Drie personages, een donker huis en een pop. Voor zijn debuutfilm CAVEAT had de Ierse regisseur Damian McCarthy niet meer nodig om zijn publiek zeven kleuren bagger te laten schijten, en voor zijn tweede, ODDITY, ook niet.
In de openingsscène van ODDITY zit Dani (Carolyn Bracken) ‘s nachts in haar uppie in een donker Iers landhuis. Plots wordt er aan de deur geklopt. Een onguur persoon zegt dat hij iemand haar huis zag betreden toen ze even niet oplette. Hij wil dat Dani hem binnenlaat, zodat hij de indringer weg kan jagen. Dani zit vervolgens met een dilemma: laat ze deze mysterieuze vreemdeling binnen, zodat hij het mogelijke gevaar kan verdrijven? Of haalt ze daarmee juist het gevaar in huis? Dat deze beklemmende eerste tien minuten van ODDITY aanvoelen als een ijzersterke korte film is niet verrassend: Damian McCarthy was een meester in korte horrorfilms voordat hij in 2020 met CAVEAT zijn eerste speelfilm maakte. Omdat hij niet wist of hij ooit nog een tweede zou mogen maken, gooide hij alle ideeën die hij had in het script. Maar die tweede speelfilm kwam er wél. Gelukkig had McCarthy inmiddels weer genoeg nieuwe ideeën, en hij besloot voor het creatieve proces dezelfde tactiek toe te passen als voor zijn debuut: ook ODDITY werd een verzameling ideeën die op zichzelf geen volledige speelfilm zouden kunnen dragen, maar wel als hij ze vakkundig aan elkaar zou rijgen. McCarthy liet zich inspireren door een scriptadvies van Guillermo del Toro: ‘Begin bij een beeld dat je interessant vindt en bouw dat maar gewoon verder uit.’ Zo werd het scenario van ODDITY gevuld met elementen als een vervloekte hotelbel en het glazen oog van een onlangs overleden man.
McCarthy vond al snel een geschikte setting om al deze afzonderlijke elementen samen te laten komen in zijn film: een rariteitenkabinet. Dit winkeltje vol eigenaardige, vervloekte voorwerpen wordt gerund door de excentrieke en visueel beperkte Darcy, de zus van Dani uit de openingsscène (tevens gespeeld door Carolyn Bracke). Een jaar nadat haar zus op brute wijze is vermoord, krijgt Darcy in haar winkel bezoek van Dani’s ex Ted (Gwilym Lee). Ted nodigt Darcy uit beleefdheid uit om eens bij hem op de koffie te komen, met de gedachte dat ze dat toch nooit zal doen. Maar Darcy laat zich dit geen twee keer zeggen en staat binnen de kortste keren bij Ted op de stoep. Deze kan het niet over zijn hart verkrijgen om haar de deur te wijzen, maar vertrekt wel naar zijn werk, waarmee hij zijn nieuwe vriendin Yana (Caroline Menton) opscheept met zijn paranormaal begaafde ex-schoonzus. Yana voelt zich alles behalve op haar gemak met Darcy in huis. Het feit dat ze als cadeautje geen gezellige orchidee of een kleurrijk bosje gerbera’s heeft meegebracht, maar een levensgrote houten pop met opengesperde mond en gaten in zijn achterhoofd, maakt het er allemaal niet veel beter op.
Van alle voorwerpen en ideeën in ODDITY is deze houten pop onbetwist het paradepaardje van de film; hij heeft een prominente plek op de filmposter en ging tijdens filmfestivals mee op tournee. Zoals het drummende speelgoedkonijn in CAVEAT is hij hét gezicht van de film, al is zijn rol niet eens bijster groot. De pop is een soort een combinatie van Morty – de kolderieke schurk uit de flutfilms THE FEAR (1995) en THE FEAR: RESURRECTION (1999) – en de wraakzuchtige houten Indiaan uit CREEPSHOW 2 (1987). Daar houden de vergelijkingen met CREEPSHOW niet op: ODDITY doet denken aan een verhaal in een ouderwetse anthologiefilm, maar dan anderhalf uur lang. Dat klinkt misschien niet als een aanbeveling, maar ODDITY voelt nergens opgerekt aan. McCarthy neemt de tijd die hij nodig heeft om de spanning in de eenvoudige plot op te bouwen.
Want spanning opbouwen, dat kan hij. Al is zijn punchline niet altijd even overtuigend, het is de weg ernaartoe waarin McCarthy excelleert. Zo eindigt een van zijn eerste korte films, HE DIES AT THE END (2010), met als monster een papier-maché-gehaktbal met een gebit. Een lachwekkende creatie, maar de opbouw naar dit wezen is zo adequaat, dat het niet eens uitmaakt dat-ie er volslagen idioot uitziet. Die structuur van een simpel gegeven, een trage en zenuwslopende opbouw en tot slot een effectieve jumpscare heeft McCarthy in de loop van zijn carrière steeds meer kunnen verfijnen. In zijn korte film HOW OLIN LOST HIS EYE (2013) tuurt een nieuwsgierig jongetje steeds door een kijkgat in een oud huis, waar hij uiteindelijk de schrik van zijn leven krijgt. En in HANDS steekt een meisje haar hand in een gat om een lamp aan te doen. Eigenlijk is het geen McCarthy-film als er niet iemand door een gat in de muur zit te loeren. In een van de meest memorabele scènes uit CAVEAT moet de hoofdpersoon een gat zagen in een muur, terwijl hij naast een lijk zit. De kijker heeft geen idee of het lijk iets gaat doen, maar de dreiging is er. ODDITY zit vol met dit soort meesterlijke momenten waar McCarthy speelt met onze verwachtingen. Yana staat in de donkere woonkamer, de houten pop zit aan de tafel en Darcy ligt op de bank te slapen. Heel kalmpjes draait de camera richting een hoek van de kamer waar niets te zien is en weer terug. Na een tijdje hou je het bijna niet meer: wát gaat er gebeuren en wanneer?!
McCarthy bevestigt met ODDITY wederom dat hij een enorm sterk gevoel voor timing heeft: hij weet precies wanneer je iets wel of niet moet laten zien en dat maakt al zijn jumpscares doeltreffend. In tegenstelling tot de CONJURING-films – die het ook moeten hebben van vervloekte voorwerpen en gesluip door een donker huis met krakende vloeren – smijt McCarthy niet lukraak een hoop jumpscares met harde geluiden op ons af in de hoop dat er een paar werken. Zijn horror is – net als zijn humor – zelden bombastisch, maar zit in de kleine dingen. Zat die houten pop net niet anders op zijn stoel? Staat daar nu iemand in de schaduw?
ODDITY is zelfs angstaanjagend als er helemaal niets gebeurt. Want vergis je niet, net wanneer je denkt dat er niets gaat gebeuren en je even op adem kunt komen, komt McCarthy uit het donker gesprongen en verkoopt je een flinke muilpeer met een moker. Iedereen die de film in een volle bioscoopzaal kan kijken, bijvoorbeeld op Imagine, moet dit zonder enige twijfel gaan doen.
Hoewel zijn tweede speelfilm net als zijn debuut één locatie werd opgenomen, voelt ODDITY wel een stuk grootser dan CAVEAT. Ongetwijfeld heeft dit te maken met het budget; in cinematografie, belichting en muziek is duidelijk meer geld gestoken. De stijlvolle beelden van cameraman Colm Hogan en de onheilspellende soundtrack van Richard G. Mitchell zijn een perfecte match. Maar ook qua personages is ODDITY rijker, vooral dankzij Bracken in een fenomenale dubbelrol.
Niemand zal steil achterover slaan van de wendingen in het scenario en een hoop van de trucjes die McCarthy gebruikt zijn alles behalve nieuw, maar door zijn zeldzame vakmanschap als regisseur voelt het allemaal fris. Met het uitgangspunt van de schatkamer vol vervloekte voorwerpen kan de Ierse filmmaker in navolging van THE CONJURING en FRIDAY THE 13TH: THE SERIES nog wel een paar jaar door met doodenge drummende konijnen uit de hoge hoed toveren.