RECENSIE
DVD

Night of the Demon(1957)

In PSYCHO en THE BIRDS rook Alfred Hitchcock aan het horrorgenre, maar van bovennatuurlijke zaken en monsterlijk gebroed moest de master of suspense niets hebben. Toch waart zijn geest door het nachtmerrie-achtige universum van NIGHT OF THE DEMON. Niet zo vreemd als je bedenkt dat deze horrorfilm werd geschreven door de man die eerder zeven van Hitch’s films op papier zette.

Sommige films die als klassieker te boek staan ondervinden eerder hinder dan voordeel van hun status. Meer dan zestig jaar na de première is het onmogelijk Orson Welles’ CITIZEN KANE blanco te bekijken, dat wil zeggen: zonder je bewust te zijn van het feit dat Welles’ debuut al decennia de eerste plaats bezet op de door critici samengestelde ranglijst van ‘beste films aller tijden.’ Mijn eigen eerste kennismaking met het fenomeen kon dan ook alleen maar tegenvallen. De tweede keer moest ik mijn mening herzien: Welles’ film bleek een speelse, moedige en venijnige reflectie op een typisch Amerikaanse vorm van grootheidswaan. Kennelijk diende de film eerst bevrijd te worden van zijn loodzware reputatie, voordat hij op waarde kon worden geschat.

De status van Jacques Tourneurs NIGHT OF THE DEMON (1957) is bescheidener, die van een cultfilm in het horrorgenre, maar ook in dit geval beantwoordde een veelgeprezen mijlpaal bij de eerste kennismaking niet direct aan de hooggespannen verwachtingen. Ik zag destijds een harkerige hoofdrolspeler in een film die het qua suspense moest hebben van een plotseling opstekende storm en een monster dat leek geboren uit een afgekeurd ontwerp voor Godzilla.

ROOKWOLK
De Britse filmprogrammeur Tony Earnshaw zag de film als tiener op televisie en was wél direct verkocht. Zijn passie leidde zo’n twintig jaar later tot een hommage in de vorm van een monografie: Beating the Devil: The Making of Night of the Demon. Het boekje, dat na aftrek van voorwoorden (van de schrijver zelf, regisseur Alex Cox en filmkenner Christopher Frayling) en appendixen (betreffende production design, locaties en cast & crew) zo’n 74 pagina’s aan productiegeschiedenis telt, haalt het niet bij Allan Browns heerlijk vileine Inside The Wicker Man (2000), maar het bracht me wel weer terug bij de film zelf, die veel beter bleek te zijn dan ik me herinnerde.

In NIGHT OF THE DEMON, een vrije bewerking van het korte verhaal Casting the Runes uit 1911 van de Britse schrijver Montague Rhodes James (1862-1936), reist de Amerikaanse psycholoog John Holden (Dana Andrews) naar Engeland om een congres over parapsychologie bij te wonen. Holden is wars van hocus pocus en heeft met zijn Britse collega professor Harrington afgesproken de satanist en zelfverklaarde ‘warlock’ Julian Karswell (Niall MacGinnis) tijdens het congres te ontmaskeren als bedrieger. Bij aankomst blijkt de professor onder mysterieuze omstandigheden te zijn omgekomen. Althans, mysterieus voor de autoriteiten. De kijker weet wel beter. Die heeft uitgebreid kunnen zien hoe Harrington in de openingsscène bruut te grazen is genomen door een uit een rookwolk opdoemende en zich door een ratelend geluid aankondigende draak. Deze ‘fire demon’ manifesteert zich telkens nadat iemand zonder het te weten in het bezit is gekomen van een met runetekens beschreven stuk perkament. De vloek kan alleen worden opgeheven door het ook weer stiekem aan de oorspronkelijke bezitter te retourneren.

Nadat Karswell in de bibliotheek van het British Museum het vervloekte document tussen de aantekeningen van Holden heeft gesmokkeld, is de laatste zijn leven niet meer zeker. Een ratelend geluid in een hotelgang laat zich nog wel wegverklaren, maar een rookwolk die als een geleid projectiel zijn doelwit achtervolgt maakt zelfs een nuchtere wetenschapper als Holden flink nerveus. Zal de psycholoog zijn koppige ongeloof aan hogere machten met de dood moeten bekopen, of zal hij de vloek tijdig weten af te wenden?

STOMDRONKEN
NIGHT OF THE DEMON zou je een toegift kunnen noemen bij de carrière van minstens drie van de belangrijkste betrokkenen. Regisseur Jacques Tourneur had met drie films voor producent Val Lewton in de eerste helft van de jaren veertig CAT PEOPLE, I WALKED WITH AZOMBIE en THE LEOPARD MAN) zijn stempel op het horrorgenre gedrukt en met OUT OF THE PAST (1947) zo’n beetje de ultieme film noir gemaakt. Scenarist Charles Bennett schreef in de jaren dertig en veertig zeven films voor Hitchcock, waaronder THE MAN WHO KNEW TOO MUCH en THE 39 STEPS, en liep rond de productie van NIGHT OF THE DEMON al tegen de zestig. Hoofdrolspeler Dana Andrews tenslotte profiteerde in de jaren veertig van de oorlogsinspanningen van echte sterren en promoveerde als B-acteur naar A-films als LAURA en THE BEST YEARS OF OUR LIVES. Maar tien jaar later was Andrews een alcoholistische has-been die volgens de Amerikaanse producent Hal E. Chester bij aankomst in Engeland meteen al stomdronken van de vliegtuigtrap donderde.

Chester zelf, een kindsterretje in de jaren dertig, beleefde met NIGHT OF THE DEMON zijn finest hour, maar maakte met zijn grote bek en ‘platte’ commerciële ideeën vijanden voor het leven. Jaren later liet Bennett zich in een interview over Chester ontvallen: ‘Als ik hem nu op mijn oprijlaan zag lopen, zou ik ‘m doodschieten.’ En ook Tourneur, die zijn publiek liever in het zwarte gat van een duistere gang liet kijken dan in de kwijlende muil van het monster dat zich in dat duister verschool, was niet gelukkig met Chesters eis dat het hellebeest uit de titel levensgroot in beeld zou komen. Earnshaw neemt het voor de Amerikaan op: dankzij de verschijning van de ‘fire demon’ in de openingsscène, weet de kijker zeker dat Holden en zijn love interest Joanna (Peggy Cummins) gevaar lopen. Het haalt de ambivalentie uit Bennetts scenario, maar verhoogt de spanning. Bovendien doen aantekeningen van de assistent-regisseur vermoeden dat Tourneur zich al voor de opnamen bij Chesters aanpassingen had neergelegd.

PATSTELLING
Chester mag dan minder schade hebben aangericht dan Tourneur en Bennett beweren, de als uitvoerend producent optredende Amerikaan was hoe dan ook een noodzakelijk kwaad, benaderd na vele vergeefse pogingen van de oorspronkelijke producent, Marcel Hellman, om het scenario (toen nog The Bewitched getiteld, later The Haunted) ongeschonden langs de Engelse censor te loodsen. Het hoofdstuk waarin Earnshaw uitvoerig uit de rapporten van The British Board of Film Cencors (BBFC) citeert, bevat verbijsterende staaltjes van bedilzucht. Zo werd verwijdering geëist van het woord ‘hel’ en zou de uitdrukking ‘for God’s sake’ niet in de juiste context worden gebruikt. Andere stenen des aanstoots: een schilderij van een zwarte mis, een houtsnede van een dinosaurus en de aanwezigheid van een ‘bovennatuurlijke’ kat. De Amerikaanse omweg doorbrak de patstelling, en in die zin mogen we Chester dankbaar zijn: zonder zijn bemoeienis zou de film waarschijnlijk nooit gemaakt zijn*. 

De artistieke kwaliteit ervan is, ondanks Chesters discutabele claim dat hij zelf het treatment zou hebben geschreven, echter aan anderen te danken. In de eerste plaats aan Tourneur zelf, in 1957 nog steeds een meester van suggestieve zwart-withorror, die met expressionistische schaduwpartijen en onbestemde geluiden een permanente atmosfeer van dreiging en doem creëert. Maar ook aan acteur Niall MacGinnis, uiterlijk en in mimiek ideaal voor de rol van een tegelijk gevaarlijke en deerniswekkende Faust-figuur die zijn ziel aan de duivel heeft verkocht in ruil voor bovennatuurlijk gaven en rijkdom. MacGinnis’ Karswell gaat zichtbaar gebukt onder de consequenties van die overeenkomst: om zijn eigen leven te redden moet hij de vloek van de runen voortdurend aan anderen overdragen (een ‘doorgeef’-motief vergelijkbaar met dat van de dodelijke videoband uit de RINGU-films). De ambivalentie van het Karswell-karakter wordt treffend verbeeld in de scène waarin Holden en Joanna een bezoek afleggen bij Karswell, die met zijn naïeve, bezorgde moeder een groot landgoed bewoont. Verkleed als clown tovert de gevreesde satanist voor een publiek van dorpskinderen een konijn uit de hoge hoed. Maar wanneer hij enkele minuten later de sceptische Holden een proeve van zijn kunnen laat zien, het opwekken van een windhoos, versjteert hij daarmee ook het kinderpartijtje.

De excentrieke Karswell en zijn moeder zouden niet misstaan in een thriller van Hitchcock, voor wie Bennett zoals gezegd een handvol beroemde films schreef en wiens expertise op het gebied van suspense ongetwijfeld ook Bennett zelf weer geïnspireerd zal hebben. De treinscène waarin Karswell wanhopig probeert te voorkomen dat Holden hem het dodelijke stukje papier teruggeeft en daarmee met de vloek opzadelt, is puur Hitchcock. Hier wordt de spanning opgediend met een knipoog, zoals in het door Bennett geschreven THE 39 STEPS, terwijl de kijker tegelijkertijd medelijden voelt met de in het nauw gedreven booswicht, zoals aan het slot van (het niet door Bennett geschreven) NOTORIOUS. Publieksmanipulatie op zijn best.

Voor Beating the Devil heeft Earnshaw vlijtig feitjes, citaten en anekdotes bijeen geharkt. Maar omdat een goede journalistieke vorm ontbreekt aan het boek, ben je geneigd hele hoofdstukken, zoals die waarin de plot in detail wordt naverteld, over te slaan. Sommige lange citaten had ik voor geen goud willen missen, zoals in het hoofdstuk waarin de bedenkingen van de BBFC (‘the boy should not pull the cat’s tail’) aan de orde komen. Andere zijn buiten proportie. Voor wat oppervlakkig gebabbel van John Carpenter wordt een volledige pagina uitgetrokken en dat op grond van de overigens meteen weer ontkrachte suggestie dat de regisseur een remake zou overwegen. Maar de conclusie dat de film zelf beter is dan het boek óver de film, had ik zonder dat boek niet kunnen trekken. Zonder Beating the Devil zou NIGHT OF THE DEMON nog steeds in mijn geheugen liggen opgeslagen als een gedateerde, overschatte film. Die misvatting heeft Earnshaw in elk geval helpen rechtzetten.

*) Ironisch genoeg werd de film, hertiteld als CURSE OF THE DEMON, voor zijn Amerikaanse release met 13 minuten ingekort. Er sneuvelden overigens alleen ‘praatscènes’.

Copyright Phil van Tongeren. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #67, najaar 2005

1 september 2005
  • Titel
    Curse of the Demon
  • Lengte
    96 minuten
  • Regie
    Jacques Tourneur
  • Scenario
    Charles Bennett, Hal E. Chester, M.R. James
  • Cast
    Dana Andrews, Peggy Cummins, Niall MacGinnis
  • Taal
    English
  • Land
    United Kingdom
  • Trailer
Meer FantasyMeer Horror
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.