Wat doet de nieuwe western van filmhuis-favoriet Jim Jarmusch in Schokkend Nieuws? Betreft het hier soms geen tergend traag, artistiek verantwoord (zwart/wit!) en volkomen bloedeloos kunstwerk, dat eigenlijk een semiotische analyse in Skrien verdient? Ja en nee. DEAD MAN is een raadselachtige hellevaart, die zich moeilijk in een hokje laat stoppen.
Wie films graag op wetenschappelijke wijze ontleedt en daarbij naar context en subtext kijkt heeft zijn handen vol aan vergelijkingen met Griekse tragedies, bijbelteksten en het complete oeuvre van de Engelse dichter/schilder William Blake. Maar wie uit is op een cultureel verantwoorde nachtmerrie, waarbij cultureel vooral voor cult staat, wordt ook op zijn wenken bediend. Neem nu alleen al de cast: naast Johnny Depp en Lance Henriksen deed Jarmusch een beroep op Crispin ‘Hellion’ Glover, Iggy Pop (in een jurk!), Gibby Haines (ex-Butthole Surfers), John Hurt, Gabriel Byrne, Alfred Molina en een stokoude Robert Mitchum. De regisseur schrikt er ook niet voor terug enkele smerige taferelen expliciet in beeld te brengen, uiteenlopend van een opengekraakte schedel tot kannibalisme. Depp speelt William Blake, een boekhoudende naamgenoot van de beroemde dichter. De zachtaardige cosmopoliet belandt op zoek naar werk in het wild-west stadje Machine, slaapt met de verkeerde vrouw, pleegt een moord en wordt vervolgens door een drietal premiejagers tot aan de eeuwige jachtvelden opgejaagd. DEAD MAN kan worden beschouwd als een komische western, maar ook als een bizarre horrorfilm, waarin een gewone jongen een reis door de hel maakt, op de hielen gezeten door de vleesgeworden demon Lance Henriksen. Het tempo ligt extreem laag, de fotografie is prachtig, de grappen zijn slechts ten dele geslaagd en bij de kleurrijke bijrollen is enigszins sprake van overkill. Is DEAD MAN een goede of een slechte film? Ik zou het niet weten. Intrigerend is hij zeker. *** Copyright Bart van der Put. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. .Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #23, p3.