Drie films, drie afdalingen in de krochten van de Aziatische horrorwereld; dat is wat het regisseursduo Oxide en Danny Pang ons met AB-NORMAL BEAUTY, DIARY en FOREST OF DEATH lijkt te beloven. Netto levert het gelijktijdig op dvd uitgebrachte trio een ondoordacht samenraapsel op van halfversleten ideeën, doorzichtige plotwendingen en eindeloos voor zich uit starende hoofdrolspeelsters.
[Gezamenlijke bespreking van AB-NORMAL BEAUTY, DIARY en FOREST OF DEATH]
Als in AB-NORMAL BEAUTY (SEI MONG SE JUN) een jonge fotografe gefascineerd raakt door de dood en ze er alles aan doet om sterfgevallen op de gevoelige plaat te vereeuwigen, ontketent ze een duister verlangen dat haar naar een morele afgrond en fysieke terreur voert.
Oxide Pang, hier zonder co-regie van zijn broer aan het werk, bouwt de spanning eerst zorgvuldig op, maar kan de binnensluipende saaiheid niet vermijden en slaagt er niet in om het onderwerp negentig minuten lang interessant te houden. De personages boeien amper en het verhaal zwalkt op zeker moment doelloos van de ene naar de andere schreeuwerige scène. Ironisch genoeg wordt onze interesse pas weer enigszins geprikkeld wanneer Pang de teugels laat vieren en de plot volledig uit de hand loopt. In de derde akte neemt de film een wel heel erg radicale wending. De daaropvolgende beelden zijn verontrustend en stralen een misselijkmakende rauwheid uit, maar kunnen niet verbergen dat het Pang om een goedkoop shockeffect te doen is; een bloedeloos einde aan een zwakke prent.
Iets beter is DIARY (MON SEUNG); alweer geregisseerd door Oxide Pang (met zijn broer Danny trouw achter de schermen als producent). De film vertelt over een jonge vrouw die het plotse vertrek van haar vriend niet kan verwerken. Ze trekt zich terug in haar groezelige woning, maakt er enge poppen en wordt er voortdurend belaagd door angstaanjagende waanvoorstellingen. Als ze een jongen ontmoet die haar aan haar ex-vriend doet denken gaan de poppen letterlijk aan het dansen.
DIARY slaagt erin om in de verwrongen psyche van de vrouw af te dalen en weet, dankzij een bizarre vertelstructuur (zelfs de openingsgeneriek wordt in delen gesplitst!), waarin de grens tussen realiteit en fictie vervaagt, de kijker danig in verwarring te brengen. Als de puzzelstukjes uiteindelijk toch in elkaar passen, verraadt de plot zich als een weinig origineel niemendalletje, maar de verzorgde, gestileerde regie en de subtiele speciale effecten bieden tegenwicht aan het zwakke verhaal en de steeds hysterischer wordende vertolkingen.
Met FOREST OF DEATH (SUM YUEN) loopt het dan weer wel volledig mis. Wellicht aangemoedigd door zijn broer en net terug in eigen land na het Amerikaanse avontuur met THE MESSENGERS, besloot Danny Pang om zelf ook een film in zijn eentje in goede banen te leiden. Het resultaat is zo bizar dat je het moet zien om te geloven.
In FOREST wil een verbeten jonge agente (Qi Shu uit THE TRANSPORTER) een mysterieuze moord- en verkrachtingszaak voor eens en voor altijd oplossen. De plaats van het onheil, een berucht woud waar ontelbare zelfmoorden plaatsvinden, is het favoriete onderwerp van sensatiegeile televisieprogramma’s en bijgelovige ‘spokenjagers’. Om de waarheid achter de urban legend te onthullen roept ze de hulp in van een wetenschapper die beweert dat bomen en planten emoties hebben en die ook kunnen uiten. Met zijn apparatuur, en in aanwezigheid van een meute journalisten, de arm der wet en de zich in onschuld hullende vermoedelijke dader wordt de misdaad opnieuw in scène gezet, met noodlottige gevolgen voor de betrokkenen.
Dat de plot van FOREST OF DEATH zo vergezocht en idioot is, valt misschien nog door de vingers te zien, maar dat Pang zo ongeveer elk idee dat tijdens de productie in hem opkwam op het scherm kwakt is onvergeeflijk. Zijn film is echter, in tegenstelling tot het werk van zijn broer, nooit saai en als kijker blijf je op een morbide manier gefascineerd door de ontelbare toevalligheden, hersenverlammende acteerprestaties en invloeden van andere films (vooral het camerawerk van de EVIL DEAD-films werd hier schaamteloos gekopieerd). Toch weet Pang nergens de juiste sfeer te treffen en vestigt hij zijn aandacht op ellenlang pseudo-wetenschappelijk geleuter om het daarna weer over een totaal andere boeg te gooien met een onaangenaam in beeld gebrachte verkrachtingsscène. De gebeurtenissen in het bos moeten het vooral hebben van loeiharde geluidseffecten, flauwe ‘verschijningen’ en angstig rondturende acteurs en actrices. De finale, de twijfelachtige kroon op het werk, lijkt te bewijzen dat Danny Pang geen flauw idee had waar hij met FOREST OF DEATH heen wou.
Deze drie films tonen dat de zeer productieve Pang-broers blijven teren op het succes van hun veelgeprezen J-horrorhit THE EYE. Hoewel lang niet perfect, wist die film de verschillende ingrediënten tot één geheel te vermengen en was oprecht eng; iets wat je van AB-NORMAL BEAUTY, DIARY en FOREST OF DEATH niet kunt zeggen. En dat is pas echt angstaanjagend.
Copyright Kenny De Maertelaere. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Oorspronkelijk gepubliceerd in Schokkend Nieuws #75, najaar 2007.