In SORORITY PARTY MASSACRE wordt de horror om zeep geholpen met slappe humor en steelt een uitgerangeerde pornoster de show.
De titel SORORITY PARTY MASSACRE verwijst duidelijk naar de slashers uit de hoogtijdagen: THE HOUSE ON SORORITY ROW (Mark Rosman, 1983) en SLUMBER PARTY MASSACRE (Amy Holden Jones, 1982). Op het dvdhoesje zien we een schaars geklede jonge vrouw met een bebloed hakmes. Op de achterkant is te lezen dat “de ene na de andere aantrekkelijke studente op verschrikkelijke manier omkomt”.
Daarmee wordt de verwachting gewekt dat we een film gaan zien die past in het rijtje slasher-remakes van de laatste jaren, zoals MY BLOODY VALENTINE 3D (Patrick Lussier, 2009) en BLACK CHRISTMAS (Glen Morgan, 2006). Voor deze films geldt dat ze er fraai uitzien en dat de moorden zonder meer spectaculair in beeld worden gebracht, maar dat ze ook erg mechanisch en bijna saai zijn. Wat je vooral mist zijn sympathieke personages.
De beste slashers werken omdat je je als kijker identificeert met de actrices, je wilt dat ze het einde van de film halen. Janet Leigh in PSYCHO (Alfred Hitchcock, 1960), Jamie Lee Curtis in HALLOWEEN (John Carpenter, 1978) en Drew Barrymore en Neve Campbell in SCREAM (Wes Craven, 1996): ze hebben onze sympathie.
In SORORITY PARTY MASSACRE is er helaas een chronisch tekort aan aardige personages. De film gaat over zeven bitchy dispuutmeiden die meedoen aan een jaarlijkse wedstrijd waarmee ze een beurs kunnen winnen. Ze reizen uit heel de Verenigde Staten af naar het gehucht Grizzly Cove. In Grizzly Cove zijn in het verleden veel dispuutmeisjes verdwenen, maar deze nieuwe meisjes weten hier niets van.
Het begin van SORORITY PARTY MASSACRE is prima, al is er wel heel goed gekeken naar de beginscène van SCREAM. Ook hier een knap, blond meisje, Holly Fanning (Casey Fitzgerald), in een verlaten omgeving (een onbemand benzinestation) die gebeld wordt door iemand met een eng stemmetje. Net als Casey (Drew Barrymore) in SCREAM denkt het meisje in eerste instantie aan een grap. Binnen vijf minuten is ze op gruwelijke wijze afgeslacht.
Direct na de eerste moord schiet de film in de Tarantino-modus: veel split screen, versnelde beelden, hippe muziek en pogingen tot humor. Detective Watts (een fletse rol van Thomas Downey) komt in beeld, een man die lijdt aan woedeaanvallen. De scènes zijn duidelijk grappig bedoeld, maar werken voor geen meter.
Watts wordt door zijn baas op non-actief gesteld, maar mag wel op zoek naar diens vermiste dochter Holly. In Grizzly Cove aangekomen maakt Watts kennis met sheriff Lumpkin (Ed O’Ross), wedstrijdleidster Stella (Faye Dunaway look-alike Leslie Easterbrook), haar enge hulpje Aggo (Keith Compton) en de net gearriveerde, bloedmooie studentes. Het moorden kan beginnen.
Het grote probleem van deze film is dat er door bijna iedereen zo ontzettend geschmierd wordt, dat je de film na de openingsscène al niet meer serieus neemt. Bovendien zijn de studentes inwisselbaar. Het kan je al snel geen jota schelen wie er vermoord wordt en door wie. Daar komt nog bij dat de meeste moorden off screen gebeuren. De regisseurs gooien er nog wat obligate naaktscènes tegenaan plus twee lesbische zoenen, maar die kunnen de film ook niet redden.
Slechts twee acteurs weten er nog wat van te bakken: Ed O’Ross (bekend van zijn mooie rol als Nikolai in Six Feet Under) als de dubieuze sheriff en de lekker smoezelige pornolegende Ron Jeremy als Watts’ irritante collega.
Het blijkt maar weer dat de combinatie humor en horror een lastige is en dat alleen de grootste regisseurs de balans weten te bewaren: Peter Jackson, Wes Craven, Sam Raimi en Quentin Tarantino. De regisseurs van SORORITY PARTY MASSACRE behoren duidelijk niet tot deze categorie.
DI: Splendid (release op dvd: 28 maart 2013). Copyright Remco Scheenjes. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Online gepubliceerd op 7 april 2013.