LES GARÇONS SAUVAGE begint met een gewelddadige seksuele scène waarin de titelfiguren hun naam eer aandoen en waarmee het voor het publiek meteen duidelijk is: dit is geen behaagzieke film.
Kort gesteld: we zitten in LES GARÇONS SAUVAGE opgescheept met een stel minderjarige verkrachters als protagonisten. Letterlijk, want de gehele eerste helft van de film speelt zich af op een boot waar de jongens voor straf moeten werken als matroos. Onder leiding van een pedoseksuele en gewelddadige kapitein (gespeeld door de Belgische Lemmy-kloon Sam Louwyck) varen ze naar een mysterieus eiland (cue: Jules Verne) vol erotische, hallucinante planten met bovennatuurlijke krachten. Daar aangespoeld betreden we het terrein van het onderbewustzijn.
Regisseur Bertrand Mandico debuteert sterk met een film die grossiert in het tonen van seksuele taboes. De film is als een koortsige dwaaltocht door de psyche van de hormonaal losgeslagen man en de vrijgevochten vrouw, en speelt met alle clichès over mannelijkheid en vrouwelijkheid. Na verloop van tijd zal het de kijker opvallen dat de androgyne tienerjongetjes gespeeld worden door jongvolwassen, vrouwelijke actrices die nog het meest weghebben van een kruising tussen koorknapen en Tilda Swinton. Een andere belangrijke rol is weggelegd voor Elina Löwensohn, op het IFFR ook al zo sterk in LAISSEZ BRONZER LES CADAVRES, en ook al behept met een krachtige androgyne kwaliteit.
Bertrand Mandico maakte eerder een reeks korte (animatie)films, waaronder BORO IN THE BOX (2011), die duidelijk geïnspireerd was op het werk van Walerian Borowczyk. De taboedoorbrekende en explosieve kijk op seksualiteit die het werk van de Poolse grootmeester kenmerkte vinden we terug in LES GARÇONS SAUVAGES. Het is ook duidelijk te zien dat Mandico een achtergrond in animatie deelt met Borowczyk. De boottocht en het eilandleven worden bijvoorbeeld verbeeld middels bordkartonnen decors en hyper-gestileerd camerawerk.
Omdat veel van de stilistische motieven geïnspireerd zijn op de vroege verfilmingen van het werk van Jules Verne, waaronder die van George Méliès, dringt zich ook de vergelijking op met Guy Maddin. Nergens staat geschreven dat Maddin de enige is die mag vissen in de vijver van de stille film. Mandico heeft met een zekere (queer) camp-mentaliteit genoeg eigen smoel om van LES GARÇONS SAUVAGES een zelfverzekerd debuut te maken. Visueel is de film om door een ringetje te halen. Contrastrijke zwart-witscènes worden fraai afgewisseld met korrelige 8mm-beelden in technicolor-kleuren.
De opzettelijk knullige B-filmeffecten, taboedoorbrekende koortsdromen vol Freudiaanse symboliek en flamboyante perversiteiten maken van LES GARÇONS SAUVAGES geen film voor het grote publiek. Mandico is erop uit zijn publiek te ontregelen: op verhaalniveau, op moreel niveau en op visueel niveau. Je hebt het gevoel dat je een perfect inkijkje krijgt in zijn onderbewustzijn, en dat is meer dan je kan zeggen van sommige andere genre-experimenten op de 2018-editie van het IFFR, waar de genrepastiches soms volstrekt willekeurig voelen. LES GARÇONS SAUVAGES is allesbehalve willekeurig. Het is een film gelijk zijn protagonisten: wild en agressief aan de buitenkant, maar onder de kakofonie schuilt wel degelijk een sterke visie.
LES GARÇONS SAUVAGES is alleen op 3 februari nog te zien tijdens het International Film Festival Rotterdam. Copyright: Theodoor Steen. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Online gepubliceerd op 30 januari 2018.