Sommige vergeten films verdienen een herkansing, andere kunnen maar beter onder het stof van de geschiedenis begraven blijven. En dan zijn er de gevallen die op zichzelf beschouwd tot weinig opwinding aanleiding geven, maar waarbij de filmhistorische context voor enige meerwaarde zorgt. THE COUCH uit 1962 is er zo een.
Over de film zelf kunnen we kort zijn. De onbekende regisseur Owen Crump (1903-1998) was van huis uit documentairemaker, en dat verklaart misschien de kwaliteit van de beelden die buiten de studioset zijn gedraaid. Ze zijn helaas gering in getal: de losjes gedraaide shots van Los Angeles bij avond, een beetje cinema verité, met ongeregisseerde passanten, druk geflikker van lichtreclames en een vette jazzy score. Helaas heeft Crump geen idee hoe hij conventionelere set ups van eenzelfde soort levendigheid moet voorzien. En die maken helaas wel de dienst uit in THE COUCH: stroperige scènes op het politibureau en bij de psychiater in diens praktijk. Ook het slot waarin Charles zich vermomt als chirurg met het oogmerk zijn psychiater om zeep te helpen, blijft een slappe vertoning tussen bordkartonnen wandjes.
Twee klinkende namen tussen de credits zouden de argeloze kijker zomaar op het verkeerde been kunnen zetten. Blake Edwards, die een jaar later zijn eerste Pink Panther-film zou regisseren, was medebedenker van het verhaal, dat vervolgens door Robert Bloch tot scenario werd uitgewerkt. Edwards zelf regisseerde in hetzelfde jaar als THE COUCH trouwens een veel betere thriller, EXPERIMENT IN TERROR, en Bloch was twee jaar eerder verantwoordelijk voor de roman waar Hitchcock zijn horrormijlpaal PSYCHO op zou baseren.
Zou Hitchcock van THE COUCH iets beters hebben gemaakt? Met de dikke Freudiaanse saus die over het verhaal is gegoten (Campbell ziet in Terry het zusje terug dat hem in de steek heeft gelaten, en probeert op zijn psychiater een soort vadermoord te plegen) zou de master of suspense wel weg hebben geweten. Maar zelfs Hitchcocks navolgers, zoals William Castle (met het eveneens door Bloch geschreven STRAIT-JACKET uit 1964) of Hammerregisseur Freddie Francis (PARANOIAC, 1963) hadden Crump met gemak op dit terrein verslagen. Psychopaten waren all the rage, begin jaren zestig, daar lag het niet aan, denk behalve aan Norman Bates ook aan PEEPING TOM’s Mark Lewis met zijn dodelijke camerastatief. Maar Owen Crump was niet de juiste man op de juiste plaats. Opvallende titel in zijn filmografie: de negen minuten durende docu SPRINGTIME IN HOLLAND. Ongetwijfeld een Keukenhof-klassieker, maar op YouTube helaas niet terug te vinden.
Di: Warner Archive Collection (import). Copyright Phil van Tongeren. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Oorspronkelijk gepubliceerd in SN #94, februari 2012.