RECENSIE

Le avventure di Pinocchio(1972)

In een striemend koude januariweek van dit jaar wandelde ik in Parijs door het recent gerestaureerde en vooral prettig verwarmde Petit Palais. Mijn teleurstelling over het in de museumkelders opbergen van Gustave Doré’s majestueuze Bijbel-olieverfdoeken werd getemperd bij de ontdekking van de meerpanelige studies en schilderijen van Fernand Pelez. In zijn Grimaces et misères uit 1888, voorstellende een groep artiestenkinderen en muzikanten bij een vaudevilletent, hangt de uitputting van ondervoeding en eindeloos lange werkdagen als lood aan dunne lichamen. Terwijl ik stil stond te kijken naar het tafereel, ook bekend als Les Saltimbanques, liep een roedel kwebbelende Spaanse bontjassen me bijkans omver, een gifwolk van parfum achterlatend. In Luigi Comencini’s LE AVVENTURE DI PINOCCHIO herinnert de armoede van timmerman Geppetto (Nino Manfredi) en zijn mededorpelingen aan Pelez’ misèrebeeld.

Aan het einde van de 19de eeuw leeft een relatief kleine bourgeoisie, mede dankzij verworven grootkapitaal tijdens de industriële revolutie, in bijna obscene welstand, terwijl een grote onderlaag analfabete arbeiders, handwerkslui en boeren vecht voor het dagelijks brood. Zo ook de Italiaanse Geppetto, die zo arm is dat zijn openhaardvuur en kookketel niet echt zijn, maar op de muur geschilderd. Uit eenzaamheid besluit de verfomfaaid ogende ambachtsman om een marionet te maken die hem gezelschap houdt. Het stuk hout waaruit hij de figuur snijdt, blijkt echter betoverd en Pinocchio (‘pijnappelpit’) is geboren. Wanneer de marionet vervolgens verandert in een echt ventje (Andrea Balestri), blijkt hij een schelm zonder weerga: binnen de kortste keren lijkt Geppetto’s monotone leventje op een tragikomedie en wordt hij door het lot van hot naar her gesleept. Om de cinefiele punten meteen op de i te zetten: deze bewerking van Carlo Collodi’s kwajongensklassieker uit 1883 (weer gebaseerd op zijn eigen feuilleton Storia di un burattino (’Het verhaal van een marionet’), van de hand van Comencini en scenariste Suso Cecchi d’Amico, is met afstand de beste Pinocchio die ooit op film de wijde wereld in trok. De voorgeschiedenis verklaart enigszins waarom: nadat Comencini in 1970 voor de zesdelige RAI-reportagereeks I bambini e noi (‘De kinderen en wij’) de status quo rond het kleine volkje in zijn vaderland in kaart had gebracht, vloeide een gedeelte van zijn indrukken en ervaringen twee jaar later in het Pinocchio-project. Oorspronkelijk voor tv gemaakt als eveneens zesdelige serie van 303 minuten, kreeg LE AVVENTURE DI PINOCCHIO daarnaast een bioscooprelease – in een voor theateruitbaters handelbare lengte van 134 minuten. Zowel de integrale miniserie als de bioscoopfilm (de laatste nogmaals gekortwiekt met 6 minuten) verscheen in Italië op dvd, respectievelijk als dubbelaar zonder ondertitels en als Engels ondertitelde enkelschijf. In het narratief van de film vallen plompverloren gaten en dat juist die uittrekselversie op dvd ondertitelloos bleef, mag gerust een flappende flater heten. Eigenaardig: nu en dan mist er een zinnetje dialoog op het Italiaanse audiokanaal, maar zijn de ondertitels bij de ontbrekende stukjes tekst wel in beeld. Overigens kan men ook voor de Engels nagesynchroniseerde versie kiezen; het menu en de korte tekstbonus-gedeelten zijn eveneens optioneel in het Engels. De avonturen van Pinocchio tonen een Italiaanse meesterverteller op het toppunt van zijn artistieke kunnen. Door de marionet voor het merendeel van het verhaal in een jongetje van vlees en bloed te veranderen en cameraman Armando Nannuzzi exterieurs en interieurs zoveel mogelijk met natuurlijk licht in Technicolor te laten fotograferen, geeft Comencini aan Pinocchio’s omzwervingen een warmte en waarachtigheid die andere adaptaties volledig ontberen. Geppetto’s dorp in kleumkoude nevelsluiers, de straffe zeewind die het zilt in de gegroefde koppen van de vissers blaast, het tochtige schoollokaal, de sinistere kinderkermis met zijn bedrieglijke feestelijkheid van bonte lampions, suikerspinnen en lampenslingers – alles voelt authentiek, aards aan. Wanneer Pinocchio met een stuk gejatte kaas zijn honger stilt, ruik je die kruidige geur, proef je de verse zuivel, smeltend op de tong. Italiaans tot in iedere zingende letter van zijn dialogen is deze PINOCCHIO. Figuren die zó van een commedia dell’arte-bühne lijken te zijn gestapt bevolken archaïsche landschappen en door de tijd getekende gebouwen zoals we ze wel kennen uit films van Ermanno Olmi of Pupi Avati. Ondanks de drastische hermontage hebben puntgave bijrollen als die van acteur/regisseur Vittorio de Sica (een onbarmhartige rechter) en het notoire komiekenduo Franco Franchi en Ciccio Ingrassia (twee oliedomme vagebonden) gelukkig de filmversie gehaald. Fiorenzo Carpi’s tingeltangelwalsjes konden hier niet beter gekozen zijn. En hoe prachtig is die door vier productie-assistenten bewogen, volkomen mechanische Pinocchio van hout: in één ondeugende draaiing van die knikkerogen zit meer leven dan in honderd computergeanimeerde sjabloonfiguurtjes bij elkaar. Twee hoogtepunten in de filmversie zijn de episodes La fata turchina (‘De blauwe fee’ – Gina Lollobrigida in persoon) en La balena (‘De walvis’ – een levensgroot dobberend decorstuk geheel in de naïeve stijl van laat-19de-eeuwse kinderboekillustraties). Collodi’s fantasie, Nannuzzi’s naturalistische beelden en het kwieke spel van de kleine opdonder Balestri harmoniëren hier perfect met elkaar. Deze Pinocchio is geen vals-lievige tekenfilmkarikatuur die te pas en te onpas in vrolijk kindergezang uitbarst, zodat er weer wat sleutelhangers, petjes, dekbedovertrekken en meezingplaatjes over de toonbank kunnen worden geschoven: hij is een mens, alle slechte en goede karaktertrekken inbegrepen. Toegegeven, slechte vooral. Comencini en Cecchi d’Amico repeteren daarbij bepaald niet gedachteloos de oorspronkelijke verkapte preek uit het boek, die Pinocchio voorhoudt dat wie niet leert en werkt, niet zal eten. Integendeel: juist de rebelse ontdekker in het kereltje krijgt ruim baan en hij is dan ook de vleesgeworden antithese tot de door Fernand Pelez geportretteerde, triest in het niets starende kindslaven van Grimaces et misères . Dit subversieve trekje van LE AVVENTURE DI PINOCCHIO heeft de Italiaanse kardinaal Giacomo Biffi er niet van weerhouden om in het dvd-bonusmenu de merites van de satirische marionettenfabel te bezingen. Een Vaticaan-gezegende dvd – kom daar maar ’s om in de calvinistische Lage Landen.

Copyright Oliver Kerkdijk. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Oorspronkelijk gepubliceerd in Schokkend Nieuws #70 (2006), p 31.

© Olivier Kerkdijk
27 april 2011
  • Titel
    Le avventure di Pinocchio
  • Lengte
    321 minuten
  • Cast
    Andrea Balestri, Nino Manfredi, Gina Lollobrigida
  • Taal
    Italian
  • Land
    Italy, France, West Germany
  • Trailer
Meer Fantasy
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.