Hollywood-lieveling Steven Soderbergh en spektakel-specialist James Cameron sloegen de handen ineen voor de tweede verfilming van de Poolse sf-roman Solaris. Dat de eerste, van Andrei Tarkovski, al meer dan dertig jaar als een meesterwerk te boek staat, hield de heren niet tegen. Wel leggen ze in hun eigen versie een bewonderenswaardige zelfbeheersing aan de dag.
Solaris. Voor veel liefhebbers van serieuze sf staat dat woord voor iets heiligs: ofwel voor de roman van de Pool Stanislaw Lem, ofwel voor de gelijknamige verfilming door de Russische meester Andrei Tarkovski. Of voor het boek èn de film natuurlijk, want Tarkovski biedt met zijn bijna drie uur durend ruimte-epos een uiterst relevante, humanistische visie op het boek. Lasergevechten en exploderende ruimteschepen zijn hier niet aan de orde. Het gaat allemaal om de ‘denkende’ oceaanplaneet Solaris, die het verstand van zijn aardse bezoekers op de proef stelt door hen te confronteren met de gematerialiseerde herinnering aan hun achtergebleven of gestorven geliefden.
Centraal staat astronaut-psycholoog Chris Kelvin. Aan boord van het Solaris-ruimtestation ontmoet hij de vleesgeworden gedachte aan zijn overleden vrouw, en herbeleeft met haar hun bitterzoete, tot mislukken gedoemde relatie. Terwijl Kelvin deze geest-met-kloppend-hart na enige aarzeling kust en omhelst, blijft de vraag naar het waarom van het tegelijk onwerkelijke en vertrouwde bezoek onbeantwoord. Misschien wil Solaris via haar met Kelvin in contact komen, of hem tot waanzin drijven. Misschien is de verschijning van zijn vrouw, die zelf geen besef heeft van haar oorsprong maar deze wel probeert te begrijpen, een belangeloos geschenk. In elk geval is het een mysterieus gebaar van een onpeilbaar, niet als goed of kwaad te duiden wezen, en in dat dubbele mysterie ligt nog steeds de kracht van boek en film. Door alle raadsels kun je de planeet Solaris op ontelbare manieren interpreteren en ontdekken, zowel op papier als op het witte doek.
KWALLENPLAAG
Tot nu toe durfde men in Hollywood die van spektakel gespeende ontdekkingstocht niet echt aan. De doorsnee toeschouwer heeft immers behoefte aan avontuur en duidelijkheid, en buitenaardse wezens zijn òf bovenmenselijk goed (Spielbergs E.T.) òf onmenselijk slecht. Gebukt onder het eeuwige enge-marsmannetjes-complex wist de droomfabriek uit het Solaris-gegeven enkel rechtlijnige horror te peuren: zo zien de personages van EVENT HORIZON (Paul Anderson) en SPHERE (Barry Levinson) onder buitenaardse invloed hun diepste fobieën en angsten verwezenlijkt, alsof de menselijke ziel niet ook een oase van tragische herinneringen en volmaakte wensdromen is, en alsof aliens zich enkel voor de duistere zijde van het onderbewuste zouden kunnen interesseren. Variërend van een kwallenplaag (SPHERE) tot een overduidelijk uit SOLARIS geleende, zij het niet al te vrolijk uit de dood verrezen echtgenote (EVENT HORIZON) eindigt in deze films elke ‘close encounter’ in een nachtmerrie, met het ruimteschip als spookhuis en het Über-Ich als bron van alle kwaad.
Geen wonder dat menig SOLARIS-fan de adem inhield toen bekend werd dat Hollywood-lieveling Steven Soderbergh zich op een nieuwe verfilming van Lems roman had gestort, die bovendien een vrije remake van Tarkovski’s versie moest worden – met glamourster George Clooney in de hoofdrol. Tot welke schokkende concessies zou Soderbergh (ERIN BROKOVICH, TRAFFIC, OCEAN’S ELEVEN) bereid zijn om zijn publiek en geldschieter 20th Century Fox tevreden te stellen? Wat blijkt: de oceaanplaneet is anno 2002 niet droog komen te staan in een update vol cgi-effecten, geweld en gezwijmel, en Soderbergh vindt een uitstekend evenwicht tussen raadsel en interpretatie.
BOTERSEKS
De angst voor een horrortrip à la EVENT HORIZON nam Soderbergh afdoende weg door te verklaren dat SOLARIS moest uitdraaien op een combinatie van Stanley Kubricks 2001 – A SPACE ODYSSEY en LAST TANGO IN PARIS van Bernardo Bertolucci. Maar deze omschrijving – in feite de pitch waarmee Soderbergh zijn concept aan de studiobonzen en producer James Cameron verkocht – zorgt op haar beurt voor onheilsvisioenen van boterseks zonder zwaartekracht. Gelukkig zit er in SOLARIS nog minder seks dan in LAST TANGO, hoewel de heisa rond George Clooney’s ultrakorte ‘naked butt’-scène het tegenovergestelde suggereert. De enige link met LAST TANGO is dat Kelvins vrouw Rheya (McElhone) zichzelf heeft gedood – net als Marlon Brando’s vrouw in Bertolucci’s film. Waar Brando vlucht in anoniem geneuk met een geile vreemdelinge en alleen maar kan treuren bij het zwijgende, stijve lichaam van zijn eega, mag Kelvin weer met Rheya praten, naar haar stem luisteren, haar hand in de zijne voelen. En daarmee wordt de plot van SOLARIS van een heel andere, meer metafysische orde dan Bertolucci’s film.
De vergelijking met 2001 – A SPACE ODYSSEY gaat beter op. Vanwege de lange, strakke kaders waarmee Soderbergh door de ruimte zweeft, en natuurlijk ook omdat Kubricks monoliet als begin- en verdwijnpunt van alle mogelijke betekenissen in de oceaanplaneet een perfecte tegenspeler heeft. Bij Soderbergh ziet Solaris er fascinerend-geheimzinnig uit: blauwig koud en mistig paars, met aders doorlopen als het hoofd van een ongeboren kind. Allesbehalve het ‘troosteloze landschap’ uit Lems boek. Je zou er zo heen willen om je in dat fosforiserende licht onder te dompelen, maar Soderbergh houdt het raadsel warm en filmt Solaris alleen in afstandelijke totaalshots. Dus geen duikvluchten langs symmetriaden en mimoïde-eilanden – misschien een beetje spijtig, als je bedenkt wat de digitale trukendoos van Lems gedetailleerde beschrijvingen van Solaris had kunnen maken.
Eveneens in naam van het mysterie heeft Soderbergh de ontelbare bespiegelingen en speculaties over de aard van de oceaanplaneet tot een handvol discussies en tafelgesprekken beperkt. De gewonnen tijd gebruikt hij om de relatie tussen Kelvin en (de projectie van) Rheya te verdiepen, met weemoedige, in verzadigde tinten geschoten flashbacks naar de aardse voorgeschiedenis. Scènes waar Lem en Tarkovski geen woord of beeld aan verspillen: de eerste ontmoeting, de eerste vrijpartij, de eerste ruzie. En een uitstapje naar het antiquariaat, waar Kelvin een gedicht van Dylan Thomas opzoekt dat veelzeggend besluit met de regel ‘And death shall have no dominion’. SOLARIS als ruimtevariant op de klassieke strijd tussen liefde en dood.
HERSENVOEDSEL
Bijzonder is dat sommige flashbacks uit herinneringen bestaan die Kelvin onmogelijk kan hebben: Rheya die ontdekt dat ze zwanger is, of haar zelfmoord voorbereidt. Haar projectie ondergaat die gebeurtenissen, terwijl ze door een raam van het ruimtestation naar Solaris staat te staren, met Kelvin op de achtergrond. Op die momenten ligt dus het perspectief bij Rheya, iets wat Lem in zijn boek nooit doet. Soderberghs Rheya wordt zo een echt hoofdpersonage, een individu; misschien wel een mens – projectie of niet. Met zulke afwijkingen wordt de film een stuk emotioneler dan zijn voorgangers, en je zou er gemakkelijk een knieval naar het mainstream-publiek in kunnen zien. Maar voor kippenvel en tranen is het overwegend witte interieur van het Solaris-ruimtestation te kil, de in Oosters slagwerk en zachte strijkers gestoken soundtrack te sober, en zijn de flashbacks te terughoudend-suggestief. Behalve de scène waarin Kelvin Rheya’s lichaam vindt en haar niet durft aan te raken, uit angst voor de koude huid.
Ook deze SOLARIS lijkt uiteindelijk vooral als hersenvoedsel bedoeld, met de immer menselijke Rheya als smaakmaker. Soderbergh laat haar zinnen zeggen die geen andere film-alien ooit in de mond nam, en die ook in Lems roman nergens te vinden zijn: ‘Het heeft me geschapen, maar ik kan er niet mee communiceren. En toch moet het me kunnen horen.’ Ze denkt en voelt niet alleen als een mens, ze heeft ook het o zo menselijke verlangen te begrijpen wat de zin van haar leven is. En zoekt daartoe tevergeefs contact met de god die haar geschapen heeft – de zwijgende blauwe bol aan de andere kant van het venster. Het hangt er maar net van af hoe religieus, filosofisch of levensbeschouwelijk je bent aangelegd of je je aan Rheya’s zoektocht naar betekenis gaat spiegelen, en jezelf als de schijnbaar willekeurige creatie (of het geschenk) van een onpeilbaar, niet als goed of kwaad te duiden wezen durft te beschouwen. Soderbergh houdt zijn film voor velerlei uitleg vatbaar. Het is immers een film voor volwassenen, zoals Soderbergh en Clooney in verschillende interviews hebben beklemtoond, en die mogen zelf beslissen wat ze willen denken.
Het Amerikaanse publiek liet SOLARIS evenwel links liggen. Dat is natuurlijk te danken aan de reclamecampagne, die de film zorgvuldig buiten het sf-genre hield: een trailer zonder George Clooney in ruimtepak, en een gestileerde kus als plaatje voor het affiche. Hadden ze er maar wat eierleggende monsters met tentakelhoofden bij verzonnen.
Copyright 2003 Kevin Toma. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #58, voorjaar 2003.