De Universal-studio oogstte in de jaren twintig en dertig veel succes met een reeks klassieke monsterfilms, die vrijwel allemaal een literaire bron hadden. Dat was bij THE MUMMY (1932) niet het geval; de film haakte in op de geruchtmakende ontdekking van het graf van Toetankhamon en in de pers breed uitgemeten indianenverhalen over de vloek der farao’s.
De wraakoefening van mummie Boris Karloff behoort tot de betere horrorfilms van de studio die momenteel te kampen heeft met een reeks flops, met Gus Van Sants PSYCHO als voorlopig dieptepunt. Dit jaar moet de terugkeer van de mummie het tij keren, waarbij een budget van tachtig miljoen dollar, trucages van hofleverancier ILM, een aardige rolverdeling en de regie van Stephen Sommers hoopvol stemmen. Sommers tekende eerder voor de monsterfilm DEEP RISING, een uiterst vermakelijk niemendalletje met een hoog tempo en een goede mix van humor en horror. De komst van de film wordt vooraf gegaan door een tweetal aanmerkelijk goedkopere varianten, die bij ons niet verder komen dan de videotheek.
Zoals de titel al aangeeft heeft BRAM STOKER’S LEGEND OF THE MUMMY wel een literaire bron: de film is losjes gebaseerd op The Jewel of Seven Stars, een uit 1903 stammende roman van de auteur van Dracula. Het boek werd eerder onder meer verfilmd als THE AWAKENING (1980), waarin geen dolende mummie te zien was. Charlton Heston speelde de hoofdrol, de goed uitgevoerde reeks sterfgevallen en het hoge budget mikten duidelijk op een herhaling van het succes van THE OMEN, maar dat bleef uit. De nieuwe versie van B-filmer Jeffrey Obrow zet beduidend lager in: uit alles blijkt dat het minieme budget vooral werd aangewend om Oscar-winnaar Louis Gossett jr. te contracteren. De acteur speelt een omstreden Egyptoloog met zwabberend accent en onduidelijke motieven, eigenschappen die vrijwel alle personages kenmerken. Het mysterie rond de comateuze toestand van Gossetts voormalige partner en de identiteit van diens dochter wordt nodeloos omslachtig ontrafeld en af en toe duikt er een weinig overtuigende mummie op. Stilistisch en in de dialogen doet dit prul voortdurend aan een soapserie denken. Zand erover. Van RUSSELL MULCAHY’S TALOS THE MUMMY valt iets meer te verwachten, hoewel de volledige titel Mulcahy een auteurstatus toekent die hij zeker niet verdient. De Australiër pakte met RAZORBACK en de eerste HIGHLANDER beslist aardig uit, maar hij is geen Carpenter, Cronenberg of Romero. Ambitieus is hij wel: zijn mummiefilm omvat een reeks spectaculair bedoelde moorden, veel trucages en te veel personages, met gastrollen voor bekende namen als Michael Lerner, Shelley Duvall en Christopher Lee, die al voor de openingstitels het loodje legt. Honor Blackman duikt ook even op, maar die had ik liever niet teruggezien. Ze was onvergetelijk als Bond-girl Pussy Galore in GOLDFINGER en als voorganger van Diana Rigg in de tv-serie De Wrekers. Nu is ze vooral oud.
Net als AN AMERICAN WEREWOLF IN PARIS is de film om budgettaire redenen goeddeels in Luxemburg opgenomen en dat wreekt zich hier opnieuw. Enkele flitsen van de Big Ben en Picadilly Circus en wat geimporteerde taxi’s, bussen en telefooncellen plaatsen de handelingen in Londen, maar de Luxemburgse locaties maken er een niemandsland van. Europudding, riep men voorheen bij dit soort producties, nu is er sprake van wereldpudding. Wat moeten we bijvoorbeeld denken van de Hawaiiaanse Amerikaan Jason Scott Lee, die ondanks zijn exotische uiterlijk en curieuze accent de Iers-Amerikaanse detective Riley vertolkt en daarom graag in Ierse pubs rondhangt? Waarom spreekt een dolgedraaide Egyptoloog die Cortese heet met een onvervalst Cockney accent? En waarom doet Brits spiritueel medium Shelley Duvall dat juist niet?.Het allegaartje van locaties en accenten is op zich al storend, de keuze voor het gebruik van slecht uitgevoerde digitale trucages en de uiteindelijke verschijning van Talos als buitenaards ogend monster geven de genadeklap. Lachwekkend wordt het wanneer de mummie zich voor de climax terugtrekt in een oude fabriekshal waar het binnen regent. Dit is het moment waarop Mulcahy’s vermeende auteurschap zich roert, want hij liet zijn HIGHLANDER ook bij voorkeur in dergelijke, inmiddels achterhaalde videocliplocaties opereren. Waar BRAM STOKER’S LEGEND OF THE MUMMY ook als onbedoeld komische mislukking niet te verteren is, daar treft TALOS wel doel. Hopelijk pakt de nieuwe mummie van Universal beter uit.
Copyright Bart van der Put. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #40, april 1999.