RECENSIE

Desperation(1974)

Desperation is al de zesde Stephen King-adaptatie van niche­regis­seur Mick Garris. Eentje daarvan was uitstekend (The Stand, 1994), twee waren matig (SLEEPWALKERS, 1992, en The Shining, 1997), twee ronduit slecht (Quicksilver Highway, 1997, en RIDING THE BULLET, 2004). Desperation kan helaas aan het lijstje mislukkingen worden toegevoegd.

Dat is maar half de schuld van Garris. De priemende vinger moet richting Stephen King. De grootmeester van de horror bewees met zijn laatste roman Lisey’s Story wat voor begenadigd verteller hij is, maar leverde met Desperation destijds een weliswaar sterk gehypete maar uiteindelijk ondermaatse, slordige roman af. Jarenlang werkte hij aan een bioscooprelease van Desperation, maar na het succes van THE SHINING aasde de Amerikaanse tv-zender ABC op een miniserie. Die kwam er uiteindelijk niet. Garris greep terug naar het filmscenario van King en maakte een tv-film van een dikke twee uur.

Helaas ademt de film van begin tot einde een mak televisiesfeertje. Een voor televisie bedoelde film kan niet om enkele wetmatigheden heen. Zelfs wie Desperation in één ruk op dvd bekijkt, voelt de kunstmatig opgebouwde cliffhangers in het verhaal prikken wanneer ze een zoveelste reclameblok moeten inleiden. Dat zorgt voor spanningsbogen en rustpunten waarop je je horloge gelijk kan zetten. Bovendien mag Garris dan wel een aimabele, solide regisseur zijn, erg vernieuwend of inspirerend is zijn werk niet. Zelfs in het visueel dankbare woestijnlandschap van Nevada komt hij niet verder dan basisshots uit een aanvangscursus regisseren. En dat terwijl de felle, cartooneske kleuren van priemende zon, blauwe lucht en grillige vegetatie tot Dali-achtige fantasmorgieën uitnodigen. Garris zoekt zelden of nooit naar het sierlijke shot. Hij blijft hangen in al lang versleten King-clichés: het beeld van een kraai op een bord voorspelt onheil. Een verwijzing naar THE STAND, jazeker, maar de inside jokes (Dean Koontz, Peter Jackson, Misery) zijn flauw, gedateerd, voorspelbaar.

Stephen King baseerde Desperation op eigen ervaringen: midden jaren negentig toerde hij met zijn Harley geregeld door het land. Handig, want dan heb je meteen stof genoeg voor een van de hoofdpersonen uit je verhaal: de beroemde schrijver met een drankprobleem (zie ook THE DARK HALF). Deze raast op een blinkende Harley over Highway 50, maar wordt net als de andere personages – waaronder een ruziemakend koppel, een hippe liftster en een gelovige jonge snaak – van the loneliest road in America geplukt door een dolgedraaide politieman (zie ook Rose Madder). De heethoofd brengt hen naar het kleine mijnstadje Desperation. Wat hen daar te wachten staat is een chaotisch allegaartje van The Stand, It en Dreamcatcher. Dat het groepje slachtoffers een clan vormt tegen Het Kwaad is voor King-fans geen verrassing; dat een hallucinerend jongetje (zie ook The Shining, Fire­starter) via een rechtstreekse telefoonlijn communiceert met God, wordt na een tijdje ergerlijk. De grootste aanfluiting van deze productie is acteur Ron Perlman die de term overacting een nieuwe dimensie inblaast. Verwoed kauwgom kauwend, de lippen droog en gekloofd, de stoere zonnebril op de verbrande neus, doet hij pijnlijke pogingen om grimmig over te komen. Helaas is het enige bedreigende aan Desperation het rommelige bijbelse scenario, de zielloze regie en de geëxalteerde acteerprestaties.

Copyright Hans Dewijngaert. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in SN#73, voorjaar 2007.

© Hans Dewijngaert
1 maart 2007
  • Titel
    Deranged
  • Lengte
    84 minuten
  • Regie
    Jeff Gillen, Alan Ormsby
  • Scenario
    Alan Ormsby
  • Cast
    Roberts Blossom, Cosette Lee, Leslie Carlson
  • Taal
    English
  • Land
    Canada
  • Trailer
Meer HorrorMeer Thriller
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.