormal Research and Defense. Als helbaby werd hij geadopteerd door de oprichter van die dienst (Ian McShane). Sindsdien zet hij zich in om de aarde te beschermen tegen trollen, geesten, heksen en ander gespuis. Als we hem voor het eerst tegenkomen is hij al een ervaren monsterjager. Met zijn eenvoudige aanpak (heel hard slaan) heeft hij aardig wat boemannen terug de hel in gejaagd. Maar de uitdaging die hij nu krijgt, is groter dan hij gewend is: de heks Nimue (Milla Jovovich), ooit in stukken gehakt door Koning Arthur, wordt weer bij elkaar geraapt en aan elkaar genaaid om het einde der tijden te bewerkstelligen. Vanuit Hellboys queeste om zulks te voorkomen ontpopt zich een rommelige plot vol onbestemde uitstapjes.

HELLBOY kan bestudeerd worden als een voorbeeld van wat er allemaal mis kan gaan in hedendaagse actiecinema. Ten eerste de actiescènes: daar is Neil Marshall (, ) niet goed in. Slordig gemonteerd en onoverzichtelijk zijn ze, inclusief de twee set-pieces die gefilmd zijn om ononderbroken shots te lijken. De long take is een vervelende trend in actiefilms. Elke actieregisseur die zich een auteur vindt, wil tegenwoordig indruk maken met zo’n oner, maar niet iedereen is Chan-wook Park (OLDBOY) of Alfonso Cuarón (). Marshall komt met twee van de beste voorbeelden van een slechte long take. Scènes vol onlogische camerabewegingen om-maar-niet-te-hoeven-knippen, die bovendien zó vol zitten met stiekeme knipmomenten (lichtflitsen, whip pans, iemand die door het beeld rent) en zó veel gebruik maken van CGI, dat de gimmick ook als uithoudingsprestatie geen indruk maakt.

Die CGI brengt ons bij een tweede probleem waar steeds meer spektakelfilms mee kampen. Omdat producenten verwachten dat vrijwel alles mogelijk is met de computer, worden er enorme eisen gesteld aan VFX-teams. ‘Maak even al deze monsters. Lukt wel, toch?’ Vaak wordt onderschat hoe veel tijd het kost om kwaliteit te leveren. De hoge verwachtingen die wekte, zorgen ervoor dat CGI tegenwoordig vaak onder de maat is. Monsters, vuur, kastelen en bloedspetters: in HELLBOY zijn ze geen moment overtuigend. Soms kijken de ‘echte’ acteurs niet eens in de ogen van hun digitale tegenspelers. Alsof we weer in de vroege jaren 2000 zitten!

Dan is er het toonprobleem. Willen we een duistere, serieuze superheldenfilm, of een luchtige actiekomedie? Daarover zal veel gediscussieerd zijn. HELLBOY gaat uiteindelijk voor stevige over-de-top-horror (de R-rating is welverdiend) met hoogdravende fantasy-camp en af en toe een knipoog. Daar is niets mis mee. Marshall en de cast (vooral high trash-veteranen McShane en Jovovich) beheersen die combinatie. Maar iemand in het post-productieproces dacht daar anders over. Tijdens het kijken hoor je de paniekerige producenten roepen dat de film lolliger moet. ‘Deze scène voelt nog wat te zwaar; gooi er een generieke rockriff onder.’ Storender is de vele ADR (additional dialogue replacement). Blijkbaar vond men dat een vroege versie van de film niet genoeg grappen bevatte, dus werden acteurs naar de studio gehaald om wat leuke oneliners in te spreken, die we horen wanneer de mond van hun personage niet zichtbaar is. Goede ADR merk je niet op. In HELLBOY is de ADR een aantal keer duidelijk aanwezig, dus slecht. De kijkervaring maakt je bewust van een problematisch post-productieproces.

Tot slot het probleem van franchise building. HELLBOY moet duidelijk de eerste film in een reeks zijn, en besteedt veel aandacht aan elementen die in latere delen wellicht verder uitgediept zullen worden. Dat gaat ten koste van de plot. Iemand als George Miller, of, for that matter, Guillermo del Toro, bouwt een wereld tijdens het vertellen van een vlot verhaal. Marshall en scenarist Andrew Cosby zetten de plot op pauze om een stukje mythologie te introduceren.

Ondanks al die problemen heeft HELLBOY z’n charmes. Marshall geniet duidelijk van alle bizarre wezens die hij ten tonele mag voeren: vooral een uiterst lugubere versie van Baba Yaga blijft bij. Dat hij geen goede actiescènes regisseert, maakt Marshall niet de beste keuze voor een superheldenfilm – maar door zijn ervaring met horror-set-pieces is hij ook zeker niet de slechtste keuze voor déze superheldenfilm.

Distributie: Dutch FilmWorks (NL: 11 april / BE: 10 april) Copyright Julius Koetsier. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Online gepubliceerd op 10 april 2019.

10 april 2019
Meer Fantasy
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.