divine
divine
TGIF
18 juni 2021

Thank God It’s Friday, 18 juni 2021

divineTGIF| In deze TGIF mijmeringen over moraliteit in film en de betekenis van Pride-maand binnen genrecinema. Hoe zit de wisselwerking tussen die twee in elkaar?

We beginnen met een prikkelend stuk van Charles Bramesco, die stelt dat we te maken hebben met een culturele verarming: de tijden dat Hollywood zich waagde aan werkelijk transgressieve films liggen ver achter ons. Genrefilms, artfilms en cultfilms worden steeds meer naar de marges geschoven. Ik kan hem geen ongelijk geven.

Zie bijvoorbeeld ook deze lijst van Marie-Claire, van de beste pornografische films aller tijden: vrijwel allen uit de hoogtijdagen van de porn chique. En het vergeleken met deze lijst nog wel tamme TURKS FRUIT wist tóch ook een vinger op de pols te leggen van een seksueel vrijgevochten tijdgeest.

Natuurlijk zijn er nog steeds genrefilms te vinden die de grenzen opzoeken, en was er in de jaren zeventig en tachtig óók veel morele verontwaardiging vanuit de goegemeente. Zie bijvoorbeeld de interessante wisselwerking tussen moralisme en marketing in het geval van de video nasties: destijds maakte dat plakaat een film moeilijker om aan te komen, tegenwoordig is het een ‘badge of honor’. 

Maar of het studiosysteem zich nog zou wagen aan zwarte komedies als THE CABLE GUY of DON’T TELL MOM THE BABYSITTER’S DEAD? Vast wel, maar minder vaak en met minder panache, vermoed ik. Zelfs Romero had in de laatste jaren moeite om scherp werk van de grond te krijgen: hier een rangschikking

Toch gebeurt er nog een heleboel goeds: zie ook de manier waarop gemarginaliseerde groepen steeds meer toegang krijgen tot Hollywood, in deze roundtable en deze, met onder andere Misha Collins van LOVECRAFT COUNTRY. Dat Barry Jenkins, zich nu waagt aan de sequel van de LION KING-remake? Dat negeren we maar even.

Over moraliteit en horror gesproken, nog even: een nieuwe interessante reeks op Fangoria laat mensen praten over films die zelfs in onze community als onplezierig of omstreden worden ervaren, zoals I SPIT ON YOUR GRAVE. Ik heb liever rauwe rafelrandjes dan de conservatieve moraal in de CONJURING-reeks, waar fanatieke conservatief-christelijke charlatans als Ed en Lorraine Warren worden neergezet als het leukste stel ooit (zie ook dit artikel), en de Satanic Panic, een zwarte bladzijde in de Amerikaanse media, uiterst serieus genomen wordt. Patrick Wilson mag dan een goede scream king zijn, en een aantal van de films kennelijk goed, ik zie toch liever iets anders dan THE CONJURING: THE DEVIL MADE ME DO IT. Tips nodig?

Toch is dit een interessante lezing van de CONJURING-reeks vanuit een queer perspectief. Het is namelijk Pride-maand, en dat betekent dat heel veel media nu publiceren over queer films, en grote bedrijven, zoals Disney, hun logo in regenboogkleuren hullen. Als non-binaire homoseksueel wordt ik altijd een beetje kriegel van bedrijven die hoog van de toren blazen tijdens Pride-maand, terwijl ze verder niet de beste track record hebben. Waarom moeten we als queer mensen anders moeite doen om representatie te vinden in Disney films, met een paar flinke staaltjes omdenken ter voorbeeld: LUCA, THE LITTLE MERMAID (zie onder) en LILO AND STITCH. In het geval van de MATRIX-films is het logischer de films door een queer lens te bekijken, vanwege het feit dat de makers trans vrouwen zijn. Ik kon erg genieten van dit video-essay waarin twee youtubers proberen de meer omstreden THE MATRIX-sequels te duiden vanuit queer perspectief.

Dan wil ik de website Gayly Dreadful aanraden, een horrorblog door LHBTI+ horrorjournalisten, dat elk jaar tijdens Pride-maand een fundraiser houdt voor een goed doel. Dit jaar is dat voor de Transgender Law Center. De hele maand lang worden er meerdere malen per dag artikelen geplaatst van LHBTI+ filmjournalisten, bloggers en filmliefhebbers. Dit jaar doe ik ook mee, al is mijn artikel nog niet geplaatst op het moment van schrijven. Maar lees in de tussentijd vooral interessante andere perspectieven: over hoe het is om een dikke horrorfan te zijn. Of juist over hoe bodybuilder-lichamen in popcultuur een (positieve) invloed kunnen hebben op zelfbeeld. Het blijkt dat queer filmliefhebbers zichzelf kunnen vinden in allerlei soorten film: van FRANKENSTEIN tot en met CARRIE. Of in PHANTOM OF THE PARADISE of de obscure cultfilm WILD ZERO. Ook essays over DRACULA’S DAUGHTER, de obscure horrorfilm ALUCARDA en Clive Barkers NIGHTBREED zijn van de partij. Ook globalere beschouwen zijn te vinden: over de representatie van trans mannen in horror, of van biseksuele vrouwen. De crux is, en dat stelde ik ook in de Queer Fear-special in Schokkend Nieuws #144: LHBTI+ers vinden zichzelf in the other in horrorfilms, omdat de maatschappij ons vaak met dezelfde angst bekijkt. Zoals Angel Melanson het zegt: ‘We all have Scissorhands,’ of met de woorden van Orie Dean: ‘I feed my inner Frankenstein.’ Dat wij onszelf vertegenwoordigd zien in kannibalenverhalen als HANNIBAL en RAVENOUS? Ergens vind ik dat alleen maar mooi. (Dat Bryan Fuller, van HANNIBAL, zich nu waagt aan een remake van John Carpenters CHRISTINE vind ik ook een interessant gegeven. Homo-auto’s?)

 

Want zoals BJ Colangelo zegt: ‘The history of horror is gay.’ De geschiedenis van LHBTI+ers en de geschiedenis van horror zijn nauw met elkaar verweven. Filmgeschiedenis in het algemeen zelfs. We laten ons de mond niet snoeren, zelfs al moeten we op zoek naar representatie in de marges. Dat die marges in de filmgeschiedenis er altijd mogen zijn, en dat grote bedrijven als Disney ook de ruimte mogen laten aan de cult-iconen. Van de Muis verwacht ik voorlopig geen interessante queer-representatie, maar de cultfilm gaf ons Divine! Happy pride en een plezierige week gewenst!

Fan van horror, sci-fi en cult?

Neem een abonnement!

Ons magazine bevat nóg meer en staat vol interviews, recensies en achtergronden.
Voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat!
Liever digitaal ontvangen? Dat kan ook!