RECENSIE
DVD

20 Million Miles to Earth(1957)

20 million miles to earth Lang voordat George Lucas met een achteloze druk op de knop een duizendkoppig klonenleger uit de computer toverde, maakte special-effectspionier Ray Harryhausen overuren om één levend skelet in elkaar te knutselen. Driedimensionaal is digitaal geworden, met alle spectaculaire gevolgen vandien. Maar of de efficientere methode van Lucas ook fraaiere producten heeft opgeleverd, is een tweede.

‘Moederziel alleen acteren in het luchtledige.’ Zo omschreef Christopher Lee zijn werkzaamheden voor George Lucas’ tweede STAR WARS-prequel. Op de set van de nieuwe STAR WARS-trilogie zijn acteurs vaak volledig omgeven door niets anders dan blue- of green screens en hebben soms zelfs niet eens interactie met hun tegenspelers. Het ligt voor de hand om hierin een typisch euvel van het cgi-tijdperk te zien, maar de werkelijkheid is anders. Sinds Georges Melies in 1902 de trucendoos opende voor LE VOYAGE DANS LA LUNE hebben acteurs moeten reageren op dingen die er niet waren. Van de gillende mensenmassa bij KING KONG tot Christopher Lee die in ATTACK OF THE CLONES met zijn lichtsabel inslaat op een Yoda die pas later per cgi-effect werd toegevoegd.

Dat lichtsabelduel is rommelig, slecht uitgevoerd en moet het dus afleggen tegen het zwaardgevecht dat Kerwin Mathews voerde met een skelet in THE 7TH VOYAGE OF SINBAD uit 1958. De getrainde schermer Mathews studeerde het hele gevecht met hulp van een Italiaanse kampioen van tevoren in, vocht vervolgens voor de camera tegen helemaal niets, waarna special effects-tovenaar Ray Harryhausen het skelet middels stop motion toevoegde. De vechtscene staat te boek als een mijlpaal in de geschiedenis van special effects en een hoogtepunt in het oeuvre van Harryhausen,die zichzelf enkele jaren later overigens overtrof met een zelfde zwaardvechtscene in JASON AND THE ARGONAUTS (1963) waarin hij de titelheld op maar liefst zeven skeletten tegelijk liet inhakken.

Harryhausen noemde zijn procede ‘Dynamation: the miracle of the screen’. Dat wonder bestond uit een combinatie van stop-motion en montagetrucs, waarbij het schaalmodel tussen een voor- en een achtergrond kon worden geplaatst en de versmelting van special effect en realiteit nog overtuigender werd. Helemaal lukte dat overigens nooit. Wie tegenwoordig naar een Dynamation-effect kijkt, ziet vaak een duidelijk verschil in scherpte tussen het effect en de achtergrond. Is dat storend? Allerminst, want zoals Harryhausen zelf zegt in de documentaire The Ray Harryhausen Chronicles: ‘Fantasy is een droomwereld. Die moet niet al te echt lijken. Stop-motion geeft je die toegevoegde waarde van een droomwereld, die je niet krijgt als je het te echt wil laten lijken.’ Een wijze les voor de cgi-nerds: het hoeft niet echt te lijken, als het maar mooi is. En schoonheid kan het werk van Harryhausen niet ontzegd worden. Meer dan een technicus is hij een kunstenaar voor wie de esthetische waarde voorop staat.

Toch is er ook een frappante overeenkomst met cgi, afgezien van het eerdergenoemde ‘acteren in het luchtledige.’ Een veelgehoord bezwaar tegen digitale effecten is dat deze in veel gevallen in plaats van een middel om een verhaal te vertellen een doel op zich zijn geworden. Welnu, dat gaat tot op zekere hoogte ook op voor Harryhausen’s stop-motion films. Nadat hij in de jaren veertig achtereenvolgens had gewerkt voor George Pal (de Puppetoon-serie) en Willis O’Brien (MIGHTY JOE YOUNG) ging Harryhausen in de jaren vijftig een vruchtbare samenwerking aan met producent Charles Schneer, resulterend in een reeks fantasyfilms waarbij het scenario werd geconstrueerd rondom Harryhausen’s Dynamation-sequenties. De regisseurs waren ingehuurde krachten en de acteurs meestal tweederangs, wat een aardig neveneffect had: de wezens die Harryhausen vervaardigde toonde meer leven dan de houten klaas in de hoofdrol.

Een uitzondering hierop was de charismatische blonde god John Phillip Law in THE GOLDEN VOYAGE OF SINBAD (1974), het uitstekende tweede Sindbad-avontuur dat in juli door distributeur Columbia TriStar op dvd wordt uitgebracht, tegelijk met het teleurstellende SINBAD AND THE EYE OF THE TIGER (1977) waarin Patrick Wayne (zoon van John) de traditie in de hoofdrol weer onverminderd voortzet. Het eerste deel van de Sinbad-trilogie, THE 7TH VOYAGE OF SINBAD, werd reeds eerder op dvd uitgebracht, evenals JASON AND THE ARGONAUTS (zie SN #45). De Ray Harryhausen Collection wordt verder aangevuld met een tweetal minder bekende producties, te weten: 20 MILLION MILES TO EARTH (1957) en FIRST MEN IN THE MOON (1964).

Die laatste is een adaptatie van H.G. Wells’ verhaal over de excentrieke wetenschapper Cavor (Lionel Jeffries) die in 1899 samen met zakenpartner Bedford (Edward Judd) en diens verloofde (Martha Hyer) een reis naar de maan onderneemt. Zijn ruimtecapsule wordt aangedreven door cavorite, een naar de wetenschapper vernoemde substantie die zwaartekracht opheft. Maar voordat het zover is, moet de kijker bijna een uur aan set-up doorploeteren dat door het hysterische comic relief van Jeffries bijna niet is uit te zitten. Wanneer de actie zich eenmaal naar de maan verplaatst, wordt de film alsnog de moeite waard. Cavor en co. ontdekken een ondergrondse beschaving van insect-achtige maanwezens die hun bezoekers niet willen laten gaan uit angst voor meer bemoeienis van aardbewoners. Harryhausen’s effecten varieren hier van hopeloos achterhaald (de shuttle die door de ruimte zweeft) tot zeer adequaat, zoals de stop-motion modellen van de maanbewoners. Curieus genoeg worden de lunaire wezens in sommige shots gerealiseerd middels gekostumeerde figuranten. Dat levert een hinderlijke discrepantie op, die voorkomt dat de toch al zo weinig expressieve wezens werkelijk tot leven komen.

Wat dat betreft is 20 MILLION MILES TO EARTH de betere film. De hoofdrol wordt vervuld door een Venusiaans wezen, de Ymir, meegenomen door een Amerikaanse ruimte-expeditie die per raket neerstort in het water langs de kust van Italië. De aangespoelde cocon wordt door een vissersjochie verkocht aan een Romeinse wetenschapper op doorreis, die het merkwaardige object tot schrik van zijn dochter ziet opengaan, waarna de amper twintig centimeter hoge Ymir tevoorschijn komt. Het wezentje slaakt een geboortekreet en wrijft eens in zijn ogen. Het is een schattig gezicht. Vanaf dat moment kan de Ymir rekenen op de sympathie van de kijker, sympathie die vervolgens wordt uitgebuit om de ondergang van het monster extra tragisch te maken. Bovenal is dit immers een evidente KING KONG-rip off, zij het een bijzonder geslaagde. De rap groeiende Ymir wordt al snel gedwongen zich te verdedigen tegen de agressie van angstige provincialen, waarna de Italiaanse autoriteiten, zeer tegen de zin van Amerikaanse militaire delegatie, besluiten het arme Venuswezen te vernietigen. Daarbij dient het Colosseum als een waardige vervanger van het Empire State Building uit het grote voorbeeld.

Net als de door Harryhausen ontworpen reuzengorilla in MIGHTY JOE YOUNG heeft de Ymir in 20 MILLION MILES TO EARTH een karakter meegekregen. Doordat Harryhausen uren, dagen, weken achter elkaar met zijn creatie in de weer was, en het hele traject van ontwerpschets tot technische uitvoering helemaal zelf verzorgde, kreeg de creatie als vanzelf een persoonlijkheid. In de eerdergenoemde documentaire, die op elke dvd in deze serie is opgenomen, vertelt Harryhausen dat hij op een dieet van groenvoer ging om zichzelf beter te kunnen identificeren met gorilla Joe Young! Harryhausen’s liefde voor zijn scheppingen mag misschien bizarre vormen hebben aangenomen, ze leidde wel tot indrukwekkende resultaten. ‘Alles wat het brein kan bedenken, kan nu middels Dynamation op het doek worden gebracht!’ jubelt de voice-over op de 45 jaar oude featurette This is Dynamation. Een verkoopslogan, want er was nog steeds heel veel dat zelfs Harryhausen niet voor elkaar kreeg. Er waren nog grenzen te verleggen. Er was, kortom, nog iets te winnen.

Stop-motion is door de komst van cgi volstrekt obsoleet geworden. Tegenwoordig is alles wat het brein bedenken kan inderdaad op het witte doek te brengen. Of toch niet? Harryhausen creeerde bij voorkeur imaginaire wezens en liever geen mensen. Dat was immers geen gezicht. Alleen wanneer hij niet anders kon, bijvoorbeeld bij de worsteling tussen de boer en de Ymir in 20 MILLION MILES TO EARTH of het gevecht tussen Primo Carnera en de gorilla in MIGHTY JOE YOUNG. Soms was het makkelijker een schaalmodel van de acteur te gebruiken dan te proberen om de twee verschillende opnamen tot één overtuigend geheel te smeden. In die scenes bewijst Harryhausen zijn gelijk: de menselijke figuur lijkt nooit echt. Iets soortgelijks zag ik in ATTACK OF THE CLONES: een weinig overtuigende cgi-Anakin die op een cgi-ruimtebuffel rijdt. Misschien is er dan toch nog een grens te verleggen.

FIRST MEN IN THE MOON : FILM ** / EXTRA’S ***
20 MILLION MILES TO EARTH: FILM *** / EXTRA’S ***
Andere releases in The Ray Harryhausen Collection:
JASON AND THE ARGONAUTS: FILM ***1/2 / EXTRA’S ***
THE 7TH VOYAGE OF SINBAD: FILM ***1/2 / EXTRA’S ***
THE GOLDEN VOYAGE OF SINBAD: FILM ***/ EXTRA’S ***
SINBAD AND THE EYE OF THE TIGER: FILM **/ EXTRA’S ***

Distributie: Columbia TriStar. Copyright: Roel Haanen. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Oorspronkelijk gepubliceerd in Schokkend Nieuws #55 (2002), p 46.

© Roel Haanen
1 januari 2002
  • Titel
    20 Million Miles to Earth
  • Lengte
    82 minuten
  • Regie
    Nathan Juran
  • Scenario
    Robert Creighton Williams, Christopher Knopf, Charlott Knight
  • Cast
    William Hopper, Joan Taylor, Thomas Browne Henry
  • Taal
    English, Italian, German
  • Land
    United States, Italy, West Germany
  • Trailer
Meer Fantasy
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.