Michael Crichton schrijft misschien sneller dan God kan lezen, zelfs híj kan het tempo niet bijbenen waarin Hollywood zijn boeken verfilmt. Daarom werd na JURASSIC PARK, RISING SUN en DISCLOSURE op een ouder werk uit ’s mans bibliografie teruggegrepen: Congo. Geschreven in 1980 en naar het filmscenario te oordelen geen hoogtepunt in het oeuvre.
Een expeditie vertrekt naar de binnenlanden van Afrika om de gorilla Amy bij haar soortgenoten terug te brengen. Amy is een heel bijzondere gorilla; primatoloog Peter Elliot (Walsh) heeft haar leren praten via een electronische versie van de klassieke gebarentaal voor doven. De bedoeling is dat Amy andere gorilla’s vertrouwd maakt met deze techniek, opdat mens en aap eindelijk eens fatsoenlijk met elkaar kunnen communiceren. Niet iedereen die zich bij de expeditie aansluit heeft dit nobele doel voor ogen. Zo is Karen Ross (Linney) eigenlijk op zoek naar haar ex-verloofde (gespeeld door Bruce ‘Evil Dead’ Campbell!) die tijdens een zoektocht naar de ‘perfecte’ brandstof voor een nieuw type lasergun spoorloos is verdwenen. En ook de Roemeen Homolka (Curry), die zich in eerste instantie voordoet als financier van de onderneming, heeft een verborgen agenda. In het onherbergzame grensgebied tussen Zaire en Rwanda hoopt hij de mythische stad Zinj bloot te leggen, waar zich volgens de legende de diamantmijnen van koning Solomon zouden bevinden. Homolka blijkt het bij het rechte eind te hebben; Zinj bestaat echt. Maar er zit wel een addertje onder het gras: de mijnen worden bewaakt door een meute bloeddorstige grijze gorilla’s.
Naarmate onze helden verder in het nauw worden gebracht, begint CONGO steeds meer op een ritje door een Archeon-uitgave van de Efteling te lijken. Figuranten in de laatste mode op het gebied van gorillakostuums (van Stan Winston) springen woest op en neer, ‘eeuwenoude’ ruines van piepschuim zakken met donderend geraas in elkaar, de aardbodem splijt en uit de computer getoverde lavastromen storten zich met gezwinde spoed van een vulkaanhelling. Net als bij een toeristische attractie is de illusie flinterdun. Je hoort de hefbomen bij wijze van spreken al piepen en knarsen als ze voor take 27 precies dezelfde scheur in de aardkorst teweegbrengen als voor take 1. Dat is leuk als je met z’n allen in een karretje zit dat dwars door zulk spektakel heenraast. Maar vanuit de bioscoopstoel bekeken is het toch een beetje alsof je anderen lol ziet hebben in de Efteling. En dat kunnen de makers onmogelijk bedoeld hebben.
Copyright Phil van Tongeren. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. .Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #20, augustus/september 1995.