Gelukkig maar, want QUEEN OF THE DAMNED bleek zowaar een aangename verrassing. We maken kennis met de Vampier Lestat (Townsend), die zich zo stierlijk verveelt met zijn eeuwige leven dat hij besluit om maar eens een paar decennia te gaan slapen. In de 21ste eeuw wordt hij gewekt door het geluid van hardrock-muziek en besluit carrière te gaan maken als popster. Met succes: Lestat’s vampierenband verovert wereldwijd de hitlijsten en de groupies die gewillig hun bloed willen doneren dienen zich bij bosjes aan. Maar Lestat’s muziek doet ook De Moeder Aller Vampieren ontwaken, Akasha (Aaliyah), die eeuwenlang in een tombe onder het ijs van de Noordpool heeft gelegen. Akasha’s missie is een simpele: de hel op aarde brengen en wel met de aantrekkelijke Lestat aan haar zijde.
Toegegeven, dit klinkt als een tamelijk beroerde B-film en dat is QUEEN OF THE DAMNED eigenlijk ook in menig opzicht. Neem Aaliyah: ze beweegt zich als een houten klaas, spreekt met een curieus accent en oogt met haar diadeem en sexy BH meer als een creatie van Ed Wood dan als brenger van groot onheil. Wat deze film tot een geval apart maakt is de mix van plat amusement en literaire pretenties. Minutenlange monologen over de ondraaglijke zwaarte van het vampierenbestaan worden afgewisseld met van-dik-hout-zaagt-men-planken spektakel. Het is deze merkwaardige hybride-vorm die QUEEN OF THE DAMNED voortdurend onderhoudend en verrassend maakt.
Met het bepaald niet onverdienstelijke maar bloedserieuze INTERVIEW WITH THE VAMPIRE was Anne Rice naar verluidt weinig content. Hoewel deze nieuwe adaptatie van haar Vampire Chronicles in hoegenaamd niets op zijn voorganger lijkt, is het de vraag of Rymer’s aanpak Rice’s goedkeuring dan wel kan wegdragen.
Copyright Jan Doense. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #55, p16.