De jury van het Cannes Film Festival kende de film in 1996 een speciale prijs toe ”for originality, for daring and for audacity.’ Toen David Cronenberg die in ontvangst nam klonk er boegeroep uit de zaal. Ook nu de 4K-gerestaureerde versie van CRASH eraan komt, blijft de film heftige gevoelens oproepen.
J.G. Ballard schreef zijn roman Crash in 1973 als een verhaal over de toekomst. Hoe hedendaags de setting ook mag lijken, en hoe classic ook de auto’s waarin gereden wordt, dat geldt ook voor de film van David Cronenberg. Het verhaal gaat over ‘a psychology of the near future,’ zoals de regisseur het uitdrukte in een interview uit 1997 dat op het YouTube-kanaal van Eyes on Cinema te vinden is. Het is daarom niet zo vreemd dat de film bijna 25 jaar later niets aan actualiteit heeft ingeboet. De timing van de nieuwe bioscooprelease is zelfs gelukkig te noemen. Na de coronacrisis en de lockdown verlangen we allemaal naar menselijk contact. ‘Huidhonger’ is een woord van nu, en een woord dat uitstekend bij crash past, al is die huid in de film van Cronenberg natuurlijk koud als staal en chroomkleurig.
MAYBE THE NEXT ONE
Dat boek en film veel mensen afstootten is niet zo verwonderlijk: het verhaal gaat over mensen die seksueel opgewonden raken van auto-ongelukken. De recensent van The New York Times noemde het in 1973 ’the most repulsive book I’ve yet to come across.’ En Cronenberg ging net zo compromisloos te werk als Ballard: hij trakteert de kijker op gruwelijk realistische auto-ongelukken en de ene na de andere perverse seksscène. En dat alles gefilmd in een koude, klinische stijl die beslist ‘fout’ aanvoelt. Halverwege de film bezoeken de hoofdpersonen een nachtelijke aanrijding op de snelweg. De brandweer is met slijptollen bezig de bebloede slachtoffers uit hun autowrakken te bevrijden. Mensen kermen, mensen sterven. Een vrouw met een hoofdwond zit verdwaasd voor zich uit te staren. Catherine (Deborah Kara Unger) gaat naast haar zitten, rookt een sigaret, kijkt en probeert iets te voelen… Althans, dat laatste vermoed ik. Hoofdpersonages James Ballard (James Spader) en zijn vrouw Catherine zijn moeilijk te doorgronden. Mensen zonder emotionele verbinding, koud, leeg, verloren. Beiden hebben aan het begin van de film seks met een ander en treffen elkaar daarna op hun balkon boven de drukke snelweg. ‘Did you come?’ vraagt hij. ‘No,’ antwoordt ze. ‘What about your cameragirl, did she come?’ Hij begint haar van achteren te nemen. ‘We were interrupted.’ ‘Poor darling,’ zegt ze. ‘Maybe the next one.’ En precies die laatste vier woorden zegt hij ook tegen haar in de dramatische slotscène. De cirkel is rond. Er is niets veranderd. James en Catherine hebben zich door de mysterieuze Vaughan (Elias Koteas), Dr. Helen Remington (Holly Hunter) en de gehandicapte Gabrielle (Rosanna Arquette) laten meevoeren in een perverse wereld waarin littekens, beroemde auto-ongelukken, bloed en blik ontzettend opwindend zijn – en begrippen als monogamie, hetero- en homoseksualiteit volkomen irrelevant – en toch blijven ze onbevredigd. ‘Maybe the next one.’ James is filmproducent, maar onduidelijk is of zijn film ooit wordt afgemaakt. Catherine volgt vlieglessen, maar voltooit die niet. Cronenberg vertelt ons ook niet wat ze motiveert een film te maken of vlieglessen te nemen. Deze mensen kennen geen inspiratie in hun leven, geen creativiteit, enthousiasme of dromen van vrijheid, maar ze blijven wel zoeken. Seks is daartoe het middel, maar het verlangen naar vervulling gaat dieper. Logisch dus, dat Vaughans filosofie ze aanspreekt: ‘The car crash is a fertilizer, rather than a destructive event.’ crash is geen seksfilm, het is – pun intended – een film waarin eigenlijk niets klaarkomt. Een film over onbevredigde, onvervulde mensen.
AUTOLIEFDE
Dat James, Catherine en de anderen die vervulling denken te kunnen vinden in een auto is natuurlijk heel Noord-Amerikaans. Ballard plaatste zijn roman weliswaar in Londen, maar dacht duidelijk aan de Amerikaanse massa-autocultuur. Ontelbare films vertellen ons dat in de puriteinse Amerikaanse psyche de auto de plek is waar je ontmaagd wordt. Ook in meer universele, symbolische termen staat de auto voor ‘sexual freedom and power,’ om de woorden van Cronenberg nog maar eens te gebruiken. De auto verbindt Amerikanen, meer dan Europeanen, bovendien met hun geschiedenis: de Porche 550 waarin James Dean verongelukte, de fatale crashes van Grace Kelly en Jayne Mansfield, de limousine waarin J.F. Kennedy werd doodgeschoten. Cronenberg is een enthousiast Ferrari-bezitter en reed in zijn jonge jaren zelfs races, maar noemde dat bij het maken van CRASH juist een nadeel. crash is geen autofilm; hij wilde de wagens niet fetisjeren in glanzende slow-motionshots. Het zijn hier de mensen, zoals Holly Hunter in een interview terecht opmerkte, die elkaar objectificeren. En ze verheffen daarbij de autocrash tot een middel om tenminste Ãets te voelen, nog énige verbinding te maken. Seksuele en emotionele verbinding, zoals we hierboven zagen. Verbinding met je geschiedenis en cultuur, zoals ook blijkt uit de performances waarin Vaughan beroemde dodelijke ongelukken naspeelt. En de frontale botsing is natuurlijk ook een fantastisch beeld voor de snelheid en het geweld waarmee liefde en seks ons leven soms over de kop doen slaan. Op papier klinken de metaforen niet al te subtiel, maar ze werken in de film: de vochtige, warme en lawaaiige wasstraat, Vaughan die met zijn grote lelijke auto van achter op je in blijft rammen. Een van de mooiste momenten is James’ eerste aanrijding die alles in gang zet. Hij komt versuft weer bij en ziet door de verbrijzelde voorruit Dr. Helen Remington in haar autogordel zitten. Door de aanrijding zakt haar blouse open en onthult hem een bleke borst. Een onvergetelijk erotisch moment; wat mij betreft dé toevoeging van crash aan de collectieve beeldbank die door de mensheid is volgeschreven, geschilderd, gedicht, gedanst en gefilmd over het ongrijpbare verband tussen Eros en Thanatos, erotiek en de dood.
ZONDER KLEERSCHEUREN
‘Mijn personages proberen hun leven, hun seksualiteit, hun emoties opnieuw uit te vinden,’ zegt Cronenberg in het interview, ‘en in zeker opzicht ook de liefde.’ En dat is misschien wel het mooiste wat we met de nieuwe release uit de film kunnen halen. Na afloop moet je concluderen dat James ondanks alles tóch een vreemd soort emotionele banden is aangaan. Zijn fascinatie voor Vaughan kun je niet anders omschrijven dan als een intense romance. En de gedeelde pijn brengt hem uiteindelijk dichter bij Catherine. Hoe die relaties ontstaan zijn en hoe en óf ze werken is – zoals in het echte leven – moeilijk te zeggen. Zeker is dat niemand er zonder kleerscheuren vanaf komt. De toekomst die Ballard 47 jaar geleden beschreef en die Cronenberg 24 jaar geleden verfilmde, was er een van technologische fascinatie en extreme vervreemding. Een wereld waarin menselijk contact en seks hun betekenis verloren hebben. crash is natuurlijk gedramatiseerd, een verhaal vol overdrijvingen, maar feit is dat we nu inderdaad leven in een wereld waarin machines en dingen ons leven beheersen. Een kille economische logica waarin liefde, mensen en hun verhalen vaak gereduceerd worden tot product, consument en content. De coronacrisis heeft in de afgelopen maanden laten zien dat er juist een immense behoefte bestaat aan menselijk contact en gemeenschapsgevoel. Van het applaudisseren voor het zorgpersoneel tot de nationale toost op Koningsdag, van het elkaar helpen met de boodschappen tot gesprekken over angst, eenzaamheid, ziekte en dood – dingen die je vroeger niet zo snel deelde. We zijn dus gelukkig nog niet zo vervreemd geraakt als het koppel in crash. Of ben ik nu te optimistisch? Had Cronenberg zijn film nu gemaakt, dan hadden James en Catherine natuurlijk geen seks gehad met hun auto, maar met hun mobieltje.
Distributie: Imagine Film. Release 6 augustus 2020. Copyright: Barend de Voogd. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Online gepubliceerd op 5 augustus 2020.