Na Jason, Michael en Freddy is er nu… Larry? Die naam was de titel van het korte horrorfilmpje uit 2017 dat schrijver/regisseur Jacob Chase met een budget van 9 miljoen dollar omtoverde tot COME PLAY. Dat het geld grotendeels bij Steven Spielberg vandaan kwam blijkt vooral een hindernis.
Maar eerst iets anders. Ik ben autistisch en ik heb te veel horrorfilms gezien. En die twee skills zijn mijn favoriete filters op mijn Tinderprofiel. Het maakt de zaken overzichtelijker en dan heb ik voor die vijf geïnteresseerden per maand altijd nog zelf de optie om naar links te swipen als het me niet bevalt.
Wat heeft deze ontboezeming in hemelsnaam in een filmrecensie te zoeken? Noteer even mee: als een gemiddelde autist een punt wil maken, gaat dat altijd via Rome, langs Sydney met een tussenstop in Moskou. Even snel en duidelijk iets uitleggen is er zelden bij. Het duurt dus ook even voor het stereotiepe autistische jongetje Oliver (Azhy Robertson) in COME PLAY aan de wereld om hem heen weet duidelijk te maken dat een enge entiteit genaamd Larry het op hem gemunt heeft via zijn mobieltje en tablet. De kijker weet dat wel meteen. In de openingsminuten van de film manifesteert het wezen zich al via het online kinderboek Onbegrepen Monsters dat plots op Olivers mobiele telefoon staat.
Schrijver/regisseur Jacob Chase lanceert zijn debuut dus als een malle uit de startblokken. En geef hem ongelijk: het is natuurlijk geweldig als je als filmmaker je horrorfilmpje van vijf minuten met een dik pak geld mag uitbouwen naar anderhalf uur. Dat filmpje, LARRY, was dan ook lekker creepy (je kunt het hier bekijken). Chase houdt van horror en kent zijn klassiekers; dat enthousiasme is elke keer overduidelijk als COME PLAY de enge kant opgaat. Beetje HALLOWEEN hier, flink snufje THE BABADOOK daar, emmertje THE SHINING eroverheen… ik vergeef Chase zijn iets te kwistig strooien met verwijzingen, want hij weet genoeg eigen ideeën in de film te verwerken, zoals een razendknappe scène met rondwaaiend papier.
Maar het kan natuurlijk niet non-stop horror zijn, zeker niet als Amblin Partners, het productiebedrijf van Steven Spielberg, een groot deel van het budget heeft opgehoest. En met het niet-horrorgedeelte van COME PLAY gaat het dan ook niet helemaal lekker. Rondom het gegriezel heeft Chase een suikerzoete soufflé gebakken (of moeten bakken van de baas) over familiewaarden en vriendschap, met een fiks E.T.-gehalte. Als de raison d’être van monster Larry uiteindelijk onthuld wordt, krijgen we een moralistische boodschap voor de kiezen die te bespottelijk is voor woorden. Maestro Spielberg zelf kon dat soort Kleenex-momenten in zijn gloriejaren ongegeneerd op film vastleggen en er fluitend mee wegkomen, maar Chase valt er ongenadig mee door de mand.
Het lijkt alsof hij met tegenzin zijn horrorfeestje steeds moet onderbreken met al die stichtelijke flauwekul, alsof hij met een vies gezicht af en toe die pot suiker uit de kast moet trekken en niet kan wachten tot hij weer lekker kan doen wat hij eigenlijk wil: een goeie echte horrorfilm maken. Het talent is er, maar geef de beste man voor zijn volgende project alsjeblieft vrij spel met een alle-remmen-los-R-rating. Want dan komt er vast iets beters uit de bus dan dit.
Te zien op Pathé Thuis vanaf 10 augustus. Copyright Anne van der Swier. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Online gepubliceerd op 10 augustus 2021.