Wat er allemaal niet op je afschiet in de openingstitels van FINAL DESTINATION 5! Messen, kaarsen, autobanden, bloed, glas, menselijke schedels, beenprotheses… En dat allemaal in dubieuze 3D.
Regisseur Steven Quale komt uit de schaduw van James Cameron. Hij werkte mee aan THE ABYSS, TERMINATOR 2: JUDGEMENT DAY en was second-unitregisseur bij TITANIC en AVATAR. Wat hij van Cameron ook geleerd moge hebben, geloofwaardige digitale effecten zaten daar niet bij.
Cameron is ook niet echt high-class begonnen (PIRANHA PART TWO: THE SPAWNING), dus misschien leerde hij Quale wel hoe je moet bluffen met een hand vol slechte kaarten. Van het setje televisieacteurs moet FINAL DESTINATION 5 het in elk geval niet hebben. En elf jaar na de eerste FINAL DESTINATION (James Wong, 2000) biedt de plot ook geen grote verrassingen meer. We weten het allang: als je er toevallig in slaagt de dood te slim af te zijn, wacht je een reeks volkomen onwaarschijnlijke toevalligheden en ongelukjes waarbij je alsnog het loodje legt.
Quale kiest eigenlijk de enige uitweg die voor hem na vier delen van hetzelfde nog openligt: hij maakt er een splatterkomedie van. Vanaf de eerste grote sterfscène – een groep werknemers op weg naar een weekendje teambuilding belandt op een ineenstortende hangbrug – is het lachen geblazen. ‘Watch your step’ waarschuwde het bordje bij de deur van de touringcar, maar dat kan niet voorkomen dat een van de employees wordt gespietst op de grootmast van een plezierjacht en de ander metersdiep naar beneden stort. Niet in het water, maar nét ernaast. Op de betonnen voet van de brug. Splatsj.
Aanvankelijk is het allemaal slechts een visioen van Sam (Nicholas d’Agusto). Met zijn voorkennis redt hij een aantal collega’s van het onvermijdelijke… maar niet voor lang. Tony ‘CANDYMAN’ Todd duikt her er der in het verhaal op om de kids met diepe stem te waarschuwen. Je ontloopt je lot niet. ‘Thanks for the advice, creepy guy!’
Deze horrorfranchise werkt bij gratie van voorkennis. Neem bijvoorbeeld de beste scène in FINAL DESTINATION 5: een akelig ongeval in een gymnastiekzaal. We zien de gammele oude ventilator aan het plafond hangen. Quale toont ons de lekkende koelvloeistof. Vervolgens zien we de elektriciteitsdraad die slordig met plakband is opgelapt en de ondeugdelijke bevestiging van de springstok: langzaam maar zeker gaan de schroeven steeds losser zitten. Hoe dan ook, dit gaat mis – en we verheugen ons er nu al op.
FINAL DESTINATION 5 bevat een aantal van dat soort scènes en hoewel de beste daarvan in het begin zitten, het publiek van een Halloween Horror Night of Night of Terror zal zich er prima mee vermaken. Dat Quale daarom nog geen goede regisseur is, blijkt vooral uit de volkomen ongeïnspireerde praatscènes tussendoor en de scènes waarin de regisseur zijn bedoelingen probeert te verbergen om naar een verrassing toe te werken. Dat kan hij niet. Dat de dikke sleazeball die op een exotische massage met ‘happy end’ hoopt niet door de jeugdige Aziatische geholpen zal worden, ziet iedereen aankomen. Net als de ‘surprise twist’ in de laatste akte.
Maar goed, het is altijd leuk om te zien hoe een ooglaserbehandeling op onwaarschijnlijke wijze misloopt. En wanneer je voortaan dat verschrikkelijke Kansas-nummer Dust in the Wind op de radio hoort, denk je misschien ooit nog eens met een glimlach terug aan FINAL DESTINATION 5.
Di: Warner (NL: 25 augustus, B:24 augustus). Copyright Barend de Voogd. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Online gepubliceerd op 23 augustus 2011.