Op het eerste gezicht doet het wat geforceerd aan: het leven van de befaamde Tsjechische schrijver als uitgangspunt voor een film die tevens de gloriejaren van het Duitse expressionisme (Lang, Wiene, Murnau) en de Universal-horror uit de jaren dertig in herinnering roept. Maar Soderbergh (SEX, LIES AND VIDEOTAPE) volgt maar ten dele de biografische feiten.
In KAFKA verzeilt de schrijver in een wereld die hij zelf hielp ontwerpen: een bureaucratische nachtmerrie waarin mensen zonder aanwijsbare reden van hun bed worden gelicht om vervolgens spoorloos te verdwijnen. En daar kijk je natuurlijk niet gek op van een giechelende moordenaar on the loose in nachtelijk Praag of een laboratorium waarvoor baron Frankenstein de blauwdruk lijkt te hebben geleverd. Toch werkt het procédé niet helemaal. Soderbergh werd naar eigen zeggen vooral aangetrokken door de combinatie van mystery-thriller en science fiction in Dobbs’ script; het levensverhaal van de schrijver zelf leek hem alleen interessant voor een handjevol critici. Zijn eigen woorden ten spijt blijft Soderbergh echter een film lang aarzelen tussen cheap thrills en kunstzinnige pretentie. In de verwezenlijking van het eerste wordt hij vakkundig bijgestaan door production designers Gavin Bocquet en Tony Woollard; in het tweede wordt hij gesteund door de gewichtige uitstraling van hoofdrolspeler Irons en de gecombineerde kleuren- en zwart/wit-fotografie van Lloyd. Het resultaat is een onbeslist duel en een film die vlees noch vis heeft te bieden (maar wèl Jeroen Krabbé). ** Copyright Phil van Tongeren. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. .Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #5, p3.