Op de slotavond van het 22ste Amsterdam Fantastic Film Festival denderde het Amerikaanse SLITHER de top drie van de publieksfavorieten binnen. De hoge notering verbaast niet, want de bizarre gruwelkomedie beschikt over een onmiskenbaar grote amusementswaarde.
Opmerkelijker was de voor een genrefilm ongekend positieve ontvangst door Amerikaanse beroepscritici die doorgaans weinig op hebben met films waarin het bloed rijkelijk vloeit en de logica soms ver te zoeken is. SLITHER is zo’n film.
Het regiedebuut van James Gunn, scenarioschrijver van TROMEO & JULIET (1996) en DAWN OF THE DEAD (2004), onderscheidt zich echter op drie cruciale punten van de meeste hedendaagse Amerikaanse horrorfilms. Zo wordt de film niet bevolkt door de gangbare afspiegeling van de grootstedelijke tienerdoelgroep. In plaats van een roedel even frisse als fletse tv-sterretjes en een verdwaalde hiphop-artiest maken ervaren en volwassen acteurs als dorpsbewoners in SLITHER de dienst uit. En er kan over pakweg tien jaar nog steeds gelachen worden om de grappen van scenarioschrijver en regisseur Gunn, want ze zijn niet aan de actualiteit opgehangen, maar aan de excentrieke trekjes van de personages. Daar kan nog aan worden toegevoegd dat de uitwassen van een parasitaire en buitenaardse invasie grotendeels met behulp van fraai en ambachtelijk grimeurswerk in beeld worden gebracht. De film bevat wat cgi-trucages, maar de spectaculaire toepassing van ouderwetse technieken steelt de show. Rubber, kunstbloed en mechanica kunnen nog niet worden afgeschreven.
De drie voornoemde pluspunten maken duidelijk dat Gunn zeer gecharmeerd is van de lichtvoetige Amerikaanse monsterfilms uit de tweede helft van de jaren tachtig. SLITHER doet sterk denken aan NIGHT OF THE CREEPS (Fred Dekker, 1986), THE BLOB (Chuck Russell, 1988) en TREMORS (Ron Underwood, 1990), die het destijds op het Amsterdamse festival ook alledrie uitstekend deden.
Dat het hoge niveau van TREMORS net niet gehaald wordt, is te wijten aan de behaagzucht van de maker die werkelijk alles in de strijd gooit om zijn publiek te vermaken en daarbij soms de hoofdzaken uit het oog verliest. Gunn heeft dat niet van een vreemde: wie goed oplet ziet zijn leermeester en Troma-baas Lloyd Kaufman als dorpsgek door het beeld schuiven.
DI (NL/BE): Benelux Film Distributors (NL: 29 juni) Copyright Bart van der Put. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Online gepubliceerd op 14 mei 2006.